Plan: | Pijnacker-Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.bp100057-4001 |
Pijnacker-Nootdorp ontstond op 1 januari 2002. In het daarop volgende jaar is het pit! project opgestart om tot een visie op de toekomst te komen voor deze nieuwe gemeente. In februari 2005 is het project integrale toekomstvisie afgerond en door de gemeenteraad goedgekeurd. De toekomstvisie bestaat uit drie deelplannen:
Met de Strategische hoofdlijnen is de algemene richting voor de toekomst uitgezet en zijn per thema de keuzes weergegeven die daarmee de komende jaren gemoeid zijn. De strategische hoofdlijnen zijn uitspraken op termijn die met de hedendaagse kennis zijn vertaald naar een ruimtelijk beeld van de toekomst tot na 2025. Het Structuurbeeld Pijnacker-Nootdorp anno 2009 geeft de structuuropzet op de lange termijn weer. Het structuurbeeld toont veel overeenkomsten met de Structuurschets 2025 uit de Nota Integrale Toekomstvisie uit 2005, zij het dat in het structuurbeeld het nieuwe vastgestelde beleid is verwerkt.
In een uitvoeringsparagraaf zijn het structuurbeeld en de keuzes uit de strategische hoofdlijnen uitgewerkt in een concreet programma voor de komende jaren. Met het geheel: Strategische Hoofdlijnen, Structuurbeeld en de Uitvoeringsparagraaf is het bestuurlijk kader geformuleerd voor de ontwikkeling van de gemeente Pijnacker-Nootdorp in de komende jaren.
Voor de bestaande woonwijken is het uitgangpunt hierin dat wijken leefbaar blijven door de wijkgerichte aanpak. Dit wordt uitgewerkt in een wijkvisie om geclusterde renovatie en onderhoud, strategisch voorraadbeheer en condities te scheppen voor een goed woonmilieu (wonen tussen glas, groen en steden). Voor Pijnacker-Noord is als uitgangspunt genoemd dat de wijk de eerste wijk is die aan een stedelijke vernieuwingsslag toe is. Dit betekent het toevoegen van kwaliteit in zowel de openbare ruimte als de woningen conform de huidige eisen.
De kwaliteit van de openbare ruimte en het aanzien van de gemeente wordt steeds belangrijker bij de keuze voor wonen, werken en recreëren. De ruimte dient voortdurend te worden aangepast aan de eisen van de tijd, waarbij het ruimtebeslag van verkeer, wonen en werken diep op de openbare groenstructuur ingrijpt. Daarnaast is de inrichting aan 'slijtage' onderhevig. Binnen de gemeente Pijnacker moeten ten aanzien van inrichting, beheer en onderhoud van het openbare groen beslissingen worden genomen.
De gemeente heeft als doel de karakteristieke, ruimtelijke, functionele, landschappelijke en ecologische kwaliteitskenmerken van het groen in de gebouwde omgeving te behouden en te versterken.
Het verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente is beschreven in het Mobiliteitsplan Pijnacker- Nootdorp. Het beleidsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 29 september 2005.
Het Mobiliteitsplan bestaat uit twee producten:
Kernpunten zijn:
Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling waarbij aan de behoefte van de huidige generatie wordt voldaan zonder dat daardoor de mogelijkheden van de toekomstige generaties wordt verminderd.
De gemeente geeft in haar visie aan dat het gaat om de samenhang tussen economische, sociaal-culturele en ecologische aspecten ter voorkoming van afwenteling van ongewenste effecten naar andere beleidsvelden en/ of naar de toekomst en om het integreren van het beleid voor die aspecten. Pijnacker-Nootdorp wil een klimaatbestendige en duurzame gemeente zijn waar personen, huishoudens en bedrijven zich kunnen ontplooien, zonder afwenteling op andere mensen, regio's of volgende generaties en dat recht wordt gedaan aan de lokale flora en fauna en de onderlinge samenhang daarvan.
De gemeente wil krachtig inzetten op de volgende speerpunten:
Klimaat en energie
De gemeente wil voldoen aan de doelen die gesteld zijn in het 'Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007 - 2011' te weten:
Groen en ecologie
De gemeente streeft ernaar in 2013 de Groenblauwe Slinger en de Groenzone gerealiseerd te hebben. Zij streven ernaar het kenmerkende landschap voor hun omgeving zoveel mogelijk in stand te houden. Het belang van een ecologisch netwerk in Pijnacker-Nootdorp is onderstreept in de 'Ecologische kaart gemeente Pijnacker-Nootdorp'. De gemeente wil tenminste 60 m² groen per huishouden binnen de bebouwde kom behouden. De mogelijkheid van een vorm van herplantverplichting / compensatieplicht voor bomen wordt verkend door de gemeente.
Water
Pijnacker-Nootdorp werkt aan de uitvoering van het beleidskader voor 100% natuurvriendelijke oevers, tenzij dat door omstandigheden niet mogelijk is. De gemeente wil die gebieden afkoppelen waar het een essentiële bijdrage levert aan een verbetering van de waterkwaliteit. Alle nieuwbouwwijken worden afgekoppeld, en bestaande wijken worden fasegewijs afgekoppeld.
Duurzaam bouwen/leefomgeving
Duurzaam bouwen is de praktijk om met behulp van milieuvriendelijke materialen gebouwen met een hoge woonkwaliteit en een gezond binnenmilieu te realiseren, die een laag energie- en waterverbruik kennen. Met duurzaam bouwen wordt meegewerkt aan klimaatdoelstellingen en CO2 reductie. Duurzaam bouwen betekent ook dat zowel bouw als sloop weinig - en dan nog grotendeels herbruikbaar - afval opleveren. De gemeente heeft de ambitie 'duurzaam bouwen' een flinke impuls te geven.
