Plan: | Dorpen Menterwolde |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1987.BPDorpen2017-0401 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Dorpen Menterwolde met identificatienummer NL.IMRO.1987.BPDorpen2017-0401 van de gemeente Menterwolde;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een onderdeel van een hoofdgebouw dat door de vorm daarvan kan worden onderscheiden en dat door zijn ligging en/of in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
het verplaatsen van grond van een helling;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, houtteelt en/of door middel van het houden van dieren;
een op de verbeelding van het bestemmingsplan aangeduid aaneengesloten stuk grond waarop volgens de regels van een bestemmingsplan zelfstandige bij elkaar behorende bebouwing ten behoeve van een agrarisch bedrijf is toegestaan;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
één of meerdere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan aan de uitoefening van een bedrijf;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk en waarvan de omvang in activiteiten zodanig is, dat de activiteiten in een woning met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
een strook grond of water waaraan beperkingen kunnen worden opgelegd in verband met de veiligheid van ondergrondse en/of bovengrondse leidingen;
object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
het beroep en/of beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, mag worden uitgeoefend;
gebied, dat geen deel uitmaakt van het buitengebied, zoals vastgesteld door Provinciale Staten, op grond van de provinciale Omgevingsverordening;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
regelgeving zoals opgenomen in de Landbouwkwaliteitswet, het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, de Landbouwkwaliteitsregeling 2007 en in het bijzonder verordening (EG) 834/2007 en de bijbehorende bepalingen in verordening (EG) 889/2008 en verordening (EG) 1235/2008. Specifiek voor dierlijke productie is tevens de Wet dieren, het Besluit Diervoeders, de Regeling Diervoeders 2012, het Besluit Dierlijke producten en de Regeling Dierlijke producten 2012 van toepassing;
een opzichzelfstaand gebouw dat gelet op de bestemming en door zijn ligging en/of architectonische verschijningsvorm ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
een woonvorm, bestaande uit al dan niet zelfstandige wooneenheden met voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van één of meer huishoudens;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
gebied, dat deel uitmaakt van het buitengebied, zoals vastgesteld door Provinciale Staten, op grond van de provinciale Omgevingsverordening;
een demontabel bouwwerk, ten behoeve van recreatief verblijf, bestaande uit hout of kunststof en zonder vaste verankering in de grond;
de aan een bouwwerk en/of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de verschijningsvorm van dat bouwwerk en/of gebied;
een vorm van recreëren die zich beperkt tot één dag waarbij een overnachting niet is toegestaan, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld kamperen en dergelijke waarbij men zich voor meerdere dagen van huis begeeft;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling in de vorm van detailhandel in auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair en naar de aard daarmee gelijk te stellen artikelen;
het in beperkte mate als nevenactiviteit verkopen en/of leveren van goederen verband houdende met het aan huis of bedrijf gebonden beroep of bedrijf, alsmede van goederen die ter plaatse in het kader van het aan huis of bedrijf gebonden beroep of bedrijf zijn vervaardigd en dit vanuit een woning of een (agrarisch) bedrijf met bijbehorende gebouwen waarvan de woonfunctie respectievelijk oorspronkelijke bedrijfsfunctie in hoofdzaak behouden blijft;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten in de vorm van een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, adviesgevend bedrijf, alsmede schoonmaakbedrijven, wassalons, kappersbedrijven, schoonheidsinstituten, videotheken, reisbureaus, apotheken, galerieën, fotoateliers en daarmee naar de aard gelijk te stellen bedrijven, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
grondbewerking waarbij de grond dieper dan 30 cm beneden het maaiveld wordt opgenomen, gekeerd en verkruimeld;
het vlak of gelijk maken van de grond;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
een plan waarin met toepassing van de maatwerkmethode in overleg met het betrokken bedrijf de omvang, situering en ruimtelijke inrichting van het bouwpwerceel en de landschappelijke inpassing van de bebouwing en opslag- of andere voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, zijn vastgelegd;
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein, spoorweg of andere activiteiten;
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder en Activiteitenbesluit;
een langs de naar de weg gekeerde gevel als zodanig aangeduide lijn;
activiteiten die gericht zijn op het behoud van een bouwwerk waarbij vormgeving, detaillering en profilering niet wijzigen;
agrarisch bedrijf waarbij de teelt van gewassen in een kas plaatsvindt onder gecontroleerde omstandigheden;
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt en waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf;
een veiligheidsafstand bestaande uit een cirkel met een straal gelijk aan de masthoogte + 1/3 van de lengte van het rotorblad van een windturbine;
een niet-bedrijfsmatige paardenhouderij waar niet meer dan vijf paarden voor de hobby worden gehouden;
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een inrichting zonder, planologische, hoofdbestemming horeca, waar tegen betaling (kleine) eetwaren en/of dranken kunnen worden geconsumeerd en/of kan worden gelogeerd;
een horecabedrijf, waar in hoofdzaak maaltijden en/of logies worden verstrekt en waar doorgaans geen overlast voor het leefklimaat wordt veroorzaakt, zoals restaurants, hotels en pensions en een horecabedrijf dat vooral is gericht op het overdag en 's avonds verstrekken van in hoofdzaak alcoholvrije dranken en eenvoudige etenswaren, zoals ijssalons, croissanterieën, lunchrooms en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, met uitzondering van coffeeshops;
een horecabedrijf, waar meestal in hoofdzaak alcoholische dranken worden verstrekt, en/of waarvan de exploitatie doorgaans overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals cafés, bars, snackbars en cafetaria's, met uitzondering van coffeeshops;
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan;
huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning;
agrarische bedrijfsvoering, zelfstandig of als neventak, gericht op het geheel of nagenoeg geheel in gebouwen houden van varkens, pluimvee, vleeskalveren en vleesstieren, alsmede pelsdieren, met uitzondering van het biologisch houden van dieren overeenkomstig de geldende biologische regelgeving en met uitzondering van het houden van leghennen volgens het 'vrije-uitloopsysteem';
een vorm van detailhandel, waarbij het bedrijf uitsluitend goederen aan particulieren verhandelt door middel van contact met die particulieren, dat alleen verloopt via e-mail, fax, internet, post of telefoon, waardoor er geen handelswaren op het bedrijf worden aangeprezen en geen klanten op het bedrijf worden ontvangen behoudens een beperkte afhaalmogelijkheid en waarbij het bedrijfspand en/of de woning niet de uitstraling heeft van een winkelpand, geen toonbank heeft en de goederen niet uitstalt ten verkoop en daarmee een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de bedrijvenfunctie (aan huis), zijnde een magazijn en/of de opslag van goederen;
ruimte(n) in een (deel van een) gebouw die geschikt is voor of geschikt te maken is voor (nacht)verblijf, niet vallende onder het begrip logiesverblijf als bedoeld in het Bouwbesluit en niet zijnde een zelfstandige woonruimte als bedoeld in de Huisvestingswet, ongeacht de duur van het verblijf en al dan niet tegen betaling;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een afgeschermd terrein van beperkte omvang waarop één tot ten hoogste drie kampeermiddelen voor een familie of een bij elkaar horende groep personen kunnen worden geplaatst;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie;
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 20° en minder dan 70°;
gebouwen die kunnen worden beschouwd als een onderdeel van het cultureel erfgoed vanwege hun cultuurhistorische waarde, architectonische- en/of kunsthistorische waarde, situationele- en/of ensemblewaarde, gaafheid en/of herkenbaarheid of zeldzaamheid;
de bestaande maatvoering, die bepaald wordt door de goothoogte, dakhelling, nokhoogte, nokrichting en oppervlak
gebouw, niet zijnde een tunnelkas, waarvan de constructie bestaat uit hout, metaal of anderszins en dat afgedekt is met glas of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal;
een solitair gebouw, geplaatst in de openbare ruimte, van beperkte omvang welke voor consumptie- en/of detailhandelsdoeleinden mag worden gebruikt;
een windturbine voor het opwekken van elektrisch of thermisch vermogen uit wind, met een ashoogte van maximaal 15 meter;
windturbines met twee, drie of meer wieken bevestigd aan een horizontale as (Horizontale As Turbines; HAT-type), evenwijdig aan de richting van de wind, waarbij de wieken loodrecht op de richting van de wind staan;
windturbines met de as loodrecht op de richting van de wind (Verticale As Turbines; VAT-type), waarbij de wieken/bladen evenwijdig aan de as zijn bevestigd. Deze turbines vangen de wind die loodrecht op de wieken komt, ongeacht de richting. Bijzondere horizontale as-turbines zonder wieken vallen hier ook onder;
object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder l, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
de aan een gebied toekende waarde, gekenmerkt door het visueel waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van levende en niet-levende natuur;
de bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft,met dien verstande dat daar waar sprake is van een hellend of ongelijk maaiveld onder het 'aangrenzende maaiveld' wordt verstaan het maaiveld dat grenst aan de voorgevel van een gebouw;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen, sportvoorzieningen en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
methode van overleg via keukentafelgesprekken met als doel op bedrijfsniveau overeenstemming te bereiken over de omvang, situering en inrichting van het bouwperceel;
paardenhouderij die is gericht op het bieden van paardrijmogelijkheden (inclusief instructie) aan derden, al dan niet in combinatie met stallingsruimte voor paarden van derden en al dan niet met een horecavoorziening die is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van het manegebedrijf;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
een aarden put bekleed met folie die geheel of gedeeltelijk is ingegraven en wordt omgeven door een grondwal ten behoeve van de opslag van drijfmest;
een constructie van beton, hout of staal bekleed met folie of beton, dan wel een gemetselde constructie die geheel of gedeeltelijk is ingegraven ten behoeve van de opslag van mest. Onder een mestsilo wordt niet begrepen een mestkelder, zijnde een volledig ondergrondse bak, die is gecombineerd met een gebouw;
