Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Maarssen-Dorp woongebied
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1904.BPmaarssdorpwo-OH01

Artikel 13 Kantoor

13.1 Bestemmingsomschrijving
  
a. De op de voor ‘Kantoor’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
 
1. kantoren;
 
met de daarbij behorende:
 
2. erven;
 
3. parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
 
4. groenvoorzieningen en water;
 
5. overige functioneel met de bestemming "Kantoor" verbonden voorzieningen.
  
b. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
   
13.2 Bouwregels
  
a. Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande, dat:
  
b. ten aanzien van gebouwen:
 
1. deze uitsluitend wordt gebouwd binnen aangegeven bouwvlakken;
 
2. een bouwvlak mag worden bebouwd tot het in het bouwvlak aangegeven bebouwingspercentage; indien in een bouwvlak geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwvlak geheel worden bebouwd;
 
3. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan respectievelijk 6 m en 10 m.
  
c. ten aanzien van erfbebouwing
 
1. bij elke woning mag erfbebouwing worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, waarbij:
 
- de gezamenlijke oppervlakte buiten het bouwvlak niet meer dan 50 m² bedraagt;
 
- de gezamenlijke oppervlakte van erfbebouwing niet meer dan 50% van de oppervlakte van het aansluitend aan de woning gelegen erf bedraagt;
 
- de bouwhoogte van vrijstaande erfbebouwing niet meer dan 3 m bedraagt;
 
- de bouwhoogte van de aangebouwde erfbebouwing niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
 
- voor zover de bestaande bouwhoogte hoger is dan 3 m: de maximale goothoogte en bouwhoogte van bestaande erfbebouwing (waaronder begrepen herbouw of verbouw van deze gebouwen) niet meer bedraagt dan de maten van deze gebouwen zoals deze bestonden op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
 
- de diepte van aangebouwde erfbebouwing gemeten vanaf de achtergevel niet meer dan 3 m bedraagt;
  
d. ten aanzien van bouwwerken geen gebouwen zijnde:
 
1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedraagt dan:
 
- 1 m op de gronden vóór de naar een openbare weg gekeerde gevel;
 
- 2 m op de overige gronden;
 
2. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer bedraagt dan:
 
- 10 m binnen een bouwvlak;
 
- 2.50 m buiten een bouwvlak.
   
13.3 Ontheffing van de bouwregels
  
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 13.2 onder b. sub 3 ten behoeve van een maximale goothoogte van 7.50 m en een maximale bouwhoogte van 12 m, mits zulks voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling noodzakelijk is en de bouw geen onevenredige afbreuk doet aan de ter plaatse aanwezige beeldkwaliteit.
   
13.4 Specifieke gebruiksregels
  
Er dient te worden voorzien in de noodzakelijke parkeervoorzieningen, waarbij ten minste het aantal parkeerplaatsen wordt gerealiseerd conform de parkeernormen zoals in de bijlage 'Parkeernormen' van deze regels is opgenomen. In de gevallen waarin de tabel niet voorziet, stelt het college van burgemeester en wethouders de parkeernorm vast.
   
13.5 Wijzigingsbevoegdheid
  
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsbevoegdheid 3’ ten behoeve van de bestemming 'Wonen', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarde:
  1. het aantal woningen niet meer bedraagt dan 2.