Plan: | Bestemmingsplan Ruskenveen 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0014.BP522Ruskenveen-vg01 |
Inleidende regels
De artikelen 1 tot en met 3 bevatten achtereenvolgens de in het plan gebruikte begrippen en hun definitie, de wijze waarop moet worden gemeten en de manier van omgaan met uitmetingsverschillen.
Bestemmingsregels
Artikel 4 Bedrijf
Op het perceel Johan van Zwedenlaan 2 is een bedrijf gevestigd in reclame(borden). Het hoofdgebouw wordt binnen het bouwvlak gesitueerd.
Op het achtererf mogen bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de bedrijfsfunctie gerealiseerd worden met een maximale bouwhoogte van 8 meter en een maximaal bebouwingspercentage van 20%.
Ten aanzien van de functie wonen mogen eveneens bijbehorende bouwwerken gerealiseerd worden met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 60 m² mag bedragen en de maximale bouwhoogte 4 meter.
Artikel 5 Bedrijventerrein
Er wordt gestreefd naar de vestiging van bedrijven, die gezien de aard van hun activiteiten en ruimtelijke uitstraling aansluiten bij het hoogwaardige karakter van de reeds aanwezige bedrijvigheid. Kantooractiviteiten zijn uitsluitend toelaatbaar, voor zover deze als ondersteunend en ondergeschikt aan de bedrijfsvoering van een ter plaatse gevestigd bedrijf kunnen worden aangemerkt.
In het gebied met de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - woon-werkcombinatie mocht in het oude bestemmingsplan een bedrijf of kantoor vestigen met een bedrijfswoning. Er mogen bedrijven gevestigd worden in categorie 1 tot en met 3.1 van de bij dit plan behorende Staat van, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen. Tenzij bestaand al een bedrijf in een hogere milieucategorie gevestigd is met vergunning hiervoor. In dat geval is de bestaande, hogere milieucategorie toegestaan.
Op alle kavels is een bedrijfswoning aanwezig. De bestaande situatie zal vastgelegd worden in het bestemmingsplan als specifieke vorm van bedrijf - woon-werkcombinatie. De oppervlakte voor een kantoorgebouw mag maximaal 500 m² bedragen. Het is niet toegestaan om een bedrijfs- of kantoorgebouw te vestigen zonder bedrijfswoning of vice versa. De woon-werkcombinatie mag niet gescheiden worden.
Artikel 6 Bedrijventerrein - 1
De bestemming Bedrijventerrein - 1 betreft het voormalige industrieterrein van SuikerUnie en de vloeivelden. De bestemming maakt geen nieuwe bebouwing mogelijk. Om de monumentale, bestaande bebouwing is een bouwvlak getrokken. Uitbreiding aan of bij deze bouwwerken is niet mogelijk.
De gronden aangeduid met de functieaanduiding 'gronddepot' zijn bestemd voor opslag van grond.
De zone van 5 meter breed ten noorden van het plangebied, grenzend aan het water van het Hoendiep heeft de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. De regels zijn opgenomen in artikel 23.
Artikel 7 Bedrijventerrein - 2
Met de bestemming Bedrijventerrein - 2 wordt beoogd een specifiek vestigingsmilieu te bieden voor kleinschalige bedrijvigheid en zelfstandige beroepsbeoefening op het gebied van ambacht, theater, kunstnijverheid, beeldende kunsten en muziek vanuit ter plaatse gestalde woonwagens. De woonwagens worden gezien als bedrijfswoningen.
Continuering van het bestaande gebruik van het terrein, binnen de huidige begrenzing, vormt hierbij het uitgangspunt. Uitbreiding van bebouwing is niet toegestaan.
Artikel 8 Gemengd
De zone langs de spoorlijn Groningen - Leeuwarden is bedoeld voor bedrijven in milieucategorie 1 tot en met 3.1, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, conform bijlage 2, Staat van bedrijfsactiviteiten. Kantooractiviteiten zijn uitsluitend toegestaan indien deze als bedrijfsvoering van een ter plaatse gevestigd bedrijf kunnen worden aangemerkt.
