Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Laren-West
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0417.L017BPLarenWest-2101

Artikel 13 Recreatie

13.1 Bestemmingsomschrijving

 
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. een manege, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege (ma)';
  2. horeca, ondergeschikt aan de onder a. genoemde functie;
  3. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning (bw)'

    met de daarbij behorende:
  4. verkeers- en groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen en terreinen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Gebouwen

 
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
  1. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  2. de goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', mag niet worden overschreden;
  3. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals ten dienste van een fietsenberging en dergelijke, buiten het bouwvlak alleen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 30 m² per bouwperceel;
  4. de inhoud van een bedrijfswoning mag ten hoogste 600 m³ bedragen;
  5. de bij een bedrijfswoning behorende oppervlakte aan bijgebouwen mag ten hoogste 50 m² bedragen, waarbij de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen ten hoogste 3 meter respectievelijk 6 meter mag bedragen.

13.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

 
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
  1. de hoogte van terrein- en erfafscheidingen mag ten hoogste 1,2 meter bedragen;
  2. de hoogte van vlaggenmasten mag ten hoogste 8 meter bedragen;
  3. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 meter bedragen.

13.3 Nadere eisen

 
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
  1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. de verkeersveiligheid;
  3. de milieusituatie;
  4. de sociale veiligheid;
  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  6. de aanwezige natuurwaarden.

13.4 Afwijken van de bouwregels

13.4.1 Afwijken bouwwerken, geen gebouwen zijnde

 
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13 lid 2.2 onder c. voor het oprichten van een vrijstaande antennemast met een bouwhoogte van ten hoogste 15 meter.

13.5 Specifieke gebruiksregels

 
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
  1. het gebruik van gronden voor buitenopslag;
  2. het gebruik van gronden en/of opstallen voor horecadoeleinden, anders dan als ondergeschikte activiteit in verband met het toegestane gebruik;
  3. het gebruik van gronden en/of opstallen voor verblijfsrecreatieve doeleinden.