Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401 |
Menterwolde wordt vanouds gekenmerkt door de aanwezigheid van een sterke agrarische sector, met sterke bedrijven die tot de landelijke koplopers behoren. De landbouw is vooral grondgebonden en bestaat zowel uit akkerbouwbedrijven en melkrundveehouderijbedrijven. Menterwolde is aldus een echte landbouwgemeente en wil dat ook de komende jaren blijven.
Er zijn in het buitengebied goede vooruitzichten voor de grondgebonden vormen van landbouw. De gemeente wil voor de bestaande agrarische ondernemers in het buitengebied (in planologische zin) maximale ontwikkelingsruimte bieden. De nadruk ligt daarbij op schaalvergroting. Eén en ander binnen de mogelijkheden die het provinciaal beleid biedt. Ook voor verbreding worden (in planologische zin) mogelijkheden geboden. Hier zal naar verwachting minder gebruikt van worden gemaakt, gelet op bescheiden ontwikkelingen tot dusver. Schaalvergroting. waarbij het bouwvlak meer bedraagt dan 1 ha, wordt gekoppeld aan voorwaarden ten aanzien van landschappelijke inpassing. Verder is hier de zogenaamde maatwerkbenadering (“keukentafelgesprek”) van toepassing. De praktijk van de afgelopen jaren leert dat dat goed mogelijk is. In goed overleg met de betrokken landbouwer, de provincie en de gemeente wordt een landschappelijk inpassingsplan opgesteld. Vaak ook wordt het waterschap daarbij betrokken om te kijken of er maatregelen nodig zijn vanuit oogpunt van een goede waterhuishouding.
In het kader van duurzaamheid wil de gemeente mogelijkheden bieden voor landbouwers om over te gaan tot de aanplant van energiegewassen (zoals wilg). In het buitengebied zijn er kansen voor de combinatie van landschapsonderhoud, agrarische natuurelementen, de teelt van energiegewassen en de opwekking van duurzame energie.
Het buitengebied van Menterwolde is daarnaast te typeren als een sterk akkerbouwgebied. Er is weinig sprake van 'vergroening' (de omzetting van akkerbouwbedrijven naar melkveehouderij). Het aandeel intensieve veehouderij is beperkt. Ten westen van Zuidbroek bevindt zich een glastuinbouwgebied. Deze locatie maakt deel uit van een glastuinbouwzone tussen Sappemeer en Zuidbroek. De ontwikkelingen in de glastuinbouw richten zich vooral op herstructurering binnen het bestaande glastuinbouwgebied. Van (grootschalige) uitbreiding is geen sprake.
Op basis van gegevens van het CBS (landbouwtellingen) kan de ontwikkeling van het aantal agrarische bedrijven en dieren in beeld worden gebracht (zie onderstaande tabel). In de tabel wordt de situatie van 2000 vergeleken met die van 2012. Ook geeft de tabel aan welke aantallen dieren en bedrijven kunnen worden verwacht, wanneer deze trends doorzetten.
dier categorie |
aantal bedrijfstakken | aantal dieren | ||||||
2000 | 2012 | Jaarlijkse trend (%) | Verwacht aantal 2023 |
2000 | 2012 | Jaarlijkse trend (%) | Verwacht aantal 2023 | |
Rundvee | 29 | 23 | -2 | 18 | 4.594 | 5.091 | +1 | 5.680 |
Schapen | 11 | 11 | 0 | 11 | 617 | 1.079 | +5,2 | 1.884 |
Geiten | 2 | 4 | +6,5 | 8 | 4 | 183 | x | 183 |
Paarden en pony's | 24 | 16 | -3,5 | 11 | 80 | 146 | +5,6 | 266 |
Varkens | 9 | 7 | -2 | 6 | 6.370 | 9.482 | +3,7 | 14.141 |
Kippen | 10 | 6 | -4,5 | 4 | 233.350 | 231.977 | 0 | 231.977 |
Eenden | 1 | 0 | -10 | 0 | 20.000 | 0 | -10 | 0 |
Tabel: Aantal bedrijfstakken en aantal dieren (Bron: CBS)
Op basis van de bovenstaande tabel kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
Ontwikkeling
Onder invloed van diverse factoren, waaronder het Europees beleid, de economie en de omgeving, vinden belangrijke ontwikkelingen in de landbouw plaats. Statistieken geven duidelijk aan dat de inkomens in de landbouw regelmatig onder druk staan, waarbij overigens de verschillen per sector en per jaar soms groot zijn. In het kort kunnen de ontwikkelingen als volgt worden gekarakteriseerd.
De afgelopen jaren is het aantal landbouwbedrijven afgenomen. Ook de komende jaren zal naar verwachting het aantal landbouwbedrijven afnemen. Ook in de gemeente Menterwolde heeft een afname van het aantal landbouwbedrijven plaatsgevonden. Deze afname is het sterkst te zien bij de akkerbouwbedrijven en valt met name toe te schrijven aan de schaalvergroting en in een aantal gevallen aan omschakeling naar veehouderij.
Overigens blijkt niet alleen een te geringe omvang van een bedrijf een reden tot het beëindigen van de bedrijfsvoering. Een andere oorzaak kan zijn dat een bedrijf op de huidige locatie geen mogelijkheid heeft tot uitbreiding als gevolg van verschillende omgevingsaspecten. Parallel aan de afname van het aantal bedrijven zijn de overblijvende agrarische bedrijven genoodzaakt om de bedrijfsomvang te vergroten. Dit gebeurt in de eerste plaats letterlijk, door gronden van stoppende bedrijven over te nemen. Daardoor kan een toenemende gronddruk ontstaan, maar door het beperkt vrijkomen van gronden, is er een lage grondmobiliteit. Een deel van de bedrijven zoekt de toekomstige ontwikkeling echter in het toevoegen van nieuwe elementen aan het agrarisch bedrijf.
De komende jaren zal er steeds meer een verdeling in de landbouwbedrijven ontstaan:
Verwacht mag worden dat er per saldo een vermindering van het aantal bedrijven zal optreden. Ondanks alle veranderingen zal de landbouw in de komende decennia van groot belang blijven voor de gemeente. Het is daarom belangrijk dat de landbouw de mogelijkheden en de ruimte krijgt voor nieuwe ontwikkelingen, waarbij uiteraard moet worden beoordeeld in hoeverre deze ontwikkelingen passen binnen het landschap van de gemeente.