direct naar inhoud van 6.4 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Bestemmingsplan De Kwekerij
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPdekwekerijMDP-OH01

6.4 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.4.1 Inspraak

Op basis van artikel 150 van de Gemeentewet heeft de gemeente Maarssen een inspraakverordening opgesteld, die bepaalt dat het gemeentebestuur bij de voorbereiding van een voorontwerpbestemmingsplan de bevolking en andere belanghebbenden betrekt.

Conform deze verordening heeft het voorontwerp van dit bestemmingsplan vanaf 5 februari 2010 tot en met 18 maart 2010 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn door onderstaande personen inspraakreacties ingediend.

Nr.   Naam   Datum  
1   S. Herremans
B. Wolfs
W. Beerman
J. van Stratum
R. Kraneveld
F. Heerkens Thijssen
R. van Bloemendaal
H. Hoogendoorn  
16 maart 2010  
2   H. van de Bosch
Directeur bassischool De Pionier  
15 maart 2010  
3   T. Hoogendoorn   3 maart 2010  

Inspraakreacties en becommentariëring

1. S. Herremans, B. Wolfs, W. Beerman, J. van Stratum, R. Kraneveld, F. Heerkens Thijssen,

R. van Bloemendaal, H. Hoogendoorn

Korte samenvatting inspraakreactie:

1. Appellant spreekt zijn waardering uit voor de wijze waarop het proces voor het opstellen van het bestemmingsplan is doorlopen. Toch vraagt appellant aandacht voor de vertaling van het beeldkwaliteitsplan en de gemaakte afspraken in het bestemmingsplan. Indien het niet mogelijk blijkt om bepaalde aspecten in het bestemmingsplan vast te leggen dan verzoekt appellant om een ander juridische vastlegging.
2. Concreet vraagt appellant aandacht voor bouwmogelijkheden voor het hoofdhuis zoals deze zijn opgenomen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan biedt meer mogelijkheden dan het getoonde bouwplan. Verzocht wordt om het bestemmingsplan aan te passen zodat maximaal hetgeen wat is opgenomen in het bouwplan kan worden gerealiseerd. Daarnaast wordt verzocht om de bouwhoogtes voor de woongebouwen naast het hoofdhuis aan te passen naar maximaal 4 m goot en 7 m nok zoals afgesproken met Maapron.
3. Verzocht wordt om de in het beeldkwaliteitsplan opgenomen muur in het bestemmingsplan te verankeren zodat een erfafscheiding van 2.20m mogelijk wordt tussen de nieuwe woningen en de bestaande woningen aan de Zandweg.
4. Appellant vraagt in het bestemmingsplan te verankeren dat het pad tussen de ontwikkeling en de Zandweg alleen gebruikt kan worden door voetgangers. Indien het niet mogelijk is dit te regelen via het bestemmingsplan dan wordt verzicht dit op een andere manier juridisch te verankeren. Ook de verkeersregulerende maatregelen dienen opgenomen te worden. Tot slot wordt verzocht om in het bestemmingsplan te regen dat langs het voetpad de terreinafscheidingen te mogen realiseren tot 2.20m hoogte.
5. Appellant vreest dat de bewoners van de nieuwe wijk de Zandweg mogelijk gaan gebruiken voor het parkeren van auto's. Verzocht wordt om hier passende maatregelen tegen te nemen. In dit kader is de ingezette lijn tot verminderen van het autoverkeer op de Zandweg en de inrichting van de 30km zone van essentieel belang.
6. De toegevoegde watertoets is voor appellant niet duidelijk. De volgende punten zou appellant graag opgehelderd zien:
a. Wat is het niveau van de sloot ten opzichte van de Vecht?
b. Paragraaf 4.3 en 5.2 spreken elkaar tegen. In de eerste paragraaf wordt gesproken over 1.1m beneden maaiveld terwijl later staat aangegeven -1.5NAP. Wat is nu de precieze hoogte van het grondwater en het maaiveld?
c. Onduidelijk is hoeveel De Kwekerij wordt opgehoogd en wat dit betekent voor de regenwaterafvoer en de waterhuishouding.
d. Hoe zit het met de duikers? In paragraaf 4.2.4 wordt aangegeven dat er geen duikers worden bijgeplaatst terwijl ook gesproken wordt over een nieuwe duiker onder het voetpad naar de Zandweg.
e. Hoe worden de nieuwe watergangen onderhouden?

Commentaar:

Ad.1. De afstemming tussen het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan zal nogmaals beoordeeld worden.
Ad. 2. De bouwplannen voor de betreffende locaties zijn nog niet helemaal rond. Om in het bestemmingsplan nog enige flexibiliteit te houden zullen de bouwblokken dan ook niet worden aangepast. Omdat nu wel al zeker is dat het bouwblok ten zuiden van het hoofdhuis minder hoog zal worden, worden hier de maximale hoogtes aangepast naar 5m goot en 7m nok. Dit kan niet voor het blok ten noorden van het hoofdhuis. Dit blok biedt minder ruimte om daarbinnen nog volwaardige gezinswoningen te kunnen realiseren wellicht is een hogere goothoogte noodzakelijk. Op het moment dat de ontwerpen bekend zijn zal moeten blijken of van de aangegeven hoogtes gebruik zal worden gemaakt.
Ad. 3. Op de erfafscheiding tussen de percelen aan de Zandweg en de nieuwe ontwikkeling kan een terrein afscheiding worden gerealiseerd van 2m hoogte. Met vrijstelling kan dit zelfs 2.20m worden. Omdat de precieze locatie van de terreinafscheiding nu nog niet helemaal duidelijk is zal deze niet worden opgenomen op de plankaart. Indien de bewoners in de toekomst willen voorkomen dat een eventuele terreinafscheiding gesloopt gaat worden dan kunnen zij dit privaatrechtelijk met de eigenaar van het terrein regelen. Overigens is het mogelijk dat op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp bestemmingsplan er al iets meer bekend is over de exacte locatie van de muur zodat deze alsnog op de plankaart kan worden opgenomen.
Ad. 4. Het gebruik van het pad kan niet in het bestemmingsplan worden geregeld. Om de realisatie van de verkeersregulerende maatregelen te verankeren zal een overeenkomst worden gesloten met de projectontwikkelaar. Of op de gronden gelegen naast het voetpad een terreinafscheiding mag worden gerealiseerd is geregeld in het bestemmingsplan Maarssen aan de Vecht. In dit bestemmingsplan staat aangegeven dat op de gronden achter de voorgevelrooilijn terreinafscheidingen met een hoogte van 2m mogen worden gerealiseerd. Met vrijstelling kan dit eventueel verhoogd worden naar 2.20m.
Ad. 5. De Zandweg valt niet binnen het plangebied. De gemeente kan ook geen invloed uit oefenen op de locatie die mensen kiezen om hun auto te parkeren. Wel zal het door de gemeente ingezette beleid om het autoverkeer op de Zandweg te verminderen en de inrichting van Zandweg als 30km zone worden gehandhaafd.
Ad. 6. a. Het niveau van de sloot is NAP -0,3 m., het niveau van de Vecht is NAP -0,4 m.
b. Er is geen sprake van tegenspraak. De genoemde grondwaterstand van 1,1 m-mv (minus maaiveld) is een maximumwaarde. De genoemde 1,5 m-mv (dus niet t.o.v. NAP) is een in het veld gemeten waarde ten tijde van veldwerkzaamheden.
c. Het maaiveld ligt voor het grootste deel op circa NAP +0,5 m. Dit zal op circa NAP +0,7 m moeten komen.
d. De afwatering vindt plaats in noordelijke richting via een duiker die van zuid naar noord loopt.
e. De gemeente zal zorg dragen voor het onderhoud van de watergangen gelegen in het midden van het plangebied.

Conclusie:

Ad 1. Bestemmingsplan waar nodig aanpassen aan beeldkwaliteitsplan.
Ad.2. Hoogtes voor de woningen ten zuiden van het hoofdhuis aanpassen naar 5m goot en 7m nokhoogte.
Ad.3. Geen aanpassingen.
Ad.4. Geen aanpassingen.
Ad. 5. Geen aanpassingen.
Ad. 6. Geen aanpassingen.


2. H. van de Bosch, Directeur basischool De Pionier

Korte samenvatting inspraakreactie:

Appellant geeft aan dat de situering van de garageboxen bij de uitgang van het plangebied gevaarlijke situaties op kan leveren. De garageboxen zouden te dicht op het fietspad staan en daardoor de uitrijden auto's onvoldoende zicht verschaffen. Verzocht wordt dan ook om de locatie van de garageboxen te heroverwegen of andere maatregelen te treffen die zorgen voor voldoende overzicht op de kruising.

Commentaar:

Het plangebied zal van de Huis ten Boschstraat afgescheiden worden door een muur, die in het kader van geluidafscherming van de Huis ten Boschstraat en in het kader van beeldkwaliteit voor het plangebied noodzakelijk is. De realisatie van de beoogde garageboxen heeft dan ook geen extra zichtbelemmerend effect gelet op de te realiseren muur. Wel zal middels het aanbrengen van voldoende verkeerskundige maatregelen de veiligheid van het kruispunt en het fietsend verkeer gewaarborgd moeten worden.

Conclusie:

Het bestemmingsplan zal naar aanleiding van deze reactie niet worden aangepast.


3. T. Hoogendoorn

Korte samenvatting inspraakreactie:

1. Volgens appellant zou door de realisatie van het plan de groenstrook langs de Huis ten Boschstraat volledig verdwijnen en plaats maken voor een 2m hoge muur met een 3.5m hoog schuindak voor de parkeerschuur. Deze ontwikkeling zou ten koste gaan van de leefbaarheid aan de overkant van de straat. De volgende argumenten draagt appellant hiervoor aan:

a. Het "heat island" effect wordt versterkt;
b. Weggeluiden worden niet meer geabsorbeerd;
c. Het wegverkeergeluid wordt weerkaats en dus ernstiger;
d. Het positieve esthetische en rustgevende effect van het bestaande groen verdwijnt;
e. Het concentraties CO2, fijn- en ultrafijnstof en stikstof zullen stijgen;
f. Overstekende dieren verliezen hun schuilplaats.

2. Appellant stelt voor de ontsluiting van de wijk te regelen via de Vechtensteinlaan. Deze straat is geschikt voor de verwerking van het verkeer uit De Kwekerij.
3. De berekening van de geluidsbelasting op de woningen in de Huis ten Boschstraat ontbreekt volgens appellant in het plan. In het plan wordt gesproken van een geluidsbelasting van 61dB. Dit is volgens appellant alleen van toepassing op de school. Voor de woningen geldt volgens appellant een toekomstige belasting van 74dB, wat onacceptabel is.

Commentaar:

Ad. 1. De muur komt op de eigendomsgrens te staan van de voormalige kwekerij. Tussen deze grens en het fietspad heeft de gemeente nog een strook grond van 1 tot 1.5m in eigendom. Deze grond zal gebruikt worden om de muur een groene aankleding te geven. Dit zal ook verankerd worden in het bestemmingsplan Maarssen Dorp. De door appellant aangedragen problemen die zouden ontstaan indien de het groen verdwijnt zijn dan ook niet aan de orde het groen blijft immers bestaan.

Ad. 2. De ontsluiting van het plangebied dient plaats te vinden via de Huis Ten Boschstraat omdat deze weg qau vorm en functie geschikt is als gebiedsontsluitingsweg. De weg heeft het daarbij behorende profiel en voldoende brede rijstroken. De Vechtensteinlaan heeft de functie van erftoegangsweg en is niet geschikt voor de verwerking van extra verkeer uit De Kwekerij. De aansluiting van De Kwekerij op beide wegen is niet gewenst omdat hierdoor een mogelijke sluiproute zou ontstaan. Uit de overige onderzoeken die zijn gedaan zijn in het kader van het bestemmingsplan blijkt dat de keuze voor het ontsluiten van het gebied via de Huis Ten Boschstraat de ruimtelijke kwaliteit niet negatief beïnvloed. Het aantal verkeersbewegingen wat er bij komt op de Huis Ten Boschstraat als gevolg van De Kwekerij is ondergeschikt aan de reeds aanwezige verkeersbewegingen.
Ad. 3. In het als bijlage bij het bestemmingsplan behorende akoestisch onderzoek zijn, naast de school, wel degelijk de bestaande woningen aan de Huis ten Boschstraat meegenomen in de berekeningen. Voor de berekeningen zijn de op dat moment meest actuele verkeersgegevens van de Milieudienst gehanteerd. Hieruit blijkt dat de geluidbelasting op de gevels van deze woningen maximaal 61/62 dB zal bedragen. Dit betreft ten opzichte van de huidige situatie een verhoging van maximaal 1 dB, wat als verwaarloosbaar kan worden beschouwd en wat in de praktijk zelfs niet waarneembaar zal zijn. De wijze waarop appellant de geluidbelasting op de woningen heeft berekend en tot een waarde van 74 dB komt, is niet conform de te hanteren rekenmethoden en geeft daardoor een onjuiste uitkomst.

Conclusie:

Het bestemmingsplan zal naar aanleiding van deze reactie niet worden aangepast.

6.4.2 Overleg

Artikel 3.1.1 van het Bro bepaalt dat het gemeentebestuur bij de voorbereiding van het voorontwerp-bestemmingsplan overleg voert met de besturen van het betrokken waterschap en de diensten van provincie en Rijk, die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

In het kader van het vooroverleg met andere instanties zijn de volgende reacties ontvangen:

Nr.   Naam   Adres   Datum  
1   Provincie Utrecht   Postbus 80300   5 maart 2010  
2   Bestuur Regio Utrecht     24 februari 2010  
3   Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden     8 februari 2010  
4   VROM inspectie Noord-West   Postbus 1006   23 maart 2010  
5   Waternet, Amsterdam     23 maart 2010  

Naar de volgende instanties is wel een exemplaar van het bestemmingsplan verzonden, maar is echter geen reactie ontvangen:

  • Gasunie;
  • Gemeente Breukelen.

Overlegreacties en becommentariëring

1. Provincie Utrecht

Korte samenvatting inspraakreactie:

De provincie kan instemmen met het bestemmingsplan. Wel vraagt zij aandacht voor de volgende punten:

a. In de toelichting onder 4.2 wordt gesproken over het 'Streekplan 2005-2010'. Per 1 juli 2008 is dit streekplan beleidsneutraal omgezet in de 'Structuurvisie 2005-2015;. Daarnaast is de provinciale verordening op 24 december 2009 in werking getreden en dus geen ontwerp meer, zoals nog wel staat weergegeven in paragraaf 4.2.2.;

b. In de toelichting wordt in paragraaf 5.5.2 het Waterhuishoudingplan van de provincie genoemd. Op 23 november 2009 is het provinciale Waterplan vastgesteld;

c. Het plangebied ligt wel in het 100-jaarsaandachtsgebied voor de waterwinning. In de toelichting moet dit worden aangepast en zal moeten worden aangegeven hoe de bescherming gestalte krijgt en wat het belang is van de waterwinning;

d. In de regels onder artikel 5.2 ontbreekt een bepaling die de realisatie van de poort aan de Huis ten Boschstraat mogelijk maakt;

e. Op de verbeelding zit een verschil in de aanduiding van het linker en het rechter appartementencomplex;

Commentaar:

Er wordt met de opmerkingen van de Provincie Utrecht ingestemd, het bestemmingsplan zal rekening houdend met bovenstaande opmerkingen aangepast worden.


2. Bestuur Regio Utrecht

Korte samenvatting inspraakreactie en reactie:

Het Bestuur Regio Utrecht heeft per email laten weten in te kunnen stemmen met het plan. Het bestemmingsplan zal naar aanleiding van deze reactie niet worden aangepast.

3. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Korte samenvatting inspraakreactie en reactie:

Het plangebied ligt niet binnen het beheergebied van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Het bestemmingsplan zal naar aanleiding van deze reactie niet worden aangepast.

4. VROM-inspectie

Korte samenvatting inspraakreactie en reactie:

De VROM-inspectie ziet geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Het bestemmingsplan zal naar aanleiding van deze reactie niet worden aangepast.

5. Waternet Amsterdam

Korte samenvatting inspraakreactie en reactie:

Waternet kan instemmen met de opgenomen waterparagraaf en heeft verder geen opmerkingen op het voorontwerp. Het bestemmingsplan zal naar aanleiding van deze reactie niet worden aangepast.

6.4.3 Zienswijzen

Overeenkomstig artikel 3.8 lid 1 sub d. Wro heeft één ieder de mogelijkheid om schriftelijk of mondeling een zienswijze op het ontwerp-bestemmingsplan bij de gemeenteraad in te dienen, voorafgaand aan het opstellen van het vast te stellen bestemmingsplan.

In het raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan zal ingegaan worden op de binnengekomen zienswijzen. De zienswijzen worden samengevat weergegeven, alsmede het antwoord van de gemeente Maarssen op de zienswijzen. Tevens worden de eventuele wijzigingen in het bestemmingsplan volgend uit de zienswijzen kort toegelicht.