direct naar inhoud van Artikel 6 Algemene gebruiksregels
Plan: Kloosterstraat 2-8
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1948.BPKloosterstraat-OH01

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

6.1 Strijdig gebruik

Het is verboden de in de artikel 3 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

6.2 (Onbebouwde) gronden

Voor (onbebouwde) gronden wordt onder verboden gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, in ieder geval verstaan:

  • a. de opslag van bagger, grondspecie, oude en nieuwe bouwmaterialen, afval, puin, zand, grind, brandstoffen en dergelijke;
  • b. de opslag-, stort- of bergplaats van voorwerpen, stoffen of producten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen, (motor)voertuigen, aanhangwagens, machines of onderdelen daarvan;
  • c. het gebruik ten behoeve van (detail)handels-, bedrijfs- of industriĆ«le doeleinden;
  • d. de plaatsing van toer- en stacaravans, woonwagens, tenthuisjes en soortgelijke verblijfsmiddelen;
  • e. tenzij het betreft vormen van gebruik die noodzakelijk zijn ter realisering van het ingevolge de bestemmingen toegelaten gebruik of zijn aan te merken als een normaal bestanddeel van dat toegelaten gebruik.

6.3 Gebouwen

Voor gebouwen en/of gronden wordt onder verboden gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, in ieder geval verstaan het gebruik:

  • a. ten behoeve van handels-, detailhandel-, bedrijfs- of industriĆ«le doeleinden, anders dan de in artikel 3.1 genoemde doeleinden;
  • b. van niet voor bewoning bestemde opstallen voor woondoeleinden;
  • c. van gronden en/of gebouwen ten behoeve van het exploiteren van een seksinrichting, sekswinkel of escortbedrijf;
  • d. van gronden en/of bouwwerken voor bedrijven waarop de bepalingen van het Besluit externe veiligheid van toepassing zijn;

tenzij het betreft vormen van gebruik die noodzakelijk zijn ter realisering van het ingevolge de bestemmingen toegelaten gebruik of zijn aan te merken als een normaal bestanddeel van dat toegelaten gebruik.