Plan: | Kockengen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1904.BPkockengenKKG-VG01 |
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vuurwerk' is het vestigen van kwetsbare objecten als bedoeld in het Vuurwerkbesluit niet toegestaan, tenzij de kwetsbare objecten onderdeel uitmaken van de betreffende risicovolle inrichting.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de aanduidingsgrens van de aanduiding 'veiligheidszone - vuurwerk' te wijzigen indien dat vanwege wijziging in de regelgeving omtrent vuurwerk noodzakelijk is.
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' het plan wijzigen, zodanig dat een bouwvlak wordt toegevoegd.
Ter plaatse van de aanduiding 'archeologisch monument' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige archeologische waarden. Deze gronden zijn aangewezen als beschermde archeologische monumenten waarop het bepaalde in de Monumentenwet 1988 van toepassing is.
Voor plangebieden waarvan de bodemverstoring een oppervlak van meer dan 50 m² beslaat en de bodem tot meer dan 0,3 m wordt geroerd dient archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden.
De gronden ter plaats van de aanduiding ‘vrijwaringszone – molenbiotoop’ zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de vrije windgang van molens.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden, in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en), de volgende regels:
Waarin:
H = de toelaatbare bouwhoogte in meters (gemeten vanaf het peil ter plaatse van de molen)
X = de afstand in meters vanaf het bouwwerk tot de wieken van de molen
n = 70 coëfficiënt
c = 0,2 (constante in verband met een windreductie van 5%)
z = askophoogte = 11,85 m.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 29.4.2 voor het bouwen overeenkomstig de in lid 29.4.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemming(en), indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende molen en ter zake vooraf advies van de molenbeheerder is ingewonnen.