Duurzaam ondernemen/inkopen
Pijnacker-Nootdorp wil met haar eigen duurzaam inkoopbeleid een voorbeeldrol vervullen voor haar inwoners, bedrijven en instellingen. De resultaten hiervan worden gedeeld met inwoners en bedrijven met het doel dat het voorbeeld van de gemeente wordt overgenomen.
Verkeer en mobiliteit.
Mobiliteit is een randvoorwaarde voor de moderne netwerksamenleving waar de gemeente naar toe wil groeien. Bedrijven, bewoners en bezoekers moeten met de gebruikelijke vervoerswijzen op een snelle, veilige en leefbare wijze in, van en naar de gemeente kunnen reizen.
Het mobiliteitsbeleid van de gemeente is erop gericht het aandeel autoverplaatsingen te verlagen ten gunste van de vervoerswijzen fiets, lopen en openbaar vervoer.
Borging in de organisatie
Om de beleidsdoelen om te zetten in acties, en om verduurzaming te verankeren in de organisatie moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan. De instrumenten hiervoor zijn:
In de Woningwet is vastgelegd voor welke bouwwerkzaamheden een vergunning nodig is. Bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) is bepaald welke bouwwerken vergunningsvrij zijn en voor welke bouwwerken een omgevingsvergunning aangevraagd moet worden. Alle vergunningplichtige bouwwerken dienen in principe te worden getoetst aan welstandseisen. Ook de gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft in juni 2004 voor haar grondgebied een Welstandsnota opgesteld. Deze is gewijzigd in december 2007.
Op basis van overeenkomsten in functionele, stedenbouwkundige en/of architectonische kenmerken heeft de gemeente eenentwintig deelgebieden onderscheiden. Per welstandsgebied is een samenhangend beoordelingskader opgesteld, waarin de volgende onderdelen aan de orde komen:
Pijnacker-Noord heeft twee gebiedsgerichte welstandsgebieden, te weten gebiedsindeling 1 (dorpslinten) en gebiedsindeling 6: (Pijnacker-Noord). Het welstandsgebied 1 komt in Pijnacker-Noord alleen voor langs de historische Noordweg, het overige deel van Pijnacker-Noord valt in welstandsgebied 6.
Het Masterplan Pijnacker Noord is door de raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp vastgesteld op 29 juni 2006.
Het masterplan biedt het afstemmingskader waarbinnen vernieuwing in de ruimtelijke structuur zal plaatsvinden. Het doel is er zorg voor te dragen dat Pijnacker-Noord vitaal de toekomst tegemoet kan. Er is gezocht naar een mix, waarbij volkshuisvestelijke doelen en draagvlak met elkaar verenigd kunnen worden, binnen verantwoorde financiële kaders. Het masterplan is de basis voor het fysieke uitvoeringsprogramma. Hierin worden revitalisering, nieuwbouw en de aanpak van de openbare ruimte en het verkeer samengevat. Het masterplan vormt daarnaast de basis voor de herziening van het bestemmingsplan 'Pijnacker-Noord'.
De visie van het Masterplan is ondermeer gericht op het versterken van de ruimtelijke structuur. Bij het versterken van de ruimtelijke structuur gaat het voornamelijk om het herinrichten van de openbare ruimte: groen, water en wegen. Een kwalitatief hoogwaardige buitenruimte draagt bij aan een positieve beleving van de woonomgeving.
De huidige woningvoorraad is niet toereikend voor een evenwichtige bevolkingssamenstelling qua leeftijd en inkomenssamenstelling. Door woningen uit de bestaande voorraad geschikt te maken voor een bredere doelgroep en door woningtypen toe te voegen ontstaat er meer variatie. Deze verandering spreekt nieuwe doelgroepen aan, waardoor een proces van doorstroming in gang wordt gezet.
Dit is cruciaal in de integrale aanpak van de herstructurering van Pijnacker-Noord.
In het kader van dit bestemmingsplan worden meerdere inbreidingslocaties voorzien van een nieuwe passende bestemming. Voor deze inbreidingslocaties zijn plannen opgesteld die binnen de planperiode van 10 jaar van dit bestemmingsplan worden ontwikkeld. Bij het opstellen van de plannen voor deze inbreidingslocaties heeft het Masterplan als uitgangspunt gediend. Echter vanwege de ontwikkelingen in vraag en aanbod op de woningmarkt, tussen het vaststellen van het Masterplan en het starten van dit bestemmingsplan, is bij de invulling van de inbreidingslocaties afgeweken van hetgeen in het Masterplan staat beschreven.
De gemeente Pijnacker hanteert voor al haar nieuw op te stellen bestemmingsplan één zelfde set standaardregels. Door alle bestemmingsplannen binnen de gemeente met deze standaardregels op te stellen wordt de eenduidigheid verbeterd. Met het oog op dit bestemmingsplan is het relevant om te vermelden dat in de standaardregels een ruime groenbestemming is opgenomen. Deze groenbestemming staat de herinrichting van het openbaar gebied in Pijnacker-Noord niet in de weg.
Tevens is binnen de standaardregels een tuinbestemming opgenomen die het mogelijk maakt om in de voortuin te parkeren op de plekken waar in- en uitritten zijn vergund. De standaardregels werken grotendeels één op één door in dit bestemmingsplan. Op plekken waar in dit bestemmingsplan wordt afgeweken van de standaard is hiervoor een reden. In paragraaf 6.2 wordt hier nader op ingegaan.