Plan: | Emerald |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.bp00011069-4001 |
Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege handelingen met gevaarlijke stoffen. De handelingen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag en de productie, als op het transport van gevaarlijke stoffen. Uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen vloeit de verplichting voort om in ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het plangebied ten gevolge van handelingen met gevaarlijke stoffen. De risico's dienen te worden beoordeeld op twee maatstaven, te weten het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico beschrijft de kans per jaar dat een onbeschermd individu komt te overlijden door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in risicocontouren rondom de risicobron (bedrijf, weg, spoorlijn etc.), waarbij de 10-6 contour (kans van één op 1 miljoen op overlijden) de maatgevende grenswaarde is.
Groepsrisico
Het groepsrisico beschrijft de kans dat een groep van 10 of meer personen gelijktijdig komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico geeft een indicatie van de maatschappelijke ontwrichting in geval van een ramp. Het groepsrisico wordt uitgedrukt in een grafiek, waarin de kans op overlijden van een bepaalde groep (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) wordt afgezet tegen de kans daarop. Voor het groepsrisico geldt de oriëntatiewaarde als ijkpunt in de verantwoording (géén norm).
Voor elke verandering van het groepsrisico (af- of toename) in het invloedsgebied moet verantwoording worden afgelegd, over de wijze waarop de toelaatbaarheid van deze verandering in de besluitvorming is betrokken. Samen met de hoogte van groepsrisico moet andere kwalitatieve aspecten worden meegewogen in de beoordeling van het groepsrisico. Onder deze aspecten vallen zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Onderdeel van deze verantwoording is overleg met (advies vragen aan) de regionale brandweer.
(Beperkt) kwetsbare objecten
Er moet getoetst worden aan het Bevi en de richtlijnen voor vervoer gevaarlijke stoffen wanneer bij een ontwikkeling (beperkt) kwetsbare objecten worden toegestaan. (Beperkt) kwetsbare objecten zijn o.a. woningen, scholen, ziekenhuizen, hotels, restaurants (zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen).
Risicovolle activiteiten
In het kader van het plan moet bekeken worden of er in of in de nabijheid van het plan sprake is van risicovolle activiteiten (zoals Bevi-bedrijven, BRZO-bedrijven en transportroutes) of dat risicovolle activiteiten worden toegestaan.
Gevolgen voor dit bestemmingsplan
In het Bevi is vastgelegd dat voldaan moet worden aan de eisen van het besluit bij nieuwe activiteiten/situaties. Het gaat daarbij niet alleen om het oprichten van of veranderen van inrichtingen of projecteren van nieuwe bestemmingen. Ook bij het vaststellen of herzien van een bestemmingsplan, inclusief de goedkeuring daarvan, dient de externe veiligheid te worden beoordeeld. Ondanks het feit dat het dus in het onderhavige bestemmingsplan gaat om een beheersmatige aanpak en dat daarmee de bestaande situatie wordt vastgelegd zonder ontwikkelingen, is een aanvullende beoordeling verplicht.
Figuur 8. Uitsnede risicokaart (www.risicokaart.nl) |
Voor het plangebied is beoordeeld of sprake is van activiteiten met gevaarlijke stoffen in en in de omgeving van het plangebied, die mogelijk risico's zouden kunnen opleveren. Meer specifiek is gekeken naar de aanwezigheid van bedrijven die zijn aangewezen in het Bevi, waaronder LPG-tankstations, transportroutes over weg/spoor/water en buisleidingen. Ten zuiden van het plangebied ligt een ammoniakopslag aan de Laan Van Ruyven 1 te Delfgauw. Aan de Overslagweg 3 ligt BASF Coating, valt onder de categorie 'Overig'. Om beide gebieden is een inrichtingsgrens aangegeven. Ten westen van het plangebied ligt de snelweg A13.
De inrichtingen die volgens de risicokaart risico's met zich mee kunnen brengen in het kader van externe veiligheid, zijn op voldoende afstand gelegen van de woonwijk. Dit geldt ook voor de afstand van de woonwijk tot de A13. In principe verandert er niets aan het aantal mensen in het woongebied, omdat het bestemmingsplan binnen het woongebied geen ontwikkelingen mogelijk maakt. Wel maakt het bestemmingsplan Emerald de ontwikkeling van het bedrijventerrein Emerald mogelijk.
Onderzoek
Uit informatie van de Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen (AVIS 2003) en het eindrapport Basiswet Weg blijkt dat er gevaarlijke stoffen worden vervoer over de A13. De PR 10-6-contour ligt niet buiten de weg en het Ga is minder dan 0,1 keer de oriëntatiewaarde. Als gevolg van het plan zal de personen dichtheid in het gebied en daarmee het Ga iets toenemen, maar deze toename zal in geen geval tot een overschrijding van de oriëntatiewaarde leiden. Op basis van de vigerende Circulaire risico normering vervoer gevaarlijke stoffen dient een verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden.
In de directe omgeving van het plangebied worden geen gevaarlijke stoffen door buisleidingen vervoerd en zijn geen risicovolle inrichtingen gelegen.
Verantwoording groepsrisico
Bij de verantwoording van het groepsrisico spelen de aspecten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid een belangrijke rol. Over het algemeen zijn de personen binnen het plangebied voldoende zelfredzaam. Er bevinden zich geen functies waar zich grote groepen minder zelf redzame personen bevinden zoals bejaardentehuizen, ziekenhuizen en kinderdagverblijven. Daarnaast is sprake van laagbouw, welke gemakkelijker is te ontvluchten dan hoogbouw. Het plangebied kan van de risicobron (A13) af worden ontvlucht. De ontsluitingswegen hebben voldoende capaciteit om het gebied te kunnen evacueren en om hulp dienstverlening het gebied in te laten komen.
Het plan voor het bedrijventerrein Emerald is voor advies voorgelegd aan de regionale brandweer. Het advies is opgenomen in bijlage 3. De regionale brandweer beschrijft een aantal maatregelen waarmee risico's kunnen worden verkleind en de zelfredzaamheid en hulpverlening kunnen worden bevorderd. Voor verschillende maatregelen op gebouw niveau en op het gebied van risico communicatie is het niet mogelijk om deze in het bestemmingplan te verankeren. Dat geldt ook voor de hoeveelheid bluswater. Bij de verdere uitwerking van de plannen voor het bedrijventerrein Emerald dient aandacht te worden besteed aan deze aspecten. Wel is in het bestemmingsplan een tweede ontsluiting opgenomen ten behoeve van hulpdiensten (calamiteitenontsluiting).
Gezien het voorgaande en het feit dat het groepsrisico meer dan een factor 10 onder de oriënterende waarde ligt, wordt de realisatie van het plan op deze locatie aanvaardbaar geacht.
Conclusie
De plannen voor het bedrijventerrein Emerald voldoet aan de normstelling en het beleid ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitwerking van het plan niet in de weg.
Ten aanzien van het overige gedeelte van het plangebied kan worden vastgesteld dat de actuele situatie wordt vastgelegd. Er worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die gevolgen hebben voor het aspect externe veiligheid.