direct naar inhoud van 3.4 Externe veiligheid
Plan: Herontwikkeling voormalig kloostercomplex Rijksweg 8-18
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1903.BPPVM0001-OH01

3.4 Externe veiligheid

Bij ruimtelijke planvorming moet rekening gehouden worden met het aspect externe veiligheid. De risico's voor de bevolking, die verbonden zijn aan gevaar veroorzakende activiteiten moeten in beeld worden gebracht. De volgende bronnen kunnen aan de orde zijn:

  • inrichtingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor. 
3.4.1 Inrichtingen

De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) regels gesteld. Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient onderzocht te worden:

  • of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en risicovolle inrichtingen anderzijds in verband met het plaatsgebonden risico;
  • of (beperkt) kwetsbare objecten liggen binnen in het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en zo ja, wat de bijdrage is aan het groepsrisico.

In het kader van de planvoorbereiding van het vigerende bestemmingsplan "Buitengebied 2009" zijn de aanwezige risico's of gevaarbronnen geïnventariseerd. Dergelijke inrichtingen beperken zich tot de aanwezigheid van enkele bedrijven, waar opslag van risicovolle stoffen plaatsvindt.

In of in de nabijheid van het plangebied zijn geen inrichtingen gelegen die relevant zijn voor dit bestemmingsplan.

3.4.2 Vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen

De veiligheidsafstanden die moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen zijn vastgelegd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (vastgesteld op 24 juli 2010)

In of bij het plangebied zijn geen buisleidingen gelegen waardoor gevaarlijke stoffen worden getransporteerd.

3.4.3 Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, spoor en water

In de Nota Vervoer gevaarlijke stoffen (2005) wordt een Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen aangekondigd, dat naar verwachting in de loop van 2010 wordt voorzien van een wettelijke basis. In dat kader zijn op 4 december 2008 de ontwerpen voor de Basisnetten Water en Weg, alsmede het conceptontwerp Basisnet Spoor aan de Tweede Kamer aangeboden. Daarna is op 17 februari 2009 door de Basisnet-werkgroep Weg de eindrapportage "Voorstel Basisnet Weg" gepresenteerd.

In deze stukken wordt ook aandacht besteed aan het begrip "Plasbrandaandachtsgebied" (PAG). Onder een PAG wordt verstaan het gebied tot 30 meter van de weg waarin, bij realisering van kwetsbare objecten, rekening dient te worden gehouden met de effecten van een plasbrand. Een plasbrand is verbranding van een door bijvoorbeeld lekkage ontstane plas van brandbare vloeistof. Een PAG geldt alleen voor nieuw te bouwen kwetsbare objecten. Bestaande objecten binnen de PAG hoeven niet te worden gesaneerd. In Margraten vinden alleen transportactiviteiten met gevaarlijke stoffen plaats over de provinciale wegen, zoals de Rijksweg N278 van Maastricht naar Aken.

Beleid Externe Veiligheid omgaan met risico's

In 2008 heeft de voormalige gemeente Margraten het gemeentelijk beleid vastgelegd in de nota ("Beleid Externe Veiligheid omgaan met risico's". In deze nota geeft de gemeente aan zich tot doel te hebben gesteld: "iedereen op elke plek in de gemeente een zo veilig mogelijke werk- en leefomgeving te bieden". De gemeente maakt daarbij geen onderscheid tussen een woon-, recreatie- of werkomgeving. Gelet op de indeling van de gemeente en het historisch karakter is het gehele gebied als landelijke, agrarische omgeving te kwantificeren.

Visie en ambitie

Voor de beoordeling van de externe veiligheidssituatie rond transportroutes voor gevaarlijke stoffen wordt de cRnvgs als wetgevend beschouwd. Na introductie van de Basisnetten zullen de hieruit voortvloeiende veiligheidsafstanden worden gehanteerd. Indien uit de gegevens of kaartmateriaal van het basisnet reeds blijkt dat er geen externe veiligheidscontour langs een weg geldt zal er geen aandacht aan het aspect externe veiligheid transportroutes worden besteed.

De gemeente acht een kleine toename van het groepsrisico in het invloedsgebied van een transportroute voor gevaarlijke stoffen over de weg, te weten: maximaal 5 woningen per jaar (kleine bouwprojecten) die gerealiseerd worden aan dezelfde transportroute, aanvaardbaar (opvullen van de gaten langs een transportroute). Voor kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied zullen indien nodig preventieve en preparatieve maatregelen worden genomen (b).

Huidige situatie: risico’s van transport van gevaarlijke stoffen; wegen

Er loopt geen snelweg door de gemeente Margraten. De belangrijkste transportas is de Rijksweg N278 van Maastricht naar Aken. Deze weg is niet opgenomen in het Basisnet (kaart met wegen in kader van externe veiligheid). Naast doorgaand verkeer is er bestemmingsverkeer, vooral voor de bevoorrading van tankstations en aan- en afvoer naar/van opslaglocaties van gevaarlijke stoffen. De Rijksweg is niet opgenomen in het Basisnet en heeft derhalve geen contour voor het plaatsgebonden risico.

Voor de Rijksweg N278 geldt een contour van 200 meter. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient deze contour in ogenschouw te worden genomen. Indien er sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling die niet voldoet aan de eisen van “een klein bouwproject”dient het groepsgebonden risico te worden verantwoord.

Naast gericht bestemmingsverkeer is er op de N278 geen sprake van een routing voor gevaarlijke stoffen. De intensiteiten van deze transporten zijn dan ook niet zodanig dat deze onaanvaardbare risico's met zich mee brengen.

Als gevolg van de herontwikkeling op de onderhavige locatie neem het aantal woningen toe van 23 wooneenheden en 7 kamers in de huidige situatie naar maximaal 40 woningen in de toekomstige situatie. Gelet op de uiteenlopende maatschappelijke functies die daarnaast op deze locatie in de loop der jaren aanwezig zijn geweest zal het aantal personen in het invloedsgebied niet significant toenemen.

Aangezien in het kader van de onderhavige ontwikkeling het geheel zal worden voorzien van een geluidwal van maximaal 6 meter hoog kan gesteld worden dat hiermee reeds aan de voorwaarde van een eerste afschermende maatregel is voldaan. Tevens zal het plangebied voorzien worden van afdoende basisvoorzieningen (bereikbaarheid en bluswater primair).

Ondanks dat er maatregelen getroffen kunnen worden kan een incident niet uitgesloten worden. Echter als gevolg van de maatregelen wordt het restrisico aanvaardbaar geacht.

3.4.4 Advies brandweer Zuid-Limburg

In het kader van het vooroverleg is het voorontwerp bestemmingsplan voor advies voorgelegd aan de brandweer Zuid-Limburg. De brandweer merkt in haar brief d.d. 25 november 2011, die als bijlage 19 is bijgevoegd, ten aanzien van de ligging binnen het invloedsgebied van de Rijksweg, het volgende op.

Gelet op de ligging binnen het invloedsgebied van de Rijksweg kunnen bij een ongeval ook slachtoffers vallen. Beoordeeld is de risicobron, de afstand tot het plangebied, het meest geloofwaardige en het worst case scenario bij het transport van vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijksweg (zie onderstaande tabel 1).

afbeelding "i_NL.IMRO.1903.BPPVM0001-OH01_0004.png"

Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg

Het geschetste scenario gaat uit van een verkeersongeval waarbij een tankwagen met dieselolie of pentaan, met een systeeninhoud van 23 ton, is betrokken, de ontsteking direct plaatsvindt en er sprake is van een snel scenario. Hetgeen inhoudt dat op het moment dat hulpverlening ter plaatse komt, er begonnen kan worden met het redden van slachtoffers en het bestrijden van secundaire branden (binnen de 1 %-letaliteitsgrens). In dit scenario zijn de mensen in het invloedsgebied aangewezen op hun eigen redzaamheid en een goede inrichting van hun omgeving.

Bij niet (of later) ontsteken van de vloeistofplas, kan door inzet van de hulpverlening, escalatie van het scenario worden voorkomen.

Zelfredzaamheid

De volgende 5 strategieën zijn beschouwd door de brandweer:

  • 1. binnen blijven;
  • 2. schuilplaats binnengaan;
  • 3. vluchten;
  • 4. ontruimen en vluchten;
  • 5. dekking zoeken.

Uitgaande van het geschetste scenario zijn de mensen in het invloedsgebied aangewezen op hun eigen redzaamheid en een goede inrichting van hun omgeving.

Bij een incident zoals aangegeven, zijn voor personen buiten de mogelijke strategieën: schuilplaats binnengaan, vluchten en dekking zoeken, aanwezig. Voor personen in objecten aanwezig komen de zelfredzame strategieën binnen blijven en vluchten in aanmerking. In onderstaande tabel (3) zijn de maatregelen nog een keer overzichtelijk door de brandweer op een rij gezet.

afbeelding "i_NL.IMRO.1903.BPPVM0001-OH01_0005.png"

Plangebied

De brandweer geeft aan dat de geluidwal (afscherming en afstand) die is voorzien bescherming zal bieden. Wat betreft de voorwaarden inzake de basisvoorzieningen bluswater en bereikbaarheid kan ook aan deze voorwaarden worden voldaan indien blok E dichter genaderd kan worden en een brandkraan kan worden aangelegd op dit eindpunt. Tevens dient voor blok A een brandkraan te worden aangelegd ter hoogte van de inrit vanaf de Rijksweg.

Advies

Geadviseerd wordt de volgende maatregelen te overwegen:

  • brandwerende gevels en beglazing;
  • bescherming dragende delen;
  • minder glasoppervlak aan zijde risico-object;
  • kwetsbare groepen in gebouw ver van de risicobron af situeren;
  • ramen en deuren sluiten;
  • in buitengebied mogelijkheden creëren om te vluchten weg van de Rijksweg.

Tevens dient de initiatiefnemer contact op te nemen met de brandweer om de juiste locaties van de brandkranen en de definitieve bereikbaarheid te bespreken.

Bij de nadere uitvoering van het bouwplan zal de initiatiefnemer zoals gevraagd contact opnemen met de brandweer.