Verder zijn medische dienstverlening, sportvoorzieningen, overheidsvoorzieningen en zakelijke dienstverlening ten behoeve van spoorwegdoeleinden toegestaan.
De maximale bouwhoogte en bebouwingspercentage voor gebouwen bedragen respectievelijk 16 meter en 60%.
Bouwen en gebruik van de gronden ten behoeve van de functie railverkeer is uitsluitend toegestaan met het oog op het realiseren van een spoorwegstation met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, en andere werken, zoals perrons, in aansluiting op de bestemming Verkeer - Railverkeer.
Ter plaatse van de functieaanduiding 'nutsvoorziening' mag een gebouw worden opgericht met een maximale oppervlakte van 100 m² en een maximale bouwhoogte van 6 meter.
Ter plaatse van de functieaanduiding 'zend/ontvangstinstallatie' is een bouwwerk, geen gebouw zijnde, toegestaan met een maximale hoogte van 55 meter.
De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor de geleiding, beveiliging of regeling van het verkeer mag maximaal 15 meter bedragen.
Er geldt een afwijkingsbevoegdheid voor het vestigen vandetailhandel en/of horeca(categorie 1 en 2) onder de voorwaarde dat de detailhandel en/of horeca als ondersteunend en ondergeschikt aan een spoorwegstation kan worden aangemerkt en de totstandkoming van een spoorwegstation is verzekerd. Voor beide functies geldt dat er maximaal 4 meter hoog gebouwd mag worden en dat de gezamenlijke oppervlakte voor elke functie afzonderlijk maximaal 120 m² mag bedragen.
Artikel 9 Gemengd - 1
Binnen de bestemming Gemengd - 1 is plaats voor voorzieningen ten behoeve van de dorpsgemeenschap van Hoogkerk. Onderwijsvoorzieningen, medische en maatschappelijke als een vensterschool of dorpshuis zijn ondermeer toegestaan. De bestaande sporthal, woningbouwstichting en een gemeentelijke wijkpost voor openbare werken vallen eveneens onder deze bestemming.
Artikel 10 Gemengd - 2
Aan Zuiderweg 80 is momenteel een kinderdagverblijf gevestigd. Overige functies die eveneens zijn toegestaan zijn maatschappelijke en sociaal-culturele doeleinden, sport en recreatie en wonen.
Onder maatschappelijke doeleinden wordt ondermeer verstaan: onderwijs, openbare dienstverlening, (naschoolse) opvang, religieuze doeleinden, medische doeleinden voor mens en dier. Hierbij valt te denken valt aan een dierenpension, een dierenartspraktijk, een welzijnsinstelling of een instelling t.b.v. de gezondheidszorg etc.
Een bouwvlak is om het bestaande hoofdgebouw getrokken. Bijbehorende bouwwerken zijn buiten het bouwvlak toegestaan, met een oppervlakte tot maximaal 60 m² en een bouwhoogte tot maximaal 3 meter.
Artikel 11 Groen
De bestemming Groen omvat met name een voormalig agrarisch open gebied achter de lintbebouwing van de Peizerweg, de randen van woonwijk Ruskenveen en het bedrijventerrein en langs de Johan van Zwedenlaan, het groen in en om de recreatieplas, de bermen van Bangeweer en de Zuiderweg en een speelplaats gelegen tussen de Zuiderweg en de Johan van Zwedenlaan.
In de bestemming Groen zijn rijwiel- en voetpaden toegestaan.
Artikel 12 Recreatie
De voor Recreatie bestemde gronden zijn aangewezen voor dagrecreatie en dagrecreatieve voorzieningen, groenvoorzieningen, waterlopen en -partijen, fiets- en voetpaden en parkeervoorzieningen.
De gronden met de functieaanduiding 'Gemengd' mogen zowel worden gebruikt ten behoeve van de doeleinden sport en recreatie (bijvoorbeeld een bowlingcentrum, fitnesscentrum of sauna), als voor wonen, maatschappelijke dienstverlening, sociaal-culturele voorzieningen,horeca en zakelijke dienstverlening. Horeca is uitsluitend toegelaten in de categorieën II en III. Onder zakelijke dienstverlening wordt verstaan: financiële, juridische, administratieve en daarmee naar de aard vergelijkbare dienstverlening (bijv. een accountantskantoor, een architectenbureau of een adviesbureau). In de door de functie opgeroepen parkeerbehoefte dient op eigen terrein te worden voorzien.
Ten aanzien van de gebouwen wordt gestreefd naar handhaving van de bestaande hoofdbouwmassa en de bestaande bebouwingskarakteristiek.
Het boerderijerf en het ervoor en erachter gelegen weiland, op de verbeelding nader aangeduid met 'Archeologische waarde - 1', zijn van archeologische, geomorfologische en landschappelijke waarde. Erfbeplantingen en -sloten dienen zoveel mogelijk te worden gehandhaafd. Ingrepen op of in de bodem, die onevenredig aan de waarden van dit gebied afbreuk doen, zijn niet toegestaan. Hiertoe behoren in ieder geval werken en werkzaamheden, zoals het ophogen of egaliseren van gronden, waardoor een wijziging optreedt in de hoogteligging of -verschillen van het voorterrein van de boerderij.
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, die van invloed (kunnen) zijn op de structuur van de bodem en het aanwezige bodemarchief, wordt niet verleend, voordat gelegenheid is geboden tot het instellen van archeologisch onderzoek.
Artikel 13 Sport
In de bestemming zijn ondermeer de bestaande sportvelden, een sportgebouw en de ijsbaan aan de Zuiderweg begrepen. De ijsbaan is aangeduid met de specifieke bouwaanduiding 'ijsbaan'.
Een bouwvlak is getrokken om het sportgebouw.
In de bestemming is voorzien in het realiseren van een verenigings-, sport- of toiletgebouw met een maximale oppervlakte van 200 m² en maximale bouwhoogte van 4 meter onder de voorwaarde dat de afstand van het gebouw tot belendende (particuliere) percelen minimaal 50 meter bedraagt. Dit om overlast ten aanzien van de bestaande bebouwing aan de Verbetering te beperken.
Onder additionele voorzieningen zijn mede begrepen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, ter ondersteuning van het gebruik van de gronden, zoals ballenvangers en lichtmasten.
Artikel 14 Verkeer
De bestemming Verkeer omvat naast de woonstraten en parkeervoorzieningen de hoofdverkeersstructuur in het plangebied. Het gaat hier om de Peizerweg, de Johan van Zwedenlaan, de Zuiderweg en Bangeweer.
In deze bestemming zijn tevens nutsvoorziening en toegestaan die de vergunningvrije maatvoering (15 m2 en 3 meter bouwhoogte) te boven gaan.
De functieaanduiding 'verkeer - railverkeer' is gelegd op dat deel van de weg die tevens een spoorwegovergang is. De spoorrails loopt hier door de bestemming Verkeer.
Door de bestemming Verkeer loopt een dubbelbestemming "Waterstaat - Waterkering'. Het betreft een zone van 5 meter breed ten noorden van het plangebied en grenzend aan het water van het Hoendiep. De eraan gekoppelde regels staan in artikel 23.
Langs de hoofdwegen Johan van Zwedenlaan, de Zuiderweg en de Peizerweg is (lichtmast)reclame toegestaan. De nadere voorwaarden worden geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Groningen (APVG).
Artikel 15 Verkeer - Railverkeer
De gronden van de spoorlijn Groningen - Leeuwarden langs de noordzijde van het plangebied hebben de bestemming Verkeer - Railverkeer gekregen. Er is rekening gehouden met verdubbeling van de spoorlijn.
In deze bestemming is eveneens voorzien in de mogelijkheid om bebouwing op te richten ten behoeve van een voorstation bij Hoogkerk. Deze bebouwing is overigens ook toegelaten binnen het aansluitende deel van de bestemming 'Gemengd'.
Artikel 16 Water
Deze bestemming is toegekend aan de belangrijkste watergangen in het plangebied, de recreatieplas en waterplas bij Ruskenveen en het water van het poldergemaal tussen de Peizerweg en het Hoendiep. Recreatief medegebruik van de bestemming Water is toegestaan.
Artikel 17 Wonen en Artikel 18 Wonen - 1
De regels van de bestemming Wonen zijn gericht op behoud en versterking van de ruimtelijke karakteristiek, maar het is niet de intentie het gebied geheel op 'slot' te zetten. Dit in aanvulling op de mogelijkheden van het vergunningsvrije bouwen die de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) sinds 1 oktober 2010 biedt.
In de bestemming Wonen zijn ter plaatse van de functieaanduiding 'maatschappelijk', maatschappelijke doeleinden toegestaan in de vorm van zorgvoorzieningen zoals verpleging, fysiotherapie, een huisartsenpraktijk of een apotheek, met dien verstande dat deze functie uitsluitend op de begane grond is toegestaan.
In de bestemming Wonen -1 is naast wonen, ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf', de bestaande, met bouwvergunning verleende bedrijvigheid, vastgelegd. Op deze locaties zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie bijlage 1 bij de Regels), met uitzondering van geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen. Uitzondering hierop is een bestaand bedrijf in een hogere milieucategorie dan categorie 1 of 2 met vergunning hiervoor. In dat geval is de bestaande, hogere milieucategorie toegestaan.
Binnen het bouwvlak met de functieaanduiding 'bedrijf' zijn uitsluitend bedrijfsgebouwen en bijbehorende bouwwerken toegestaan.
Binnen het bouwvlak zonder nadere aanduiding en ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'hoofdgebouw' zijn uitsluitend woningen en bijbehorende bouwwerken toegestaan.
Voor de bijbehorende bouwwerken geldt dat deze binnen de gehele bestemming Wonen - 1 mogen worden opgericht op het achtererf. Per direct recht mag maximaal 70 m² aan bijbehorende bouwwerken worden opgericht, waarbij maximaal 50% van het achtererf bebouwd mag worden.
Ter plaatse van de functieaanduiding 'garageboxen' zijn garageboxen toegestaan.
Regeling voor bijbehorende bouwwerken
Voor de bouwmogelijkheden is het van belang op welk gedeelte van het erf gebouwd wordt. Bijbehorende bouwwerken zijn (bij recht) uitsluitend toegestaan in achtererfgebied.
Voorerfgebied en achtererfgebied
Aangebouwde bijbehorende bouwwerken zijn (bij recht) toegestaan, mits zij:
Aangebouwde bijbehorende bouwwerken
Vrijstaande bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan tot een maximale hoogte van 3 meter. Indien de zij- of achtererfgrens grenst aan het openbaar toegankelijk gebied moeten bijbehorende bouwwerken minimaal 1 meter uit deze zij- en/of achtererfgrens worden geplaatst.
Ligging aan het openbaar toegankelijk gebied
Voor alle bijbehorende bouwwerken in achtererfgebied tezamen, dus inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat achtererfgebied voor maximaal 50% mag worden bebouwd tot een maximale oppervlakte van 50 m2.
Nadere eisen
In veel van de bestemmingen komt een nadere-eisen-regeling voor. Daarbij kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
a. de verblijfssituatie:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.
b. het straat- en bebouwingsbeeld:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:
c. de verkeersveiligheid:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie.
d. de sociale veiligheid:
Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is.
e. de milieusituatie:
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking.
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:
Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.
Artikel 19 Leiding - Gas en artikel 20 Leiding - Hoogspanning
Voor een tweetal te beschermen functies zijn dubbelbestemmingen toegevoegd. Deze bestemmingen hebben betrekking op gasleidingen en een ondergrondse hoogspanningsleiding die door het gebied lopen. Door middel van de dubbelbestemming wordt het functioneren van de leidingen gewaarborgd. De dubbelbestemmingen zijn op de kaart aangegeven met een daarbij behorende strook voor de aanleg, de instandhouding en de bescherming van deze leidingen. In een zone langs de leidingen mag niet worden gebouwd. In de regels bij de dubbelbestemming 'Leiding-Gas' is opgenomen dat in geval van strijdigheid van bepalingen de bepalingen van dit artikel gaan vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding-Gas' voorrang krijgt.