installatie voor het produceren van duurzame energie door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen, inclusief installaties voor opslag en bewerking van het biogas, en voor-, tussen- en naopslag van mest;
het vergisten van uitsluitend dierlijke mest met een verwerkingscapaciteit van ten hoogste 25.000 m3 mest per jaar (zoals bedoeld in artikel 3.129c van het Activiteitenbesluit);
biotische en abiotische waarden van een gebied;
aan de hoofdactiviteit ondergeschikte activiteiten die niet rechtstreeks de uitoefening van de agrarische bedrijfsvoering betreffen;
gebruik dat gelet op de betemming noodzakelijk is voor een goede agrarische bedrijfsvoering en agrarisch gebruik van de gronden;
objecten zoals basisscholen en scholen voor bijzonder onderwijs, zorginstellingen, verzorgings-, verpleeg- en ziekenhuizen, kinderdagopvang, aanleunwonngen bij zorginstellingen, sociale werkplaatsen, cellencomplexen of daarmee geljk te stellen inrichtingen;
er is sprake van ondersteunende dan wel ondergeschikte horeca wanneer men in een inrichting die geen (planologische) hoofdbestemming horeca heeft, (kleine) eetwaren en/of dranken kan consumeren en/of kan logeren en men daarvoor moet betalen;
een verblijfsruimte die door de aard van de inrichting en gebruik, het privé-domein is van een bewoner die daarbij is aangewezen op het gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid , onder b van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
door het verzetten van grond een oppervlak de gewenste mate van ophoging geven;
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, dat is ingericht voor het africhten en/of trainen van paarden en/of pony's;
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning die (tevens) door derden mag worden bewoond en die niet wordt beschermd tegen de milieugevolgen van het bijbehorende agrarische bedrijf; de bedrijfswoning blijft juridisch-planologisch deel uitmaken van het agrarisch bedrijf;
grondgebonden paardenhouderij die is gericht op het fokken van paarden en het bieden van leefruimte aan opgroeiende paarden, eventueel in combinatie met (en daaraan ondergeschikte) trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden;
een inrichting, waarvoor ofwel op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, ofwel op grond van het Vuurwerkbesluit vanwege de verwerking of opslag van verpakt of onverpakt professioneel vuurwerk, al dan niet in samenhang met consumentenvuurwerk, een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten, dan wel andere inrichtingen die veiligheidsafstanden hebben die buiten het terrein van de betreffende inrichting liggen en die in acht moeten worden gehouden bij de oprichting van (beperkt) kwetsbare objecten evenals zijnde geprojecteerd;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een onafgedekte constructie van beton, dan wel een gemetselde constructie ten behoeve van de opslag van kuilvoer;
een caravan die als een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf dient te worden aangemerkt;
een grootschalig detailhandelsbedrijf, veelal onderdeel van een supermarktketen, met een grote verscheidenheid aan levensmiddelen.
een opslagplaats voor stort- of bulkgoederen in de vorm van poeders of korrelvormige producten zoals graan en veevoer;
een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf van eenvoudige (houten) constructie met slaap- en kookgelegenheid, maar zonder verwarming of sanitaire voorzieningen, dat dienst doet in plaats van een zelf meegenomen tent of caravan;
recreatief verblijf, waarbij overnacht wordt in kampeermiddelen, recreatiewoningen, appartementen en/of recreatieverblijfen, waarbij hoofdverblijf elders wordt gehouden;
verblijfsrecreatieterrein, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd om daarop gedurende de periode tussen 15 maart en 31 oktober van elk jaar gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van ten hoogste 15 kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, hieronder niet begrepen stacaravans;
duurzaam agrarisch bedrijf waarvan het aannemelijk is dat het aan ten minste één arbeidskracht volledige werkgelegenheid biedt of op termjin zal bieden;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een gebouw met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel(s);
denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan;
de bij een bestemmingplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
gebouwen die blijvend zijn of worden onttrokken aan het gebruik waarvoor ze oorspronkelijk zijn opgericht en/of bestemd;
door wind aangedreven molen die wordt gebruikt voor de productie van elektriciteit;
het verblijf houden of gehuisvest zijn in een woning;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw dat meerdere naast elkaar gelegen en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat met één of meer gemeenschappelijke toegangen en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd;
een woonruimte die een eigen toegang heeft en die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;
een zorgfunctie als neven- of hoofdtak waarbij de sociaal-medische opvang van personen, al dan niet in de vorm van het ter plaatse woonachtig zijn, wordt gecombineerd met agrarische activiteiten, in die zin dat de personen behulpzaam zijn bij de agrarische of natuurbeherende activiteiten;
een complex van ruimten, bedoeld voor een specifieke doelgroep die zorg behoeft.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel;
de hoogte gemeten vanaf het middelpunt van de as van de wieken tot aan het aansluitende afgewerkte terrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein gemeten wordt vanaf het niveau van het afgewerkte terrein dat direct aansluit op de dichtstbijzijnde weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994.
