direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied Oostflakkee
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.LGBOostflakkee12-BP42

2.2 Provinciaal beleid

Provinciale Structuurvisie

De kern van de Visie op Zuid-Holland is een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk realiseren. Hierin is het goed wonen, werken en leven voor de inwoners. Deze toekomstige ruimtelijke inrichting versterkt de economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke peilers. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor natuur en water zijn kenmerkend voor de provincie. Een brede landbouw is drager van het landschap, deltalandschap en wateren.

De opgave in de Zuid-Hollandse Delta kan als volgt worden samengevat: condities creëren voor een duurzame en klimaatbestendige inrichting en een hoogwaardige ruimtelijk-economische ontwikkeling. Deze opgave kan in drie delen worden uitgesplitst:

  • 1. Waarborgen van de veiligheid tegen overstromingen, ook op de lange termijn (2100). Dit betekent onder meer dat de opgave van de commissie Veerman verder verkend wordt, voor zover hier relevant.
  • 2. Realiseren van een duurzaam en zo natuurlijk mogelijk ecosysteem, waarbij rekening gehouden wordt met de zoetwatervoorziening voor functies als drinkwatervoorziening en landbouw.
  • 3. Benoemen, bieden en grijpen van kansen voor de ruimtelijke economische en maatschappelijke ontwikkeling van het gebied.

De leefbaarheid in het landelijk gebied is goed. Voor het behoud van de sociale en economische vitaliteit van het landelijk gebied is het behouden van bestaande hiërarchie van de kernen belangrijk, naast het bieden van ruimte voor gebiedsgebonden economische ontwikkelingen, zoals landbouw, recreatie en toerisme. Bij toekomstige bevolkingsafname en voortschrijdende schaalvergroting in voorzieningen kunnen in de grotere kernen, de basisvoorzieningen als huisarts, basisonderwijs en buurtwinkel, in stand worden gehouden. Dit is met name van belang in die delen van de provincie waar zich de eerste verschijnselen van de bevolkingsafname reeds voordoen, zoals Goeree-Overflakkee. De grotere kernen zijn in het landelijk gebied als regionale centra aangeduid. In de Zuid-Hollandse Delta gaat het vooral om balans te vinden in een duurzame zoetwatervoorziening en het deels herstellen van de estuariene dynamiek in de Deltawateren.

De relaties tussen landbouw, natuur, landschap en de vrijetijdssector (recreatie en toerisme) is aan het veranderen. Het omgaan met verzilting, remmen van bodemdaling, waterkwaliteit en zoetwatertekorten zijn belangrijke opgaven. Ook de demografische veranderingen in delen van het landelijk gebied vragen om nieuwe toekomstperspectieven voor vele dorpen.De biodiversiteit staat onder druk. Klimaatverandering en veranderingen in het watersysteem hebben invloed op de leefgebieden van soorten. Veranderingen in de landbouwproductie hebben effect op de rol die de landbouw speelt op het gebied van natuur. Naast bescherming zijn er ook verbeteringen nodig, zoals maatregelen tegen verdroging in de duinen en het veenweidegebied en overige maatregelen om de water- en milieukwaliteit te verbeteren. Deze maatregelen moeten leiden tot een gezonde basiskwaliteit van het buitengebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.1924.LGBOostflakkee12-BP42_0002.jpg"

Afbeelding 2.1: Functiekaart Provinciale Structuurvisie.

Het grootste deel van het plangebied is op de functiekaart van de Provinciale Structuurvisie aangegeven als 'Agrarisch landschap - risico op verzilting'. Door de keuze van herstel van estuariene dynamiek en vanwege autonome ontwikkelingen neemt in een aantal gebieden het risico op verzilting toe. Voor deze gebieden is het van belang tijdig te zoeken naar innovatieve oplossingen voor de landbouw in een verziltende omgeving. Deze oplossingen reiken van zoeken naar alternatieve zoetwatervoorziening voor de bestaande teelten tot de landbouw aanpassen aan een verziltende omgeving (bijvoorbeeld door andere gewassen). Mogelijk liggen in dit soort gebieden ontwikkelingskansen voor veeteelt. De mogelijkheid tot schaalvergroting is een belangrijke voorwaarde voor een blijvend economisch perspectief. Ook verblijfsrecreatie als neventak op het landbouwbedrijf biedt perspectief gezien de combinatie van rust, nabijheid van stranden en de Deltawateren. De groen lijnen en vlakken op de functiekaart betreffen natuurgebieden en ecologische verbindingen. De roze vlaken zijn bestaande verblijfsrecreatiegebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1924.LGBOostflakkee12-BP42_0003.jpg"

Afbeelding 2.2: Kwaliteitskaart Provinciale Structuurvisie.

