Toelichting op de partiele herziening Omgevingsplan 2006, Beleidsaanpassing windenergie inzake vrijwaring gemeenten Noordoostpolder en Urk, en Markermeer-IJmeer
Toelichting op de partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006
Beleidsaanpassing windenergie inzake vrijwaring gemeenten Noordoostpolder en Urk, en Markermeer-IJmeer

 

1. Inleiding
Deze partiële herziening is de formalisering van het op 20 juni 2012 door Provinciale Staten (PS) vastgestelde kaartbeeld ‘Zoekruimte voor windenergie in Flevoland’.  Met de vaststelling heeft PS  ingestemd met de vrijwaring van de Gemeente Noordoostpolder en Urk dit in relatie tot de onherroepelijke besluitvorming over het windpark Noordoostpolder. De partiële herziening vormt daarnaast het provinciale standpunt op het vlak van ontwikkeling van windenergie in het Markermeer en IJmeer en het Drontense deel van het Ketelmeer. Binnen het Markermeer en IJmeer is geen ruimte voor windmolens waarbij uitzondering wordt gemaakt rondom het gebied van de Houtribdijk. Naast deze partiële herziening stelt de provincie het Regioplan op. De partiële herziening vormt samen met het Regioplan de provinciale visie op het gebied van windenergie. De noodzaak voor opstellen van beide visiedocumenten is gelegen in de verschillende ontwikkelingen op het gebied van windenergie.   
 
Ontwikkelingen

Het Rijk ambieert de ontwikkeling van 6000MW wind op land. Om dit ruimtelijk mogelijk te maken stelt het Rijk de Rijksstructuurvisie Wind op Land op. In deze structuurvisie zijn, na vaststelling de locaties aangewezen waar volgens het Rijk ruimte is voor grootschalige windenergie opstellingen. Een grootschalige windenergie opstelling betreft een locatie van 100MW of meer. Aan de provincies (Interprovinciaal overleg) is gevraagd om ruimte te bieden aan grootschalige energieopstellingen. Flevoland werkt aan de wens van het Rijk positief mee en heeft aangegeven dat er voor 1370 MW ruimte te vinden is binnen de provinciegrenzen, dit is circa 25% van de nationale opgave. Hiervoor worden zoekgebieden in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland aangewezen en opgenomen in het Regioplan. De overige gebieden wil Flevoland vrijwaren van verdere ontwikkeling van windenergie door restricties op te leggen.
 
Met het vaststellen geven we helderheid aan onze gebiedspartners

Met het aanwijzen van ontwikkelgebieden en de uitwerking daarvan in het Regioplan en het uitsluiten van ontwikkelingen door middel van de partiële herziening wordt inzicht geboden in de beschikbare ruimte voor ontwikkeling van windenergie in Flevoland. Op deze wijze wordt het voor belanghebbenden helder waar nieuwe windmolens geplaatst kunnen worden waarbij voldaan wordt aan de uitgangspunten van opschalen en saneren. Overigens kan het Rijk de provincie binnen de huidige wetgeving altijd passeren. 
 
Passend binnen het huidige gemeentelijke beleid
Een partiële herziening sluit aan bij het vigerend beleid van de betreffende gemeenten.
Voor wat betreft de gemeente Noordoostpolder is, gelet op het vigerend bestemmingsplan “Landelijk Gebied 2004”, nieuwbouw van windmolens uitgesloten en hanteert de gemeente NOP voor bestaande windmolens een uitsterfbeleid. Hiermee is naar verwachting de kans op schadeclaims beperkt. De gemeente Noordoostpolder is bezig met het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor het landelijk gebied. Dit bestemmingsplan zal moeten voldoen aan het provinciale beleid van opschalen en saneren, en tevens zal worden ingespeeld op de onderhavige partiële herziening. De gemeente Urk kent wel bestemmingsplan Buitengebied, maar dit geeft geen  titel om windmolens te plaatsen.
 