de afstand tussen de uiterste punt van een wiek en de naaf;
de som van de mastlengte en de afstand vanaf de rotor tot aan het bovenste verticaal staande rotorblad;
de som van de mastlengte en de rotorhoogte;
de diameter van de cirkel die door de tip (het uiteinde) van een rotorblad (wiek) wordt beschreven.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als:
buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de bouwgrens of bestemmingsgrens bedraagt.
De voor ‘Afsluiterlocatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste van de bestemming staan.
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de goot- en bouwhoogte bedraagt niet meer dan 4 m.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
in de bestemming is voorts begrepen:
in de bestemming zijn niet begrepen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Voor het gebruiken van gebouwen ten behoeve van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder elk geval wordt begrepen:
In afwijking van het bepaalde in sub a wordt niet tot een strijdig gebruik gerekend het gebruik van gronden, gebouwen en/of overkappingen waarbij een toename plaatsvindt van de stikstofemissie als gevolg van een wijziging van dieraantallen, diersoorten en/of andere stalsystemen vanaf het betreffende agrarische bedrijf of de betreffende gronden, indien:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 en 4.5 ten behoeve van:
Na het toestaan van de afwijking blijft de bestemming Agrarisch en wordt de woning aangeduid als 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning'. De bouwregels van lid 4.2.1 blijven van toepassing, met dien verstande dat de bouw van een nieuwe bedrijfswoning ten behoeve van het agrarisch bedrijf niet is toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het vergroten van een bouwvlak van een grondgebonden agrarisch bedrijf tot respectievelijk ten hoogste 1 ha (ter plaatse van de in de Nota Agrarische bouwblokken en landschap benoemde 'rode' gebieden) en 1,5 ha (ter plaatse van de in de Nota Agrarische bouwblokken en landschap benoemde 'gele' gebieden), met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouder kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden de aanduiding 'intensieve veehouderij' wordt ontnomen.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan, voor zover het vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen met bijbehorende erven betreft, wijzigen:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het gebied ter plaatse van de aanduiding ‘Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1’ wijzigen in de bestemming Woongebied met dien verstande dat:
De wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' vervalt 2 jaar na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, indien er op dat moment geen concreet wijzigingsplan met onderbouwing bij het college van burgemeester en wethouders is ingediend.
Bij de voorbereiding van de in lid 4.8.1 tot en met lid 4.8.4 bedoelde wijzigingsbevoegdheden zal rekening worden gehouden met:
De voor 'Agrarisch - Kwekerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
in de bestemming is voorts begrepen:
in de bestemming zijn niet begrepen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Voor het gebruiken van gebouwen ten behoeve van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder elk geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 en 5.5 ten behoeve van:
Aan de omgevingsvergunning kunnen voorschriften kunnen worden verbonden ten aanzien van de termijn waarvoor de vergunning geldt en het maximum aantal bewoners van het kamerverhuurpand.
Na het toestaan van de afwijking blijft de bestemming Agrarisch - Kwekerij en wordt de woning aangeduid als 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning'. De bouwregels van lid 5.2.1 blijven van toepassing, met dien verstande dat de bouw van een nieuwe bedrijfswoning ten behoeve van de kwekerij niet is toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan, voor zover het vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen met bijbehorende erven betreft, wijzigen:
met dien verstande dat:
Bij de voorbereiding van de in lid 5.7.1 bedoelde wijzigingsbevoegdheid zal rekening worden gehouden met:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met dien verstande dat:
Binnen de bestemming zijn paden, sierbestrating en overige verharding inbegrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
In de bestemming zijn niet begrepen: inrichtingen bedoeld in artikel 40 juncto artikel 1 van de Wet geluidhinder en risicovolle inrichtingen, met uitzondering van de in lid 6.1 genoemde bedrijven.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.5 ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Woongebied met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijf - Openbaar nut' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen de bestemming zijn speelplaatsen en paden begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
Binnen de bestemming zijn paden, sierbestrating en overige verharding inbegrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van detailhandel, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, galerie en museum, horeca en bedrijven gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen voor zover deze niet voldoen aan het bepaalde in lid 9.2.2, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van de woonfunctie gelden de volgende regels:
met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 80% van de oppervlakte van het hoofdgebouw en met dien verstande dat niet meer dan 50% van een bouwperceel, dan wel niet meer dan het bestaande percentage indien dat meer is, wordt bebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het gebruik van de gebouwen voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.5 ten behoeve van:
Aan de omgevingsvergunning kunnen voorschriften kunnen worden verbonden ten aanzien van de termijn waarvoor de vergunning geldt en het maximum aantal bewoners van het kamerverhuurpand.
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen de bestemming zijn speelplaatsen, paden, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen de bestemming zijn speelplaatsen, paden, sierbestrating en overige verharding inbegrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Centrum', mits:
Bij de voorbereiding van de in lid 11.4.1 bedoelde wijzigingsbevoegdheid zal rekening worden gehouden met:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen de bestemming zijn speelplaatsen, paden, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgend regel:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen de bestemming zijn speelplaatsen, paden, sierbestrating en overige verharding inbegrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het gebruik van de gebouwen voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
de voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen de bestemming zijn paden, speelvoorzieningen, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het gebruik van de gebouwen voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In de bestemming zijn paden, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het gebruik van de gebouwen voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘zorgboerderij’ wijzigen ten behoeve van het verplaatsen en/of vergroten van een bouwvlak met inbegrip van de vereisten omtrent de begrenzing van het buitengebied zoals omschreven in de provinciale verordening, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het gebied ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' wijzigen in de bestemming Woongebied ten behoeve van de bouw van woningen, met dien verstande dat:
De wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' vervalt 2 jaar na de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, indien er op dat moment geen concreet wijzigingsplan met onderbouwing bij het college van burgemeester en wethouders is ingediend.
Bij de voorbereiding van de in lid 15.7.1 en lid 15.7.2 bedoelde wijzigingsbevoegdheden zal rekening worden gehouden met:
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In de bestemming zijn paden, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m.
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
De voor ’Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen de bestemming zijn speelplaatsen en paden begrepen. Onder ‘water’ is tevens de berging van water begrepen.
Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 17.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien indien hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan:
Het in lid 17.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In de bestemming zijn paden, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder binnen- en buitensportvoorzieningen worden mede verstaan voorzieningen zoals was- en kleedruimten, kantine, bergings- en stallingsruimten en verenigingsgebouwen.
Binnen de bestemming zijn speelplaatsen, paden, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor het gebruiken van gebouwen ten behoeve van beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met dien verstande dat:
Binnen de bestemming zijn paden, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte, anders dan voor bouwwerken rechtstreeks ten dienste van geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, niet meer dan 3 m bedraagt.
De brug ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' is aangewezen als rijksmonument.
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
De voor ‘Verkeer - Railverkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen de bestemming zijn tevens kunstwerken, bruggen, dammen, voorzieningen ten behoeve van de scheepvaart, oeverstroken en groenvoorzieningen begrepen.
In de bestemming zijn geen ligplaatsen voor woonschepen begrepen.
Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan bouwwerken rechtstreeks ten dienste van het afmeren, geleiding en regeling van het vaarverkeer is niet toegestaan.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
De voor ‘Water - Karakteristieke waterloop’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat het beloop en het profiel van de waterlopen, almede de laagten die vanuit de natuurlijke oorsprong met de waterlopen samenhangen of hebben samengehangen, worden gehandhaafd en de herkenbare verkaveling zichtbaar blijft.
Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan bouwwerken rechtstreeks ten dienste van de bestemming is niet toegestaan.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 24.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:
Het in lid 24.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
al dan niet in combinatie met:
Binnen de bestemming zijn paden, speelvoorzieningen, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen voor zover deze niet voldoen aan het bepaalde in lid 25.2.1, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van wonen gelden de volgende regels:
met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 80% van de oppervlakte van het hoofdgebouw en met dien verstande dat niet meer dan 50% van een bouwperceel, dan wel niet meer dan het bestaande percentage indien dat meer is, wordt bebouwd;
met dien verstande dat voor woningen, die zijn gelegen binnen het door Provinciale Staten vastgesteld buitengebied, zoals bedoeld in artikel 2.13.8 van de Omgevingsverordening provincie Groningen, geldt dat de gezamenlijke oppervlakte van hoofd- en bijgebouwen niet meer bedraagt dan 300 m2, dan wel de bestaande oppervlakte.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van hobbymatige paardenhouderijen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenhouderij, bestaand gebruik, bestaande oppervlakte', gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
met dien verstande dat:
de bepalingen in artikel 25.4 sub a tot en met f en sub h niet van toepassing zijn op de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - voormalige agrarische bedrijfsgebouwen'.
Het gebruik als genoemd in lid 25.1 onder i tot en met s mag niet meer dan 50% van het vloeroppervlak van gebouwen bedragen.
Het gebruik van de gebouwen voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.5 ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in die zin dat de aanduiding 'paardenhouderij' wordt toegevoegd aan (een deel) van het bouwperceel voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van een hobbymatige paardenhouderij bij een woning, mits:
Bij de voorbereiding van de in lid 25.8.1 bedoelde wijzigingsbevoegdheid zal rekening worden gehouden met:
De voor 'Woongebied - Borgenland' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen de bestemming zijn paden, speelvoorzieningen, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Met de realisering van bebouwing dienen de stedenbouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden, zo ook de beeldkwaliteitseisen, zoals verwoord in de 'Ruimtelijke onderbouwing, ex artikel 19 lid 1 WRO Woningbouw Borgenland, Muntendam' in acht te worden genomen. Deze is als Bijlage 5 Beeldkwaliteitsplan Borgenland bij de regels gevoegd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen voor zover deze niet voldoen aan het bepaalde in lid 26.2.2, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van wonen gelden de volgende regels:
met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 80% van de oppervlakte van het hoofdgebouw en met dien verstande dat niet meer dan 50% van een bouwperceel, dan wel niet meer dan het bestaande percentage indien dat meer is, wordt bebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het gebruik van de gebouwen voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.5 ten behoeve van:
De voor 'Woongebied - Burgemeester Venemastraat' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen de bestemming zijn paden, speelvoorzieningen, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Bij de realisatie van de bestemming wordt mede uitgegaan van de stedenbouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden die zijn opgenomen in het document 'Nieuwe Lintbebouwing langs de Burgemeester Venemastraat', d.d. 6 juli 2009, dat als Bijlage 6 Beeldkwaliteitsplan Burgem. Venemastraat bij de regels is gevoegd..
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen voor zover deze niet voldoen aan het bepaalde in lid 27.2.2, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van wonen gelden de volgende regels:
met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 80% van de oppervlakte van het hoofdgebouw en met dien verstande dat niet meer dan 50% van een bouwperceel, dan wel niet meer dan het bestaande percentage indien dat meer is, wordt bebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het gebruik van de gebouwen voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.5 ten behoeve van:
De voor 'Woongebied - Tolweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Binnen de bestemming zijn paden, speelvoorzieningen, sierbestrating en overige verhardingen begrepen. Onder 'water' is tevens de berging van water begrepen.
Bij de realisatie van de bestemming wordt mede uitgegaan van het vastgestelde beleid met betrekking tot de beeldkwaliteit en de inrichting van de openbare ruimte, zie hiervoor het beeldkwaliteitsplan dat als Bijlage 7 Beeldkwaliteitsplan Tolweg Muntendam (deel 1) en Bijlage 8 Beeldkwaliteitsplan Tolweg Muntendam (deel 2) bij de regels is gevoegd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen voor zover deze niet voldoen aan het bepaalde in lid 28.2.2, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van wonen gelden de volgende regels:
met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 80% van de oppervlakte van het hoofdgebouw en met dien verstande dat niet meer dan 50% van een bouwperceel, dan wel niet meer dan het bestaande percentage indien dat meer is, wordt bebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het gebruik van de gebouwen voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.5 ten behoeve van:
De voor 'Leiding - Buisleiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van de bestemming ‘Leiding - Buisleiding’ voor de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsverguning afwijiken van het bepaalde in lid 29.2, in die zin dat er gebouwen en andere bouwwerken in de andere daar voorkomende bestemming(en) worden gebouwd, mits het geen kwetsbaar object betreft en de belangen van de leiding niet worden geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 29.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 29.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag tijdig schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van de bestemming ‘Leiding - Gas’ voor de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) mits het geen kwetsbaar object betreft en de belangen van de leiding niet worden geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 30.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 30.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag tijdig schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van de bestemming ‘Leiding - Hoogspanning’ voor de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsleiding niet worden geschaad en de leidingbeheerder in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen. Indien door de bouw, de situering, dan wel de hoogte van een bouwwerk schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betrokken leiding, wordt geen afwijking verleend.