Op de kwaliteitskaart van de Provinciale Structuurvisie is het grootste deel van het plangebied aangegeven als ‘Veenpolderlandschap’ (lichtgroen). Dit landschap wordt gekenmerkt door een opeenvolgend patroon van (ronde) opwaspolders en (langgerekte) aanwaspolders, met een kleinschalig dijkenpatroon. Kreken en beplante dijken zijn belangrijke structurerende elementen. Er is een grote mate van openheid met contrasten tussen buitendijkse natuur en strak verkavelde agrarische polders met overwegend akkerbouw. Dorpen liggen als compacte kernen in het open landschap, veelal op het kruispunt van een dijk en een kreek. Havenkanalen vormen plaatselijk bijzondere elementen. Een bijzondere vorm binnen het zeekleigebied zijn de veenpolders. Deze hebben een veenkern en zijn de eerste bedijkte polders (opwas). Kenmerkende elementen zijn de havenkanalen. De donkergroene gebieden op de kaart betreft het ‘Buitendijks natuurlandschap’. Dit is een waterrijk, overwegend niet gecultiveerd landschap. Een belangrijke kwaliteit is de ruimte voor natuurlijke processen als de wisselende waterstanden en zout-zoetovergangen. Afhankelijk hiervan zijn de gebieden afwisselend dichtbegroeid en besloten van karakter (grienden en wilgenbos) of schaars begroeid en open van karakter (gorzen, platen en slikken).

Provinciale Verordening Ruimte; ontwikkelen met schaarse ruimte

Om het provinciale ruimtelijke belang, zoals beschreven in de provinciale structuurvisie, te kunnen uitvoeren is, onder meer, de provinciale verordening opgesteld. In de provinciale verordening zijn de zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben, vastgelegd. De provincie acht de borging hiervan van groot belang. Tevens zijn de nationale belangen zoals vastgelegd in het Barro ook in de provinciale verordening opgenomen ten behoeve van een doorwerking in de gemeentelijke bestemmingsplannen. Tot slot zijn in de verordening regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient daarom ook rekening te worden gehouden met ander provinciaal beleid. Bovendien moet worden voldaan aan de overige wet- en regelgeving.

Ruimte voor Ruimte regeling

De regeling 'Ruimte voor Ruimte' is bedoeld om de kwaliteit van het landschap in Zuid-Holland te vergroten. Daartoe stimuleert de regeling afbraak van voormalige (agrarische) bedrijfsgebouwen en kassen, met in ruil daarvoor de bouw van woningen met een veel kleinere bouwmassa.

In het kader van 'Ruimte voor Ruimte' mogen ter compensatie van de sloop van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, niet-agrarische bedrijfsgebouwen of kassen (verspreid liggende kassen buiten de concentratiegebieden voor glastuinbouw, met uitzondering van 'papieren glas'), onder voorwaarden één of meer burgerwoningen worden gebouwd, in afwijking van de bepaling in de nota 'Regels voor Ruimte' dat niet-agrarische nieuwbouw in het buitengebied dient te worden geweerd. Compensatie kan zowel ter plekke als elders. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:

