Plan: | Bestemmingsplan Harkstede-Scharmer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0040.bp00002-61oh |
De voor 'Agrarisch - Paardenhouderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende verhardingen, tuinen, erven en additionele voorzieningen;
Bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen, waarbij bestaande bouwwerken zijn toegestaan:
Zie Artikel 44.
Voor wat betreft de oppervlakte van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor wat betreft de maatvoering van gebouwen gelden de volgende regels:
Type gebouw |
Goothoogte (in meter) |
Bouwhoogte (in meter) |
Dakhelling |
Bedrijfsgebouwen | ten hoogste 4,50 | ten hoogste 10 | tenminste 35° |
Bedrijfswoning |
ten hoogste 4,50 | ten hoogste 10 | meerzijdige kap van tenminste 30° en ten hoogste 60° |
Vrijstaande bijgebouwen behorende bij bedrijfswoning | ten hoogste 3 | ten hoogste 5,50 | plat of meerzijdige kap van ten hoogste 60° |
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Type bouwwerk | Maximale bouwhoogte (in meter) | |||
Bouwvlak | Buiten het bouwvlak | |||
Achter de naar de weg gekeerde bouwgrens | Voor de naar de weg gekeerde bouwgrens | |||
Sleuf-, voer-, of mestsilo's en mestbassins | 7,50 | Niet toegestaan | ||
Erf- en terreinafscheidingen | 2 | 2 | 1 | |
Overkappingen | 5 | Niet toegestaan | Niet toegestaan | |
Palen en masten, niet zijnde reclamemasten | 8 | 8 | 8 | |
Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde een reclamemast | 5 | 2 | 1 |
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 4.3.2 een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij uitgesloten' is uitsluitend het gebruik als cultuurgrond of het gebruik ten behoeve van een bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen toegestaan.
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van 4.5.2 een omgevingsvergunning voor het afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van 4.6.2 op basis van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming Agrarisch - Paardenhouderij wijzigen in de bestemming Wonen - 1A, onder de volgende voorwaarden: