direct naar inhoud van 5.6 Water
Plan: Pijnacker-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.bp100057-4001

5.6 Water

Ruimtelijke plannen worden in toenemende mate getoetst aan diverse waterstaatkundige aspecten, zoals waterafvoer en waterkwaliteit. In deze waterparagraaf wordt ingegaan op de waterhuishouding in het gebied.

5.6.1 Waterbeleid

Nationaal Waterplan 2009-2015
Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de 4e Nota Waterhuishouding uit 1998 en hét rijksplan voor het waterbeleid in Nederland. Water krijgt een meer prominente rol bij de inrichting van Nederland. De beleidslijnen van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw en het Nationaal bestuursakkoord Water, die inspelen op de verwachte klimaatsveranderingen, zijn een belangrijke impuls voor de koers van het nieuwe waterbeleid. Het hoofdthema is: Nederland, een veilige en leefbare delta, nu en in de toekomst. Belangrijke onderdelen van het Nationaal Waterplan zijn het nieuwe beleid op het gebied van waterveiligheid en de Stroomgebiedbeheerplannen op grond van de Europese Kaderrichtlijn Water.

Het Hoogheemraadschap van Delfland
In juli 2008 is door het Hoogheemraadschap van Delfland de strategienota Keuzes maken, kansen benutten opgesteld. In deze nota formuleert het Hoogheemraadschap zijn visie en strategie om te komen tot een duurzaam waterbeheer in de periode 2010 - 2015, met een doorkijk naar 2025. De Strategienota vormt de basis voor het opstellen van het nieuwe waterbeheerplan.
Delfland heeft de zorg voor veilige dijken, het vasthouden, bergen en afvoeren van oppervlaktewater, een goed beheer van het grondwater, een chemisch en ecologisch goede waterkwaliteit, en het transporteren en zuiveren van afvalwater.
Bij stedelijke vernieuwing wordt gestreefd naar duurzame bouwvormen. In het huidige plangebied worden nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Mochten deze zich voordoen dan dient het aspect water nader te worden onderzocht. Gedacht moet worden aan dingen, zoals:

  • kruipruimteloos bouwen;
  • gescheiden systemen van riolering en oppervlaktewater, waarbij het schone regenwater zal worden geïnfiltreerd in de bodem, of rechtstreeks worden afgevoerd naar het oppervlaktewater.

Waterhuishoudkundig raamplan kern Pijnacker
In 2006 is voor de kern Pijnacker een raamplan voor de waterhuishouding (Raamplan wateropgave Pijnacker 3 april 2006) opgesteld. In het raamplan wordt een voorstel voor de waterhuishoudkundige inrichting opgesteld voor een groot gebied, dat verscheidene ruimtelijke plannen omvat.
Het doel van het Waterhuishoudkundig raamplan is het ontwerpen van een goed functionerend, veilig en robuust watersysteem voor de kern Pijnacker dat voldoet aan de door Delfland opgelegde norm voor de waterberging. Tevens wordt in het raamplan de randvoorwaarden aangegeven voor verdere uitwerking van de waterhuishoudkundige inrichting van deelgebieden.

5.6.2 Watertoets

Algemeen
Om te voorkomen dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen een negatief effect hebben op het watersysteem moet bij het opstellen van een bestemmingsplan een watertoets plaatsvinden. De watertoets is een proces waarbij vanaf het begin van de planvorming de verschillende wateraspecten worden beoordeeld op de gevolgen voor het watersysteem.
Het doel van de watertoets is een betere en evenwichtige afstemming tussen waterbeheer (kwantiteit en kwaliteit) en ruimtelijke plannen. Wanneer knelpunten worden gesignaleerd, moeten alternatieve en/of compenserende maatregelen worden genomen in zowel de planontwikkeling als bij de uitvoering. Bij elk ruimtelijk plan gaat het Hoogheemraadschap van Delfland na of bestaande waterknelpunten kunnen worden opgelost en of er kansen zijn voor het realiseren van een veerkrachtiger, robuuster en veiliger watersysteem.
In de waterparagraaf geeft de gemeente aan hoe invulling wordt gegeven aan het waterbeleid. Naast de effecten en maatregelen voor het watersysteem, worden ook het doorlopen van het proces en de gemaakte afspraken beschreven. Bovendien worden de resultaten van de watertoets vastgelegd in de waterparagraaf.