  • de nieuwbouw mag alleen plaatsvinden indien de ruimtelijke kwaliteit van het gebied verbetert en geen aantasting plaatsvindt van bestaande of te ontwikkelen bijzondere waarden (landschappelijke, natuurwetenschappelijke of cultuurhistorische waarden) op het perceel of in de directe omgeving daarvan; beeldkwaliteit is een belangrijk aandachtspunt;
  • voor de sloop van iedere 1000 m2 bedrijfsbebouwing of 5000 m2 kassen kan een woning worden teruggebouwd, met een maximum van drie;
  • de bestaande bedrijfswoning mag worden omgezet naar een burgerwoning;
  • indien sprake is van sloop op meerdere percelen dient per perceel minimaal 250 m2 bebouwing of 1000 m2 kassen te worden gesloopt;
  • voor de maximale inhoudsmaat van de compensatiewoning gelden in kwetsbaar agrarisch gebied (agrarische gebied plus of agrarisch gebied met bijzondere natuur- en/of landschapswaarden) beperkingen op grond van het provinciaal beleid;
  • in het overige landelijk gebied gelden eventueel beperkingen op grond van het gemeentelijk beleid, waarbij als ondergrens geldt een percentage geldt van "ontstening" van per saldo 90% danwel "ontglazing" van per saldo 98%; de inhoudsmaat wordt bepaald door een glijdende schaal, dat wil zeggen dat indien meer dan 1000 m2 (steen) respectievelijk 5000 m2 (glas) wordt gesloopt, de woning evenredig groter mag zijn;
  • uitgangspunt is de sloop van alle bedrijfsbebouwing op het perceel;
  • bij sloop van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing (niet zijnde kassen) dient te worden aangetoond dat de agrarische functie niet meer kan worden vervuld;
  • karakteristieke en cultuurhistorisch waardevolle bebouwing mag niet worden gesloopt;
  • de regeling is van toepassing op gebouwen die zijn opgericht voor de peildatum van 1 januari 2003;
  • de ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische bedrijven in de omgeving mogen niet worden belemmerd;
  • planologisch-juridische medewerking aan de bouw van een compensatiewoning wordt alleen verleend, indien de sloop van de bedrijfsbebouwing voldoende is gewaarborgd. Indien sprake is van sloop van glas wordt planologisch-juridische medewerking slechts verleend in het kader van de herziening van een bestemmingsplan, zodat oude bouwmogelijkheden niet opnieuw benut kunnen worden;
  • bij gebiedsgerichte toepassing van 'Ruimte voor Ruimte' is een gebiedsspecifieke regeling (maatwerk) mogelijk, op basis van een door structuurvisie."

Recreatievisie - Belevingseiland in de Delta (2011)

De vier gemeenten hebben in de Structuurvisie Goeree-Overflakkee de ambitie uitgesproken om Goeree-Overflakkee te ontwikkelen tot een authentiek en vitaal belevingseiland in de Delta. Daarmee wordt recreatie één van de belangrijkste economische pijlers van het eiland. De provincie Zuid-Holland onderschrijft het belang van de sector recreatie en toerisme voor de huidige en toekomstige ontwikkeling van Goeree-Overflakkee. De opstelling van de recreatievisie als uitvoering van de door Provinciale Staten aangenomen motie (168) is daarvan een uitwerking.

De recreatievisie beschrijft het beeld dat de provincie Zuid-Holland heeft voor de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van Goeree-Overflakkee en de mogelijkheden en aanpak om de toeristische en recreatieve ambities uit de Structuurvisie Goeree-Overflakkee te realiseren. De provincie heeft daarbij bezien wat, in het belang van het eiland en op basis van de Provinciale Structuurvisie, de reële mogelijkheden zijn.

Er liggen op het eiland diverse grote sociaal-economische en ruimtelijke opgaven, die op korte termijn vragen om integrale keuzes en acties. Deze visie gaat daarom niet alleen over recreatie op Goeree-Overflakkee, maar ook over toerisme, economie, cultuur(historie), landschap, water en natuur. Wanneer oplossingen op deze gebieden gecombineerd worden, biedt dat de beste kansen voor een impuls voor de economische vitaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van het eiland.

Aan de recreatievisie is een beeldverhaal gekoppeld, waarin aan de hand van een beeldend verhaal ondernemers en investeerders geïnspireerd worden om projecten te beginnen op het eiland. Door de verbeelding wordt gestuurd op projecten die bijdragen aan de versterking van de kernkwaliteiten, die een economische impuls geven en die wonen, werken en recreëren op het eiland nog aantrekkelijker maken.

De uitbreiding van de Camping Zuidzijde en Camping Schaapswei zijn in de motie (168) meegenomen. In samenwerking met het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Goeree-Overflakkee vindt de uitbreiding van deze ontwikkelingen plaats.

Voor de uitbreiding of te realiseren minicampings geldt vanwege de omvang afzonderlijk beleid. Voor dit beleid wordt verwezen naar paragraaf 2.4. Het toestaan van vrije plaatsen of het verspreid realiseren van camperplaatsen is venwege handhaving en veiligheid niet wenselijk.