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 31.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 31.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te belissen, wint het bevoegd gezag tijdig schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van de bestemming ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ voor de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsleiding niet worden geschaad en de leidingbeheerder in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen. Indien door de bouw, de situering, dan wel de hoogte van een bouwwerk schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betrokken leiding, wordt geen afwijking verleend.
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 32.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 32.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te belissen, wint het bevoegd gezag tijdig schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Leiding - Persleiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van de bestemming ‘Leiding - Persleiding’ voor de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) mits de belangen van de leiding niet worden geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 33.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in lid 33.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag tijdig schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in de andere voorkomende bestemming(en), gelden voor het bouwen de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 34.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 34.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden als bedoeld in lid 34.3.3 sub c wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
De voor 'Waarde - Grootschalig open lanschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de landschappelijke openheid.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in elk geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 35.3.1 wordt slechts verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in lid 35.1 omschreven waarden.
Voorzover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.
Het verbod als bedoeld in lid 35.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De voor 'Waarde - Landschap en cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de opbouw, het behoud en het herstel van landschappelijke en cultuurhistorische waarden, met inbegrip van de wegbeplanting en de daarmee samenhangende slingertuinen.
Bij de beoordeling van verzoeken om een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- en gebruiksregels en wijzigingen dienen de hieronder beschreven specifieke ruimtelijke kenmerken van het gebied in acht te worden genomen. Deze dienen tevens als referentiekader bij het stellen van nadere eisen en bij de inrichting van de openbare ruimte.
De aanwijzing van een deel van Noordbroek als gebied voor de opbouw, het behoud en het herstel van landschappelijke en cultuurhistorische waarden is gericht op bescherming van de historische wegenstructuur, de grotendeels historische bebouwing, de waardevolle groenstructuur en, in samenhang hiermee, de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten van de nederzetting.
Noordbroek kan worden getypeerd als een agrarisch, landelijk dorp. De karakteristieken van de hoofdoriëntatieas in het dorp, de Noorder-, Hoofd- en Zuiderstraat, dienen te worden behouden. Dit betreft de lintbebouwing, de monumentale bomen langs de weg en in de particuliere tuinen, de open groene plekken en de vergezichten op het open land.
Een verdere verdichting van het lint met nieuwe woningen past niet binnen deze lijn. Eventuele vervangende nieuwbouw zal voornamelijk binnen de hoofdvorm van het bestaande gebouw moeten plaatsvinden, voorzover de woningen als 'karakteristiek' zijn aangeduid.
De open groene plekken in het dorp bepalen mede het karakter van Noordbroek. Deze plekken dienen daarom onbebouwd te blijven. Hiertoe worden de doorzichten in het lint, de groenstroken in de wijken en het groen van de Grachtlaan gerekend.
De aanwijzing van een deel van Zuidbroek als gebied voor de opbouw, het behoud en het herstel van landschappelijke en cultuurhistorische waarden is gericht op bescherming van de historische wegenstructuur, de beeldbepalende bebouwing, de waardevolle groenstructuur en, in samenhang hiermee, de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten van de nederzetting.
De karakteristieken van de hoofdoriëntatie-as in het dorp, de weg Uiterburen en Kerkstraat, dienen te worden behouden. Dit betreft de lintbebouwing, de monumentale bomen langs de weg en in de particuliere tuinen, de slingertuinen en de door-zichten naar het achterliggende gebied.
Een verdere verdichting van het lint met nieuwe woningen past niet binnen deze lijn. Eventuele vervangende nieuwbouw zal voornamelijk binnen de hoofdvorm van de het bestaande gebouw moeten plaatsvinden, voor zover de woningen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zijn weergegeven. Gestreefd dient te worden naar het behoud van de beplanting, het voorkomen van onnodige kap en het verplichten van herplant.
De gronden zijn bestemd voor het behoud en/of herstel van de landschappelijke openheid. Tevens zijn de gronden bestemd voor extensieve dagrecreatieve activiteiten zoals wandelen en fietsen en het gebruik als schapen- of ponyweide en vergelijkbare hobby's in de agrarische sfeer.
Het historisch bebouwingslint langs de Tussenklappen bestaat naast de historische bebouwing tevens uit beeldbepalende bomen en de daarmee samenhangende slingertuinen.
De aanwijzing van een deel van Meeden als gebied voor de opbouw, het behoud en het herstel van landschappelijke en cultuurhistorische waarden is gericht op bescherming van de historische wegenstructuur, de beeldbepalende bebouwing, de waardevolle groenstructuur en, in samenhang hiermee, de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten van de nederzetting.
Meeden kan worden getypeerd als een landelijk wegdorp. De karakteristieken van de hoofdoriëntatie-as in het dorp, de Hereweg, dienen te worden behouden. Dit betreft de lintbebouwing, de monumentale bomen langs de weg en in de particuliere tuinen en de doorzichten naar het achterliggende gebied. Vooral de doorzichten naar het noorden zijn karakteristiek.
