Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Laren-West
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0417.L017BPLarenWest-2101

Artikel 6 Bos

6.1 Bestemmingsomschrijving

 
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bos en houtopstanden;
  2. behoud, herstel en ontwikkeling van de in dit gebied voorkomende landschaps- of natuurwaarden;
  3. water, waterbeheer en waterberging;
  4. onverharde paden.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Gebouwen

 
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.
 

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

 
Binnen deze bestemming mogen als bouwwerken, geen gebouwen zijnde uitsluitend erf- en terreinafscheidingen worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 1 meter.

6.3 Nadere eisen

 
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op de bescherming van de bos en houtopstanden nadere eisen stellen aan de omvang en situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.4.1 Verbod

 
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
  1. het verwijderen, aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden, en het aanbrengen van eventuele andere oppervlakteverhardingen (al dan niet tijdelijk);
  2. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen, opvullen of egaliseren van de bodem met meer dan 0,1 meter,
    met dien verstande dat geen omgevingsvergunning zal worden verleend voor het ophogen met bagger of grondspecie;
  3. het aanbrengen van boven en/of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  4. het vellen of rooien van houtopstanden of -gewassen;
  5. het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen;
  6. het, al dan niet tijdelijk, opslaan en/of storten van bouw- en afvalmateriaal;
  7. het winnen van bosstrooisel en mos;
  8. het planten van hagen.

6.4.2 Uitzonderingen op verbod

 
Het verbod als bedoeld in artikel 6 lid 4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
  1. betrekking hebben op het normaal onderhoud en beheer;
  2. reeds vergund en legaal in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

6.4.3 Voorwaarden voor de omgevingsvergunning

 
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in artikel 6 lid 4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:
  1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de ecologische- en natuurwaarden van de gronden;
  2. een schriftelijk advies is ingewonnen van een landschapsarchitect.