Plangebied en type ruimtelijke ontwikkeling
In dit bestemmingsplan Pijnacker-Noord is een gebied dat momenteel reeds overwegend als woningbouwgebied in gebruik is. Binnen het gebied bevinden zich vier inbreidingslocaties die momenteel bebouwd zijn maar worden herontwikkeld tot woningbouw.

De huidige en toekomstige waterstaatkundige situatie
Een tekort aan waterberging speelt vooral rondom de bebouwde kernen van Nootdorp, Pijnacker en Delfgauw. Meer waterberging is hier noodzakelijk omdat regenwater vanwege het groot aandeel verhard oppervlak direct afstroomt naar het oppervlaktewater en niet of nauwelijks kans krijgt om in de bodem te infiltreren. Een meer aaneengesloten gebied heeft vanuit waterbeheer voordelen.

Bij de bebouwde kern van Pijnacker zijn erg veel peilverschillen. Hierdoor is het niet goed mogelijk onderlinge verbindingen te leggen. Hier wordt gezocht naar afzonderlijke oplossingen om waterberging te realiseren. Hierbij zijn de volgende kenmerken van belang:

  • Wateropgave wordt zo dicht mogelijk bij de kern opgepakt, compact op de plek waar het nodig is en in die gebieden waar er ruimte voor is (lokale waterberging);
  • Routegebonden recreatief gebruik (en daarmee verbinden van water) is minder belangrijk. Mogelijk is wel plaatselijk een combinatie met bepaalde recreatievormen;
  • Het gevolg van de kralenstructuur is dat door bepaalde verbindingen tussen waterbergingszones er minder mogelijkheden voor waterrecreatie zijn.

Binnen het plangebied zijn weinig mogelijkheden om waterberging op te vangen. Extra berging kan gevonden worden in het er naastgelegen recreatiegebied 'Balij-Bieslandse Bos'.

Veiligheid en waterkeringen
Om de veiligheid te waarborgen dienen de waterkeringen beschermd te worden. Het waarborgen van de veiligheid is een belangrijke taak van het Hoogheemraadschap van Delfland. Hiervoor moeten de waterkeringen aan de normen voldoen. In een waterparagraaf wordt dan ook aandacht besteed aan waterkeringen.
Binnen het plangebied liggen geen primaire en/of andere waterkeringen (Zeewering en Delflandsedijk). Wel lopen er een aantal watergangen die een primaire functie hebben voor aan- en afvoer van water.

Waterkwaliteit en ecologie
Het Hoogheemraadschap van Delfland is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het watersysteem en de ecologische condities daarvan. Daarom wordt in de waterparagraaf ingegaan op:

  • 1. de huidige watersysteemkwaliteit inclusief de ecologische toestand en de waterkwaliteitsdoelen voor het gebied;
  • 2. de verwachte effecten van nieuwe ontwikkelingen op de watersysteemkwaliteit en ecologie, alsmede voorgestelde maatregelen om de verontreiniging van oppervlaktewater te voorkomen, de watersysteemkwaliteit te verbeteren en de ecologie te beschermen en te behouden;
  • 3. de huidige situatie voor afvoer van hemelwater (riolering, afkoppelen) en de effecten van toekomstige ontwikkelingen hierop.

