direct naar inhoud van 4.3 Gemeente
Plan: Schildershof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPSchildershofMDP-VG01

4.3 Gemeente

4.3.1 Structuurvisie Maarssen

In 2005 heeft de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Maarssen de Ruimtelijke Structuurvisie Maarssen vastgesteld. In deze structuurvisie wordt de totale ruimtelijke benadering van de gemeente Maarssen beschreven. Ook wordt voor een aantal locaties aangegeven wat de voorgestelde ontwikkelingen zijn.

De Structuurvisie Maarssen is een keuze voor cultuurhistorie en kwaliteit. Bovendien is het de keuze voor een definitieve afronding van de ruimtelijke vormgeving van de gemeente Maarssen.

In de structuurvisie wordt dieper ingegaan op de verschillende deelgebieden. Ten aanzien Maarssen-Dorp woongebied, waar het plangebied zich bevindt, wordt in de structuurvisie aangegeven dat de sterke kwaliteit van de locatie, dicht bij het oude centrum, op dit moment onvoldoende benut wordt . Bovendien is een groot deel van de woningvoorraad is verouderd. In de structuurvisie wordt gesproken over de noodzaak van herstructurering van onder andere de schilderswijk.

Onderhavige ontwikkeling sluit aan bij de doelstelling van de structuurvisie voor Maarssen-Dorp woongebied.

4.3.2 Natuur- en milieubeleidsplan 2008 - 2012

Het Natuur- en milieubeleidsplan 2008 - 2012 van de voormalige gemeente Maarssen beschrijft hoe de gemeente in deze periode de kwaliteit van natuur en milieu wil behouden en verbeteren. Het doel van dit beleidsplan is om bij te dragen aan een gezonde, prettige en duurzame leefomgeving. Daarnaast neemt de gemeente met dit beleidsplan haar verantwoordelijkheid op het gebied van natuur en milieu.

Het nieuwe beleidsplan is in 2009 vastgesteld en gaat uit van de totale kwaliteiten van natuur en milieu waarin we wonen, leven en werken. Per gebiedstype worden de kansen in beeld gebracht die er zijn op het gebied van duurzaamheid, natuur en milieu. Het plangebied 'Schildershof' valt onder gebiedstype 'Woonwijk'. De hoofdfunctie in dit gebiedstype is wonen, met een aantal ondersteunende functies als winkelcentra en dienstverlening.

De ambities voor het gebiedstype 'Woonwijk' welke zijn opgenomen in het Natuur- en milieubeleidsplan hebben geen betrekking op de voorgenomen ontwikkeling ter plaatse van het plangebied.

4.3.3 Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart voor de gemeenten Maarssen, Loenen, Abcoude en Breukelen

De voormalig gemeente Maarssen heeft een archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart vastgesteld. Op grond van de verwachtingswaardekaart zijn de gronden in het plangebied aangewezen als gronden met hoge archeologische verwachting, lage archeologische verwachting, middelhoge archeologische verwachting en een terrein van archeologische of hoge archeologische waarde (AMK terrein). Navolgende afbeeldingen geven de archeologische verwachting weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.1904.BPSchildershofMDP-VG01_0007.jpg"

Afbeelding 4.2: Uitsnede archeologische verwachtings- en beleidskaart Maarssen

Voor de diverse verwachtingen geldt het volgende beleid.

  • Hoge archeologische verwachting:
    • 1. Historische kernen en ontginningsassen: voor plangebieden waarvan de bodemverstoring een oppervlak van minder dan 50 m² beslaat hoeft geen onderzoek te worden uitgevoerd.
    • 2. Pleistocene opduikingen: voor plangebieden waarvan de bodemverstoring een oppervlak van minder dan 100 m² beslaat hoeft geen onderzoek te worden uitgevoerd.
    • 3. Meandergordels en crevassecomplexen en blokverkaveling: voor plangebieden waarvan de bodemverstoring een oppervlak van minder dan 500 m² beslaat hoeft geen onderzoek te worden uitgevoerd.
  • Middelhoge archeologische verwachting: Voor plangebieden waar de beoogde bodemverstoring een kleiner oppervlak beslaat dan 1.000 m² hoeft geen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.
  • Lage archeologische verwachting: Aanbevolen wordt om voorafgaand aan planontwikkeling in gebieden met een planomvang van meer dan 10 hectare een inventariserend verkennend booronderzoek uit te voeren om de mogelijke aanwezigheid van pleistocene opduikingen, meandergordels en/of crevassecomplexen vast te stellen.
  • AMK-terreinen: Voor plangebieden waarvan de bodemverstoring een kleiner oppervlak beslaat dan 50 m² hoeft geen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Conform het provinciaal vrijstellingsbeleid geldt voor een zone van 250 m rond de AMK-terreinen een vrijstellingsgrens van 100 m². Wanneer in het plangebied of in een zone van 100 m daaromheen een vondstmelding bekend is, geldt een vrijstellingsgrens van 100 m².
  • Specifieke bodemingrepen: Conform het provinciaal vrijstellingsbeleid geldt voor plannen en de bodemingrepen die een lineair element betreffen, zoals bijvoorbeeld sleuven voor riolering of kabels&leidingen en te graven sloten/waterwegen, geen vrijstelling op basis van oppervlakte. In deze gevallen dient conform het provinciaal beleid contact opgenomen te worden met de provinciaal archeoloog.

Het plangebied is gelegen binnen het gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Op grond van het gemeentelijke beleid dient archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden bij bodemingrepen groter dan 1.000 m2. Aangezien de bodemingrepen in het plangebied groter dan 1.000 m2 zullen zijn, is ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling archeologisch onderzoek uitgevoerd. In paragraaf 5.5.5 zal nader op dit onderzoek ingegaan worden.

4.3.4 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) 2008-2012

Om het verkeer in goede banen te leiden heeft de gemeente een beleidsplan ontwikkeld. Het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (GVVP). In dit plan staat benoemd welke maatregelen de gemeente neemt om de verkeersveiligheid en bereikbaarheid van Maarssen te waarborgen.

Het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan legt grote nadruk op het verbeteren van de verkeersveiligheid en de doorstroming van verkeer en daarmee op het leefklimaat van de gemeente.

In het beleidsstuk is bijvoorbeeld prioriteit gegeven aan het fietsverkeer. De komende jaren wordt de fietsveiligheid vergroot, door onder andere het inrichten van Schoolzones bij de scholen in Maarssenbroek, wat goed aansluit bij de ontwikkelingen in het plangebied.

4.3.5 (concept) Welstandsnota (2012)

De gemeente Stichtse Vecht heeft in 2012 de (concept) welstandsnota vastgesteld. De welstandsnota gaat voornamelijk in op het toetsingskader voor de bestaande bebouwde omgeving. De nota is geschreven voor het beheer van bestaande gebieden en objecten. De nota kent vier soorten welstandscriteria: algemene criteria, gebiedscriteria, objectcriteria en criteria voor bepaalde typen bouwwerken. Daarnaast zijn er aanvullende criteria voor wijzigingen binnen de invloedssfeer van monumenten en voor excessen.

Het plangebied is ingedeeld in het deelgebied 'Dr. Plesmanlaan en omgeving' waarvoor een gewoon welstandsregime geldt.

De welstandscommissie zal bij de advisering onder meer aandacht schenken aan het behoud van enige samenhang in het straatbeeld met herhaling in rooilijnen en gevelindeling en samenhang in zowel de architectonische uitwerking als het gebruik van materiaal. Vooruitlopend op de definitieve toetsing is het stedenbouwkundig plan twee keer in het kader van vooroverleg aan de welstandscommissie gepresenteerd, waarbij het plan reeds op hoofdlijnen is goedgekeurd.

4.3.6 Gemeentelijk rioleringsplan

In 2007 heeft de voormalige gemeente Maarssen het Gemeentelijk rioleringsplan van Maarssen vastgesteld. Het plan bevat een beschrijving van de basisgegevens van de riolering, het oppervlaktewater, het afvoerend oppervlak e.d.. Momenteel is de gemeente bezig met het opstellen van een nieuw rioleringsplan voor het gehele plangebied.

In het rioleringsplan zijn maatregelen opgenomen om te voldoen aan de doelstellingen
van de Kaderrichtlijn Water. Voor het plangebied is de maatregel afkoppeling van hemelwater
van toepassing. In de toekomstige situatie zal ter plaatse van de nieuwbouw het hemelwater afgekoppeld worden en middels een gescheiden stelsel worden aangesloten op het bestaande rioolstelsel.