Artikel 21 Waarde - Archeologie 1 en Artikel 22 Waarde - Archeologie 2
In het bestemmingsplan Ruskenveen 2012 zijn twee archeologische dubbelbestemmingen opgenomen: de bestemming Waarde - Archeologisch 1 betreffen de terreinen waarvan bekend is dat er archeologische resten aanwezig zijn. Het gaat hierbij om twee voormalige historische boerenplaatsen. Ingrepen in deze terreinen verstoren vrijwel zeker archeologische waarden. Voor het uitvoeren van werkzaamheden is daarom een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, vereist.
De bestemming Waarde - Archeologisch 2 betreft de zones met een hoge archeologische verwachting. In deze zones kunnen zich (nog niet ontdekte) vindplaatsen bevinden. Zie voor een uitgebreidere beschrijving van de gebieden paragraaf 3.2.
Aan de dubbelbestemmingen zijn bouwregels en een vergunningstelsel voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden gekoppeld, die de archeologische waarden beschermen. Voor de terreinen die liggen in Waarde - Archeologie - 1 is een vrijstelling van 50 m² oppervlakte en 30 cm diepte opgenomen.
Voor de gebieden die de dubbelbestemming Waarde - Archeologisch 2 hebben, geldt een vrijstelling van 200 m² oppervlakte en 30 cm diepte. Archeologische resten kunnen zich hier namelijk zeer dicht onder het maaiveld bevinden. De vrijstelling van 200 m² is gebaseerd op de aard van de vindplaatsen. Een ingreep in de bodem met een oppervlakte van meer 200 m² zou een potentiële vindplaats al compleet kunnen vernietigen.
Artikel 23 Waterstaat - Waterkering
Op de functie waterkering is een dubbelbestemming gelegd. Er zijn wat de bebouwing betreft, in afwijking van de bepalingen bij de andere voorkomende bestemming(en), uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van waterkering.
Alleen na voorafgaand overleg met de betreffende waterbeheerder, het waterschap Noorderzijlvest kan met afwijking een omgevingsvergunning worden verleend ten behoeve van de bouw van in de andere bestemming(en) genoemde bouwwerken geen gebouw zijnde, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de waterkering.
Algemene regels
Artikel 24
Dit artikel bevat de anti-dubbeltelregel. De redactie is conform artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening. Deze bepaling is ervoor om te voorkomen dat dezelfde grond meer dan eens betrokken wordt bij de toets van de aanvraag om een omgevingsvergunning en daarmee meer gebouwd kan worden dan is toegestaan.
Artikel 25
In dit artikel wordt aangegeven welke vormen van gebruik in ieder geval in strijd met dit bestemmingsplan zijn.
Artikel 26
In dit artikel wordt geregeld dat de aanvullende stedenbouwkundige bepalingen uit de Groninger Bouwverordening niet van toepassing zijn. Hetgeen het bestemmingsplan regelt gaat vóór datgene wat op dit gebied door de Bouwverordening wordt geregeld. Daarop is echter op een vijftal punten, die in dit artikel zijn genoemd, een uitzondering gemaakt. Het belangrijkste hierbij is onderdeel d., waarmee de Nota Parkeernormen van de gemeente Groningen voor dit bestemmingsplan van toepassing wordt verklaard.
Artikel 27
Dit artikel waarborgt dat binnen de 'geluidzone industrie', mits de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze geluisgevoelige gebouwen niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde, niet-geluidgevoelige gebouwen kunnen worden gebruikt als geluidgevoelig gebouw en /of geluidgevoelige gebouwen kunnen worden gebouwd.
Artikel 28
Dit artikel bevat een afwijkingsbevoegdheid, die op alle bestemmingen in het plangebied van toepassing zijn. Bedoeling van de bepaling is om relatief kleine afwijkingen van het bestemmingsplan toe te staan, zowel qua omvang als qua functie.
Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 29
Dit artikel regelt het overgangsrecht. De redactie is conform de artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening.
Artikel 30
Dit artikel bevat de zogenaamde slotregel, die bedoeld is voor een eenduidige vastlegging van de naam van het bestemmingsplan.
