Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Laren-West
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0417.L017BPLarenWest-2101

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving

 
De voor Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. een restaurant, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-restaurant (sh-r)';

    met de daarbij behorende:
  2. verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Gebouwen

 
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
  1. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  2. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag niet worden overschreden.

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

 
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
  1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen mag ten hoogste 2 meter bedragen indien gebouwd achter de voorgevelrooilijn en 1 meter indien gebouwd voor de voorgevelrooilijn;
  2. de hoogte van vlaggenmasten mag ten hoogste 8 meter bedragen;
  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen.

9.3 Nadere eisen

 
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
  1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. de verkeersveiligheid;
  3. de milieusituatie;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  6. de aanwezige natuurwaarden.

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.4.1 Afwijking bouwen buiten bouwvlak

 
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9 lid 2.1 en toestaan dat een bedrijfsgebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:
  1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 50% van het achtererfgebied bedraagt, met een maximum van 50 m²;  
  2. de bouwhoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 4 meter bedraagt;
  3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    2. de verkeersveiligheid;
    3. de sociale veiligheid;
    4. de milieusituatie;
    5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    6. de aanwezige natuurwaarden.

9.4.2 Afwijking bouwwerken, geen gebouwen zijnde

 
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9 lid 2.2 onder c. voor het oprichten van een vrijstaande antennemast met een bouwhoogte van ten hoogste 15 meter.