direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - Bedrijventerrein
Plan: Dorpsgebied Melissant 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.DLDMelissant11-BP40

Artikel 4 Bedrijf - Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 4.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • e. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 7': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code 1582, uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens een bedrijfswoning;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • e. indien gebouwen niet in de perceelsgrens worden gebouwd, bedraagt de afstand tussen gebouwen en de perceelsgrens ten minste 1,5 m;
  • f. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  • g. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 750 m³.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte voor palen en masten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • f. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 400 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • g. zelfstandige detailhandel is niet toegestaan;
  • h. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  • i. bij het bedrijf behorende en daaraan ondergeschikte detailhandel is toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de vloeroppervlakte voor detailhandel ten hoogste 50 m² bedraagt;
    • 2. de detailhandel uitsluitend plaatsvindt binnen het hoofdgebouw;
    • 3. de detailhandel wordt uitgeoefend door het bedrijf of een aantoonbaar daaraan gelieerde organisatie die de hoofdactiviteit uitvoert.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 4.1 voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.

4.4.2 Afwijken voor detailhandel in volumineuze goederen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 om de vestiging van detailhandel in volumineuze goederen als bedoeld in artikel 1.39 mogelijk te maken.

Indien de vestiging van detailhandel in volumineuze goederen meer bedraagt dan 1.000 m² bvo wordt, alvorens de omgevingsvergunning te verlenen, advies ingewonnen bij het Regionaal Economisch Overleg Zuid-Holland Zuid.