Plan: | AckersWoude 2014 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.bp000130050-4001 |
B2.1. Beleidskader en normstelling
In paragraaf 5.6 zijn de hoofdpunten van de geldende wetgeving voor luchtkwaliteit beschreven. In deze bijlage worden enkele aanvullende punten uit het hoofdstuk 5, titel 5.2, van de Wet milieubeheer nader uiteengezet.
Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen
Maatgevende stoffen langs wegen
Voor luchtkwaliteit als gevolg van wegverkeer is stikstofdioxide (NO2, jaargemiddelde) het meest maatgevend, aangezien deze stof door de invloed van het wegverkeer het snelst een overschrijding van de grenswaarde uit de Wm veroorzaakt. Daarnaast zijn ook de concentraties van fijn stof (PM10) van belang. Andere stoffen uit de Wm hebben een beperkte invloed op de luchtkwaliteit bij wegen en worden daarom bij deze toetsing buiten beschouwing gelaten. De grenswaarden van stikstofdioxide en fijn stof zijn in tabel B1 weergegeven.
Tabel B1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig | ||
stikstofdioxide (NO2)1) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg / m³ | 2010 tot en met 2014 | ||
jaargemiddelde concentratie | 40 µg / m³ | vanaf 2015 | |||
fijn stof (PM10)2) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg / m³ | vanaf 11 juni 2011 | ||
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg / m³ | vanaf 11 juni 2011 |
Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007
In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit is vastgesteld dat concentraties van stoffen die zich van nature in de buitenlucht bevinden en die niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid bij de beoordeling van de grenswaarden voor fijn stof buiten beschouwing worden gelaten. In de Regeling is bepaald dat alleen de bijdrage van zeezout kan worden afgetrokken van de concentratie fijn stof. Deze correctie is in voorliggend onderzoek nog niet toegepast.
Daarnaast staan in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit de regels voor het meten en berekenen van de gevolgen voor de luchtkwaliteit beschreven. Bij de berekening van de luchtkwaliteit wordt onderscheid gemaakt tussen verkeers- en industriële bronnen. Voor verkeer wordt onderscheid gemaakt tussen standaardrekenmethode 1 (SRM 1) betreffende stedelijke situaties met weinig hoogteverschillen; en standaardrekenmethode 2 (SRM 2) voor de bepaling van overige situaties. Er mag van een andere methode gebruik worden gemaakt indien deze is goedgekeurd door het ministerie van VROM. In het de Regeling beoordeling luchtkwaliteit is tevens aangegeven welke gegevens gebruikt worden bij het maken van de berekening en op welke wijze de berekeningsresultaten worden afgerond.
B2.2. Onderzoek luchtkwaliteit
Uitgangspunten onderzoek luchtkwaliteit
Aangezien de beoogde ontwikkeling mogelijk effecten heeft op de luchtkwaliteit langs de ontsluitende wegen zijn luchtkwaliteitsberekeningen uitgevoerd om aan te tonen dat het plan voldoet aan de grenswaarden die zijn gesteld in de Wet milieubeheer niet worden overschreden.
Dit onderzoek geeft tevens een antwoord op de vraag of er, in het kader van een goede ruimtelijke ordening uit het oogpunt van luchtkwaliteit, sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Zodoende is een luchtkwaliteitsberekening uitgevoerd ter hoogte van het plangebied.
In het onderzoek zijn de Klapwijkseweg / Vlielandseweg, de Lange Campen en de Monnikenweg als maatgevende wegen voor luchtkwaliteit beschouwd. Voor de Klapwijkseweg / Vlielandseweg is gekozen omdat over deze weg het verkeer van en naar het plangebied wordt afgewikkeld en deze weg een hogere verkeersintensiteit heeft dan de overige wegen in de directe omgeving van het plangebied. Voor de Lange Campen en de Monnikenweg is gekozen omdat deze wegen door het plangebied lopen en zodoende eveneens meer verkeer af te wikkelen krijgen.
