direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf - Gemengd gebied
Plan: Dorpsgebied Melissant 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1924.DLDMelissant11-BP40

Artikel 5 Bedrijf - Gemengd gebied

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Gemengd Gebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 

  • a. bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', met ten hoogste één bedrijfswoning;
  • b. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 en 3 tot en met 6': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit de ten hoogste voor de bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging':

aanduiding   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm van bedrijf - 1   2932; 3248   -  
     
specifieke vorm van bedrijf - 3   4520   -  
specifieke vorm van bedrijf - 4   5190   C  
specifieke vorm van bedrijf - 5   2010.1   -  
specifieke vorm van bedrijf - 6   6312   -  

  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels:

5.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • d. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. indien gebouwen niet in de perceelsgrens worden gebouwd, bedraagt de afstand tussen gebouwen en de perceelsgrens ten minste 1,5 m;
  • f. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m;
  • g. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 750 m³.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het denkbeeldig verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte voor palen en masten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.