Plan: | Landelijk Gebied Dirksland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1924.DLDLandelijkgebied-BP30 |
Toetsingskader
In het plangebied zijn verschillende niet-agrarische bedrijven aanwezig. De aard van de bedrijfsactiviteiten is divers. Om te kunnen bepalen of de mogelijke milieubelasting van een bedrijf hoog of laag is, wordt gebruikgemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar toenemende milieubelasting. Deze Staat is gebaseerd op de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (editie 2009). Met behulp van een indeling in categorieën wordt aangegeven hoe groot de mogelijke milieubelasting van een bedrijf is.
Voor dit plangebied wordt gebruikgemaakt van de Standaard SvB. Deze SvB geeft met zogenaamde richtafstanden aan in welke milieucategorie een bedrijf valt. Er zijn richtafstanden voor aspecten als gevaar, geluid-, stof- en geurhinder. De genoemde richtafstanden gelden voor het referentiekader van een 'rustige woonwijk'. Zoals ook in de VNG-publicatie is aangegeven en in vaste jurisprudentie is bevestigd, kan voor andere omgevingstypen dan een rustige woonwijk worden afgeweken van deze richtafstanden. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar bijlage 1 van de regels.
Onderzoek
Algemene toelaatbaarheid
De bestaande bedrijfspercelen binnen het plangebied hebben de bestemming 'Bedrijf' gekregen. Ter plaatse zijn bedrijven uit categorie 1 en 2 uit de Standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten (Standaard SvB) algemeen toelaatbaar. Dit zijn bedrijven die, gelet op hun aard en invloed op de omgeving, toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing (in gebieden met gemengde functies).
Bedrijfsinventarisatie
De binnen het plangebied aanwezige bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald op basis van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie overzicht in bijlage 1 van de regels). Indien hier in de huidige situatie een bedrijf aanwezig is dat niet binnen de algemene toelaatbaarheid (categorie 2) past, krijgt dit bedrijf een specifieke bedrijfsaanduiding. Hierdoor zijn de betreffende bedrijfsactiviteiten volgens het bestemmingsplan toegestaan. Bij beëindiging van het bedrijf kan zich hier eenzelfde bedrijf of een bedrijf dat binnen de algemene toelaatbaarheid valt vestigen. Op deze manier worden bedrijven niet in hun bedrijfsvoering beperkt en wordt bij opheffing of bedrijfsverplaatsing voorkomen dat er een hogere milieubelasting kan optreden dan in de huidige situatie mogelijk is.
Bedrijfswoningen
Het bestemmingsplan gaat uit van handhaving van de bestaande bedrijfswoningen. Wanneer geen bedrijfswoning aanwezig is, is dit expliciet op de plankaart aangegeven. Oprichting of uitbreiding van het aantal bedrijfswoningen is niet toegestaan.
Nieuwvestiging
Nieuwvestiging van niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied is niet mogelijk. Nieuwvestiging zou leiden tot een ongewenste verstedelijkingsdruk en verdichting van het buitengebied. De gebiedswaarden en functies in het buitengebied kunnen daardoor worden aangetast.
Conclusie
Door het hanteren van bovengenoemde algemene toelaatbaarheid in combinatie met de specifieke bedrijfsaanduidingen wordt geborgd dat ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en dat bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt.