Plan: | Landelijk Gebied West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1904.BPlgwestLGB-VG02 |
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' dient, in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), de uitwendige hoofdvorm van het betrokken bouwwerk, bepaald door goothoogte, bouwhoogte, nokrichting, dakvorm, dakhelling en gevelindeling (indien een gevel aan het bouwwerk is te onderscheiden), zoals deze was op het moment van inwerkingtreding van dit plan, gehandhaafd te worden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 36.1.1 voor het bouwen overeenkomstig hetgeen is bepaald bij de andere daar voorkomende bestemming(en), indien:
De gronden ter plaats van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de vrije windgang van molens.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden, in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 36.2.2 voor het bouwen overeenkomstig de in lid 36.2.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemming(en), indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende molen en ter zake vooraf advies van de molenbeheerder is ingewonnen.
Alvorens omtrent het verlenen van omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de molenbeheerder.
De op voor 'ecologische hoofdstructuur' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de gronden ten behoeve van de instandhouding en realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur.