direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: Dorpskernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1927.BPdorpskernen-VG01

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • e. ter plaatse van de aanduidingen zoals hierna in de tabel genoemd tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code uit ten hoogste voor de bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein':

aanduiding   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm van bedrijf - 1   014   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 2   281   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 3   29   4.1  
specifieke vorm van bedrijf - 4   251.1   4.1  
specifieke vorm van bedrijf - 5   1551   5.1  
specifieke vorm van bedrijf - 6   45   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 7   29   4.1  
specifieke vorm van bedrijf - 8   5020.4   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 9   2221   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 10   6024   3.2  

  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel grootschalig': tevens grootschalige detailhandel;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, verkeersvoorzieningen (waaronder (ontsluitings)wegen), parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. indien gebouwen niet aaneen worden gebouwd, bedraagt de onderlinge afstand ten minste 3 m;
  • c. gebouwen mogen slechts aan 1 zijde van het bedrijf in de zijerfgrens worden gebouwd, met dien verstande dat de afstand van de gebouwen tot de erfgrens waarin niet wordt gebouwd ten minste 3 m bedraagt;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' geldt dat:
    • 1. de afstand van gebouwen tot de erfscheiding met de bestemming 'Verkeer' ten minste 5 m bedraagt;
    • 2. de afstand van gebouwen tot de as van de weg waaruit een bedrijf ontsloten wordt, ten minste 12 m bedraagt;
    • 3. de afstand van gebouwen tot de bestemming 'Groen', ten minste 3 m bedraagt.
  • e. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • f. het oppervlak aan bijgebouwen per bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 50 m²;
  • g. de inhoud van een bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 650 m³.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • c. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • d. Wgh-inrichtingen zijn uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie' toegestaan;
  • e. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan met uitzondering van Campina Bleskensgraaf (Dorpsstraat 18, Bleskensgraaf);
  • f. per bedrijf is kantoorvloeroppervlak die meer bedraagt dan 50% van het bruto vloeroppervlak niet toegestaan; kantoorvloeroppervlak van meer dan 1.000 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1:

  • a. om bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 5.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1 genoemd;

met dien verstande dat:

  • c. alvorens omtrent het verlenen van omgevingsvergunning te beslissen, schriftelijk advies ingewonnen wordt bij de milieudeskundige omtrent de aard van het bedrijf, de invloed daarvan op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze en verschijningsvorm en, voor zover vereist, getoetst aan de maatgevende milieuaspecten.

5.4.2 Afwijken ten behoeve van zelfstandige kantoren

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.3 onder f teneinde zelfstandige kantoren toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. de afwijking geen belemmering vormt voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven en ter plaatse van gevoelige functies zoals woningen sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  • b. voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd op eigen terrein.