direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Kloosterstraat 2-8
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1948.BPKloosterstraat-OH01

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlening op de begane grond;
  • b. kantoren op de begane grond;
  • c. maatschappelijke voorzieningen op de begane grond;
  • d. (gestapeld) wonen op de verdieping;
  • e. een beroep aan huis;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. tuinen, erven en verharding, waaronder begrepen in- en uitritten;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. niet voor bewoning bestemde bijbehorende bouwwerken ten dienste van de bestemming;
  • j. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang', tevens een onderdoorgang.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. de maximale goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’;
  • d. de voorgevel van een gebouw moet in de naar de weg gekeerde grens van het bebouwingsvlak worden gebouwd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' is geen bebouwing op de begane grond toegestaan.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen op de begane grond mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn niet meer dan 1 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde op de begane grond, mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen op een dakterras mag niet meer dan 1,5 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde op een dakterras mag niet meer dan 1 meter bedragen.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, afmetingen en vormgeving van hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Dakkapellen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 voor het oprichten van een vergunningsplichtige dakkappel mits:

  • a. de uitbreiding voldoet aan een de redelijke eisen van welstand zoals deze zijn gesteld in de welstandsnota;
  • b. het dakkapel niet leidt tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat.

3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Beroep aan huis

Binnen de bestemming ‘Gemengd’ is de uitoefening van een beroep aan huis toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:

  • a. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 25 m².
  • b. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
  • c. Detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt aan en in direct verband met het beroep aan huis.
  • d. De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
  • e. De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.6.1 Bedrijf aan huis

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het toestaan van lichte bedrijvigheid in of bij een woning, met dien verstande dat:

  • a. de omvang van de activiteit niet meer bedraagt dan 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 25 m²;
  • b. de woonfunctie de hoofdfunctie blijft;
  • c. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  • d. de woning en de bijbehorende bouwwerken voldoen aan het Bouwbesluit c.q. de bouwverordening;
  • e. detailhandel alleen plaatsvindt ondergeschikt aan en in direct verband met de lichte bedrijvigheid;
  • f. uitsluitend lichte bedrijvigheid in categorie 1 en 2 van de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering (2009) of daarmee naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijvigheid is toegestaan;
  • g. de activiteit milieuhygiënisch inpasbaar dient te zijn in de woonomgeving;
  • h. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner;
  • i. opslag van materialen en goederen binnen de bebouwing plaatsvindt;
  • j. reclame uitingen uitsluitend zijn toegestaan, mits wordt voldaan aan de redelijke eisen van welstand zoals beschreven in de welstandsnota.