Plan: | Katwijkerbuurt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.bp140091-4001 |
Het landschap rondom het ontginningslint van de Katwijkerlaan is kunstmatig aangelegd. Het gebied is rond de twaalfde/dertiende eeuw ontgonnen. Vanaf de in het gebied aanwezige kreekruggen, veenstromen en gegraven vaarten, werden de eerste aanzetten gegeven voor een ontginning. Om het veenpakket geschikt te maken voor agrarische doeleinden was het eerst noodzakelijk dat het ontwaterd werd. Dit gebeurde door het graven van evenwijdige sloten die afwaterden op oude veenstromen. Later (in de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw) verloren de veenstromen hun functie bij de verdergaande ontginningen en werden nieuwe kanalen gegraven die het water efficiƫnter afvoerden (hoofdweteringen). Het verkavelingpatroon lag in deze tijd loodrecht op de hoofdweteringen. Langs deze weteringen ontstond de lintbebouwing van de Katwijkerlaan.
De Katwijkerlaan is grotendeels gelegen op kreekruggen. Deze kreekruggen bestaan uit kleiig materiaal en liggen daardoor ook hoger dan het omliggende veenlandschap, dat in de loop van de eeuwen is ingeklonken. In de achttiende eeuw traden grote veranderingen op. Op kleinere schaal werd veen afgegraven waardoor diverse plassen en meren ontstonden. Honderd jaar later zijn deze plassen vrijwel allemaal drooggemalen. Zo ontstond zowel de droogmaking in de Oude Polder van Pijnacker, die ten zuiden van de Katwijkerlaan ligt, als de Nieuwe of Drooggemaakte polder. In de droogmakerijen ontstond een nieuw strokenverkavelingspatroon, dat tot op heden goed zichtbaar is in het landschap.
Het oorspronkelijke ontginningspatroon van het landschap is door drie ruimtelijke ontwikkelingen aangetast. Het gaat hier om de volgende drie ruimtelijke ontwikkelingen:
Ondanks de drie ruimtelijke ingrepen is het oorspronkelijke landschapspatroon toch nog zichtbaar. Het landbouwkundig gebruik van het gebied is echter tot een minimum beperkt.