Begrenzen opschalen en saneren
De praktijk wijst uit dat opschalen en saneren met name ook in fysiek opzicht moeizaam op gang komt. Het is van belang om met concentratiegebieden te werken waarbinnen dit beleid ingezet wordt. 
 
Al eerder is provincie Flevoland in de Rijksstructuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR 2011) aangewezen als zoekgebied voor grootschalige windparken. Hierbij valt te denken aan het project Zuidlob en Noordoostpolder. Zoals bekend worden deze parken momenteel ontwikkeld.

 

2. Plan-MER
Voor het Omgevingsplan 2006 is een Milieu effecten rapportage(MER) opgesteld. De onderhavige herziening is conserverend van aard. Derhalve behoeft hier geen plan-MER voor te worden opgesteld.
 
 

3. Relaties van de voorgenomen herziening met het Omgevingsplan 2006
In het Omgevingsplan is op pagina 155 opgenomen dat windmolens in heel Flevoland geplaatst kunnen worden, mits voldaan wordt aan de eisen van natuur, veiligheid, geluid en slagschaduw. In woongebieden die vallen onder de stedelijke gebieden (figuur 11 van het Omgevingsplan), de Oostvaardersplassen en gebieden met hoogtebeperkingen als gevolg van Luchthaven Lelystad en het zenderpark te Zeewolde is het niet mogelijk om windmolens te plaatsen.
 
In dit kader is om het essentiële element nr. 9 van belang. Dit element heeft het alleen over de mogelijkheid van nieuwe windmolens waarbij het principe van opschalen en saneren wordt toegepast. De voornoemde locaties zijn daarbij buiten beschouwing gelaten. Een essentieel element geeft het kader aan waarbinnen Gedeputeerde Staten mogen handelen. Afwijken van een essentieel element kan alleen als Provinciale Staten het Omgevingsplan herzien.
 
 

4. Landschaps- en economische aspecten
 
Landschap
In het Omgevingsplan (blz. 153) staat vermeld dat de provincie Flevoland ten aanzien van windmolens een verbetering van landschappelijke kwaliteit voorstaat door concentratie van molens op een beperkt aantal locaties.
Hieruit kan worden afgeleid dat het landschapselement een belang is dat er toe doet bij windmolens en ook aanleiding geeft tot beperking van het aantal locaties. De onderhavige herziening, het uitsluiten van de bouw van windmolens in deze gebieden, sluit daar op aan: conservering van de bestaande landschappelijke kwaliteiten.
Opgemerkt wordt dat de uit te sluiten buitendijkse gebieden Natura2000-gebieden zijn. De uitgangspunten van de partiële herziening sluiten goed aan bij de natuurdoelstellingen voor deze gebieden.
 
5.  Opmerkingen naar aanleiding kaartbeeld
Deze kaart beschrijft de ontwikkelingsmogelijkheden binnen Flevoland. De uitgangspunten voor ontwikkeling worden geconcretiseerd in het op te stellen regioplan.
 

6. Conclusie
Gelet op het voorgaande staan wij de vrijwaring van de gemeenten Noordoostpolder en Urk, Markermeer en IJmeer (zoals aangegeven op kaart 1) voor. Om deze beleidskeuze van kracht te laten worden zal het Omgevingsplan partieel moeten worden herzien met de volgende uitgangspunten:
- De grondgebieden van de gemeente Noordoostpolder en Urk, alsmede het Flevolandse deel van het het Markermeer en IJmeer en Drontense deel van het Ketelmeer zijn uitgesloten van het plaatsen van windmolens. Ruimte voor windmolens op land wordt gegeven in delen van Zuidelijk en Oostelijk Flevoland en het deel van het IJsselmeer voor de kust van Dronten en Lelystad tot aan de huidige vaargeul Amsterdam en Lemmer en een indicatieve zone langs de Houtribdijk.  
 

7. Uitkomsten van overleg en inspraak (zienswijzen)
Zie vaststellingsbesluit HB:nr. 1516246 d.d. 16 oktober 2013
 

8. Kaartmateriaal:
Zie kaart 120074