Een verdere verdichting van het lint met nieuwe woningen past niet binnen deze lijn. Eventuele vervangende nieuwbouw zal voornamelijk binnen de hoofdvorm van de het bestaande gebouw moeten plaatsvinden, voor zover de woningen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zijn weergegeven.
De slingertuinen voor de boerderijen bepalen mede het karakter van Meeden. Deze plekken dienen daarom, net als de overige open groene plekken, onbebouwd te blijven. Hiertoe worden ook de doorzichten in het lint, de groenstroken in de wijken en de bosstroken in het noorden en zuiden van dorp.
Burgemeester en wethouders zijn, indien hierdoor kan worden voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan de specifieke ruimtelijke kenmerken en waarden van het betreffende gebied, bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Binnen het in lid 36.1 omschreven gebied is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 36.3.1 wordt uitsluitend verleend indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke structuur en samenhang van het gebied aangewezen voor de opbouw, het behoud en het herstel van landschappelijke en cultuurhistorische waarden, zoals omschreven in lid 36.1.
Het in lid 36.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag bebouwing te slopen.
Bij de beslissing door het bevoegd gezag omtrent de verlening van een omgevingsvergunning wordt het toetsingscriterium in acht genomen dat door het slopen, dan wel door de hiervan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de dorpskarakteristiek, waarvan de kenmerkende elementen zijn beschreven in lid 36.1, niet onevenredig wordt aangetast in verhouding tot de mate waarin andere belangen met het slopen worden gediend.
In het geval dat de bebouwing tevens een aanduiding 'karakteristiek' heeft dan gaan de bepalingen waarin de omgevingsvergunning voor het slopen op grond van de enkelbestemming voor.
De voor 'Waarde - Reliëf' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van het reliëf van glaciale ruggen en dekzandruggen.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in elk geval gerekend:
Het college van burgemeester kan afwijken van het bepaalde in lid 37.2 sub a voor het afgraven, egaliseren en afschuiven van glaciale ruggen, indien de uitvoering van de werkzaamheden niet leidt tot aantasting van de herkenbaarheid van de glaciale rug.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 37.4.1 wordt slechts verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in lid 37.1 omschreven waarden.
Voorzover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.
Het verbod als bedoeld in lid 37.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor het waterbeheer en de waterkering.
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van het waterbeheer en de waterkering, alsmede bouwwerken die bestaan ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:
ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden van het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria, mits:
Voor de bouwonderdelen van gebouwen of bouwwerken, niet zijnde vergunningvrije bouwwerken als bedoeld in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, die niet zijn genoemd in de regels van dit bestemmingsplan, zoals onder andere dakkapellen, is het welstandsbeleid van de gemeente Menterwolde bepalend voor de wijze waarop deze kunnen worden gebouwd.
Voor na 14 december 1994 vrijgekomen en vrijkomende (voormalige agrarische) gebouwen in het buitengebied gelden de volgende bouwregels:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvind van:
bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 40.2.1 voor:
Het bestemmingsplan verzet zich tegen:
Het bestemmingsplan verzet zich niet tegen het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening waarvoor op basis van deze verordening een evenementenvergunning kan worden verleend.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘geluidzone - industrie’ de volgende aanvullende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding ‘geluidzone - industrie’ ter plaatse wordt verwijderd, mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - karakteristieke laagte' zijn de gronden aangewezen voor bescherming van de laagte die vanuit de natuurlijke oorsprong met een waterloop samenhangt of heeft samengehangen.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, gelden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - bevi’ de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken voor kwetsbare objecten, met uitzondering van het bestaande gebruik.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, gelden op of in de gronden ter plaatse de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden de volgende aanvullende regels:
De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan:
Het voorgaande is niet van toepassing op bestaande gebouwen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de hoogte van de bebouwing teneinde aantasting van de vrije windvang en het zicht op de molen te voorkomen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde n lid 42.6.1 voor een hogere bouwhoogte, uitsluitend indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de molen als werktuig en beeldbepalend element. Voordat de omgevingsvergunning wordt verleend, wordt het advies van de beheerder van de molen ingewonnen.
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de molen als werktuig en beeldbepalend element.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan ten behoeve van het tijdelijk plaatsen en het gebruik van een vrijstaande unit voor de huisvesting in verband met mantelzorg, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan en het oprichten van kleinschalige windturbines toestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan en ondersteunende en ondergeschikte vormen van horeca buiten het centrumgebied toestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van:
Deze regels kunnen worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Dorpen Menterwolde'.