Rekenmethodiek en invoergegevens
Voor de berekening is gebruikgemaakt van het programma ISLII versie 5.00.
In dit luchtkwaliteitsonderzoek is gebruikgemaakt van dezelfde verkeersintensiteiten als in het akoestisch onderzoek. In het akoestisch onderzoek is gerekend voor de jaren 2014 en 2025. Het ISLII programma kan echter niet voor deze jaren rekenen. Wel kan het programma rekenen voor de jaren 2011 en 2020. Daarom is de luchtkwaliteit voor het jaar 2011 berekend aan de hand van de intensiteit voor 2014 en de luchtkwaliteit voor het jaar 2020 aan de hand van de intensiteit voor 2025. De werkelijke verkeersintensiteiten in de jaren 2011 en 2020 zullen lager liggen dan de intensiteiten in respectievelijk 2014 en 2025. Ook zullen de achtergrondconcentraties stikstofdioxide en fijn stof in de loop van de tijd afnemen als gevolg van generieke maatregelen. Daarom zullen de daadwerkelijke concentraties stikstofdioxide en fijn stof lager zijn dan de berekende concentraties. In dit luchtkwaliteitsonderzoek is dus uitgegaan van een worst case benadering.
In het ISL II-programma wordt daarnaast nog een aantal basisgegevens ingevoerd, zoals de voertuigverdeling op de relevante wegen, het wegtype, de weghoogte, de wegbreedte en scherminformatie. Ook deze invoergegevens zijn overgenomen uit het akoestisch onderzoek.
In dit luchtkwaliteitsonderzoek is de luchtkwaliteit berekend aan de hand van waarneempunten op maatgevende woningen langs de maatgevende wegen.
Berekeningsresultaten
In tabel B2 zijn de resultaten van de berekening van de luchtkwaliteit weergegeven voor de huidige en de toekomstige situatie.
Uit de berekeningen blijkt dat ruimschoots aan de grenswaarde voor stikstofdioxide en fijn stof wordt voldaan. Een overzicht van alle berekende concentraties is te vinden in bijlage 3. Hier wordt volstaan met een korte samenvatting van de resultaten. De hoogste jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide ligt in de huidige situatie onder de 33 µg/m3 en in de toekomstige situatie onder de 22 µg/m3. De hoogste jaargemiddelde concentratie fijn stof ligt in de huidige situatie onder de 25 µg/m3 en in de toekomstige situatie onder de 19 µg/m3. Het aantal overschrijdingsdagen voor fijn stof bedraagt maximaal 17 dagen in de huidige situatie en maximaal 6 dagen in de toekomstige situatie.
Tabel B2 Berekeningsresultaten luchtkwaliteit
wegen | stikstofdioxide (NO2) jaargemiddelde (µg/m³) |
fijn stof (PM10) jaargemiddelde (µg/m³) |
fijn stof (PM10) (aantal overschrijdingen 24-uurgemiddelde grenswaarde) |
||||||||
Huidige situatie | Toekomstige situatie | Huidige situatie | Toekomstige situatie | Huidige situatie | Toekomstige situatie | ||||||
Klapwijkseweg / Vlielandseweg | 32,24 | 21,36 | 24,09 | 18,84 | 17 | 6 | |||||
Lange Campen | 28,80 | 19,01 | 23,44 | 18,23 | 15 | 5 | |||||
Monnikenweg | 28,88 | 19,13 | 23,46 | 18,25 | 15 | 5 |
Conclusie
Uit tabel B2 blijkt dat direct langs de verschillende wegen ruimschoots aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit wordt voldaan. Aangezien direct langs deze wegen wordt voldaan zal dat ook gelden voor locaties die verder van deze wegen zijn gelegen. De concentraties luchtverontreinigende stoffen worden immers lager naarmate een locatie verder van de weg is gelegen. Op basis daarvan wordt geconcludeerd dat ten gevolge van de beoogde ontwikkeling in de omgeving tevens sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.