Ad 1. Het Waterplan Pijnacker-Nootdorp is op 26 januari 2006 door de gemeenteraad vastgesteld. In dit plan zijn ook uitgangspunten opgenomen over de waterkwaliteit in relatie met de ecologische en recreatieve functies. Voor wat betreft de waterkwaliteitsdoelen worden geen negatieve effecten voorzien. Er wordt gestreefd naar het principe van geen achteruitgang zoals genoemd in de Kaderrichtlijn water. Op termijn kan het Hoogheemraadschap van Delfland vanuit de programma's Kaderrichtlijn Water en Ecologie concreet aanduiden welke ecologische waterkwaliteitsdoelen worden nagestreefd en wat deze concreet inhouden. Momenteel zijn deze nota's nog niet beschikbaar en kunnen derhalve dus ook nog niet worden betrokken bij deze waterparagraaf.
Ad 2. In het gebied worden geen nieuwe, potentieel verontreinigende functies voorzien, die vanuit het oogpunt van waterkwaliteit bijzondere aandacht vragen.

Afwatering en riolering
Het type riolering binnen de gemeente is van belang voor het oppervlaktewater. Bij een gemengd riool, zoals nog voor komt in de oude kern van Pijnacker, wordt afvalwater en neerslag samen afgevoerd naar de rioolzuivering. Bij een extreme bui kan het water via overstorten in het oppervlaktewater terecht komen, waardoor dit ernstig verontreinigd kan raken. Het overige
gebied van Pijnacker heeft echter grotendeels een gescheiden of verbeterd gescheiden rioolstelsel, waarbij alleen neerslag kan overstorten in de watergangen.

De gemeente Pijnacker-Nootdorp werkt, overeenkomstig de afspraken uit het Waterplan Pijnacker-Nootdorp, aan het aansluiten van alle panden op de riolering. Daarbij wordt de verbrede zorgplicht ingevoerd en zullen vanaf 1 januari 2009 geen ongezuiverde lozingen, van zowel huishoudelijk afvalwater als bedrijfsafvalwater, op het oppervlaktewater meer plaatsvinden. Dit heeft een positieve uitwerking op de waterkwaliteit.

Beheer en onderhoud
Watergangen dienen, overeenkomstig de richtlijnen, ook bereikbaar te zijn voor beheer en onderhoud. Het Hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor het onderhoud van de hoofdwatergangen. De overige watergangen worden onderhouden door de aangelanden. Het Hoogheemraadschap controleert de staat van onderhoud van de overige watergangen. Het is dus van belang dat het mogelijk is om te schouwen.

Proces watertoets
De vier raamplannen water die voor de verschillende onderdelen van de gemeente zijn gemaakt, zijn in samenwerking met het Hoogheemraadschap tot stand gekomen. De raamplannen worden ook door het Hoogheemraadschap vastgesteld. De vier raamplannen zijn:

  • Nootdorp;
  • Pijnacker;
  • Delfgauw;
  • Buitengebied.

Daarnaast is er eens in de zes weken regulier overleg tussen de gemeente en het Hoogheemraadschap over in ontwikkeling zijnde ruimtelijke plannen.

5.6.3 Ontwikkelingen

Het bestemmingsplangebied, Pijnacker-Noord, is een gebied dat momenteel reeds overwegend als woongebied in gebruik is. Binnen het gebied bevinden zich vier inbreidingslocaties die momenteel bebouwd zijn maar worden herontwikkeld tot woningbouw. Binnen het plangebied zijn weinig mogelijkheden om extra waterberging aan te leggen. Extra berging kan gevonden worden in het naastgelegen recreatiegebied 'Balij-Bieslandse Bos'. De polder van Biesland is aangewezen als zoekgebied voor extra waterberging. De polder staat op de waterkansenkaart aangegeven als diepe polder, waar tekorten gerealiseerd kunnen worden. In het kader van de ontwikkelingen die in dit bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt vormt de wateropgave dan ook geen belemmering.

Om verontreiniging van bodem, grond- en oppervlaktewater zo veel mogelijk te voorkomen dient toepassing van uitlogende bouwmaterialen (zoals koper, lood of zink) tot een minimum beperkt te worden bij de herontwikkeling van de inbreidingslocaties. In het kader van de verlening van toekomstige vergunningen voor het bouwen zal hieraan de nodige aandacht worden besteed.