Interpretatieve gebruiksbepalingen
Interpretatieve gebruiksbepalingen kunnen per bestemming worden opgenomen wanneer binnen die betreffende bestemming behoefte is aan specifieke gebruiksregels of -verboden.
De begrippen aan huis verbonden beroep en vrij beroep worden vaak, en ook hier, synoniem gebruikt. Het voorliggend bestemmingsplan biedt de mogelijkheid aan huis verbonden beroepen -met behoud van de woonfunctie- uit te oefenen in een woning en de daarbij behorende aangebouwde bijbehorende bouwwerken.
In het algemeen is het verboden om, indien aan gronden en bouwwerken een woonbestemming of -functie is gegeven, deze te gebruiken op een wijze of tot een doel in strijd met de woonbestemming. Een ander gebruik dan wonen is niet toegestaan. In de jurisprudentie is echter bepaald dat het vestigen van een vrij beroep niet in strijd is met de woonbestemming, tenzij het bestemmingsplan het tegendeel bepaalt en het beroep door de bewoner van het pand wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en de uitoefening van het beroep een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is. Het gaat veelal om een eenpersoonsberoep.
Op grond van de definitie van aan huis verbonden beroepen in dit bestemmingsplan zijn de betreffende activiteiten (onder voorwaarden, zie hierna) in overeenstemming met de functie wonen. Voor dergelijke activiteiten in een woning en/of de daarbij behorende aangebouwde bijbehorende bouwwerken) is geen afwijking bij een omgevingsvergunning nodig.
Of een bepaald gebruik in overeenstemming is met de functie woondoeleinden wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:
a. de aard van het gebruik
b. de omvang van het gebruik
c. de intensiteit van het gebruik
Ad a. Bij de 'aard' van het gebruik kan men denken aan een beroep welke naar zijn aard (ernstige) hinder voor zijn omgeving oplevert, of welke naar zijn aard grote verkeersproblemen zal opleveren. Het gebruik mag immers geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer. Het mag evenmin een onevenredige parkeerdruk veroorzaken.
Ad b. Bij de 'omvang' van het gebruik is relevant of het gebruik meerdere ruimten of gebouwen in beslag neemt, welk gedeelte van het gebouw door het gebruik in beslag wordt genomen, hoeveel vierkante meter het gebruik in beslag neemt.
Ad c. Bij de 'intensiteit' van het gebruik kan worden gedacht aan frequent of incidenteel gebruik.
Als nu blijkt dat het gebruik aldus een uitstraling heeft welke niet te rijmen valt met de gelegde woonbestemming, dan is het gebruik strijdig met de woonbestemming (zie ARRvS, AB 1993/163).
Onder een 'vrije beroepsbeoefenaar' wordt verstaan: 'iemand die wordt gevraagd om zijn individuele, persoonlijke kwaliteiten, die in het algemeen op artistiek of academisch/HBO-niveau liggen'. In de praktijk is het onderscheid moeilijk aan te geven. Bij vrije beroepen valt te denken aan: advocaat, accountant-administratieconsulent, alternatieve genezer, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huidtherapeut, huisarts, interieurarchitect, juridisch adviseur, kunstenaar,logopedist, makelaar, medisch specialist, notaris, oefentherapeut, organisatieadviseur, orthopedagoog, psycholoog, raadgevend adviseur, redacteur, registeraccountant, stedenbouwkundige, tandarts, tandarts-specialist, (al dan niet beëdigd) tolkvertaler, tuin- en landschapsarchitect, verloskundige.
Aan huis verbonden beroepen in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk
Voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep is het nodig om bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan. Hiertoe is een bevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen in lid 17.6.
Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Overige activiteiten, die niet vallen onder de aan huis verbonden beroepen, maar in bepaalde gevallen wel daarmee gelijk te stellen zijn, worden aangemerkt als beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten, die niet rechtstreeks passen binnen de woonbestemming. Zij zijn daarom niet bij recht toegestaan in dit plan. Wel is het mogelijk voor deze activiteiten bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan (zie lid 17.6, voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van (bijlage 2).