direct naar inhoud van Artikel 20 Groen
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401

Artikel 20 Groen

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, waaronder bebossing;
  • b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden van de groengebieden, waaronder een goede landschappelijke afscherming ten opzichte van de naastgelegen functies;
  • c. een parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein";
  • d. een antennemast, ter plaatse van de aanduiding "antennemast";

met daaraan ondergeschikt:

  • e. het extensief dagrecreatief medegebruik en het educatief medegebruik;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. water;
  • h. paden;

met de daarbijbehorende:

  • i. andere bouwwerken.
20.2 Bouwregels
20.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden zullen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

20.2.2 Overige andere bouwwerken

Voor het bouwen van overige andere bouwwerken geldt de volgende regel:

  • a. een antennemast zal uitsluitend gebouwd worden, ter plaatse van de aanduiding "antennemast";
  • b. de bouwhoogte van een antennemast zal ten hoogste 40,00 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
20.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in aanvulling op het gestelde in 47.1 in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.4.1 Vergunningplicht

Voor de volgende werken en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • a. het kappen en rooien van bomen;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het dagrecreatief medegebruik en/of het educatief medegebruik;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.
20.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in 20.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
20.4.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied.

20.5 Wijzigingsbevoegdheid
20.5.1 Wijziging naar Agrarisch

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Groen' wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch', mits:

  • a. het groengebied ter plaatse blijvend is verwijderd;
  • b. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 3 van toepassing zijn;
  • c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden.