direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Sierteeltgebied Randenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1901.Randenburg10-BP81

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor Bedrijf'' aangewezen gronden zijn - onder verwijzing naar de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bestemd voor bedrijven vallende onder de categorieën A, B1 en B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-1': een aannemersbedrijf met een perceelsoppervlak groter dan 1.000 m²;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-2': een loonbedrijf met een perceelsoppervlak groter dan 500 m²;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-3' : een transportbedrijf;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-4': een autoherstelinrichtingsbedrijf;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'groothandel': een groothandel in fruit;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': een nutsvoorziening;
  • g. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater;
  • h. het uitoefenen van detailhandel voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge het voorafgaande toegestaan;

met dien verstande dat:

  • i. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk niet is toegestaan;
  • j. geluidshinderlijke inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • k. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • l. per bedrijf het kantoorvloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak, met een maximum van 500 m².

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

5.2.1 Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd
  • a. gebouwen ten dienste van de bestemming en een daarbij behorende bedrijfswoning;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2.2 Vervolgens geldt het volgende:
  • a. op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1', zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan;
  • b. op gronden met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan;
  • c. overigens geldt ook het volgende:

  max. aantal per bouwvlak   max.
inhoud  
max. oppervlakte   max.
goothoogte  
max. bouwhoogte  
bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van de woonfunctie   één, tenzij middels een maatvoeringsaanduiding anders is aangegeven   650 m³     4,5 m   10 m  
overige gebouwen en overkappingen       *   **   **  
terreinafscheidingen           2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde           3 m  

* Het in de 'Oppervlaktelijst niet-agrarische bedrijven en overige voorzieningen' (zie bijlage 2) vermelde toegestane oppervlak.

** De in de bovengenoemde lijst vermelde toegestane goot- en bouwhoogten.

5.3 Ontheffingsbevoegdheid Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.1:

  • a. om bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 5.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in lid 5.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals in lid 5.1 genoemd;

met dien verstande dat risicovolle inrichtingen en geluidshinderlijke inrichtingen niet zijn toegestaan.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. het is verboden onbebouwde gronden te gebruiken voor de opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 3 m.
  • b. het gebruik van gedeelten van bedrijfswoningen ten behoeve van de uitoefening van niet-publieksgerichte aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan voor zover:
    • 1. het vloeroppervlak niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 60 m2;
    • 2. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens de bewoner van de woning is;
    • 3. in de parkeerbehoefte op eigen terrein wordt voorzien
    • 4. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en/of detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;