direct naar inhoud van Artikel 21 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bolsward Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1900.040704-OH01

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

21.1 geluidzone - industrie
21.1.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt voor het bouwen van gebouwen de volgende regel:

  • een op grond van de daar voorkomende bestemming(en) toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelig object, mag niet worden gebouwd.

21.1.2 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' wordt als strijdig gebruik, in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelig gebouwen.

21.1.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. het bepaalde in lid 21.1.1 en 21.1.2 buiten toepassing blijft, teneinde de ingevolge de daar voorkomende bestemming(en) toegelaten geluidsgevoelige objecten te kunnen bouwen of gebruiken, mits:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de met deze gebiedsaanduiding gereserveerde ruimte voor het industrieterrein;
    • 2. de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van geluidsgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde.

21.2 vrijwaringszone - molenbiotoop
21.2.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen gelden ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - molenbiotoop” dat niet hoger mag worden gebouwd dan:

  • a. binnen een afstand van 100 m van de molen: de bouwhoogte die gelijk is aan de bouwhoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen;
  • b. binnen een afstand van 100 m tot 400 m van de molen: de bouwhoogte genoemd onder a vermeerderd met 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen.

21.2.2 Afwijken van de bouwregels

Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 21.2.1 in die zin dat ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - molenbiotoop” de in de bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
    • 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de molen.

21.2.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Vergunningsplichtige werken en werkzaamheden
    • 1. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
      • het ophogen van gronden hoger dan de op grond van de in lid 21.2.1maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;
      • het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting hoger dan de op grond van de in lid 21.2.1 maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;
      • het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur hoger dan de op grond van de in lid 21.2.1 maximaal toelaatbare bouwhoogte voor bouwwerken;
  • b. Uitzonderingen
    • 1. Het bepaalde in lid 21.2.3 sub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
      • het normale onderhoud betreffen;
      • reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan met een daarvoor benodigde vergunning;
  • c. Toetsingscriteria
    • 1. De in lid 21.2.3 sub a genoemde vergunningen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het huidige en/of het toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of de waarde van de molen als landschapselement, dan wel dat door het stellen van voorwaarden hieraan voldoende tegemoet gekomen kan worden. Voorafgaand moet advies worden ingewonnen bij de beheerder van de molen.

21.3 vrijwaringszone - vaarweg
21.3.1 Bouwregels
  • a. Ten behoeve van deze gebiedsaanduiding mogen geen gebouwen worden gebouwd.
  • b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
    • 1. de bouwhoogte van andere bouwwerken, ten behoeve van deze gebiedsaanduiding, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.

21.3.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' wordt aangebracht, mits:
    • 1. dit voortvloeit uit de aanleg of het verleggen, verbreden of versmallen c.q. opheffen van wegen;
    • 2. dit voortvloeit uit een verandering in de klassering van de betreffende weg in de Provinciale Vaarwegenverordening;
  • b. de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' wordt verwijderd, mits:
    • 1. dit voortvloeit uit de aanleg of het verleggen, verbreden of versmallen c.q. opheffen van wegen;
    • 2. dit voortvloeit uit een verandering in de klassering van de betreffende weg in de Provinciale Vaarwegenverordening.

21.4 vrijwaringszone - weg
21.4.1 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze gebiedsaanduiding.
  • b. Ten behoeve van deze gebiedsaanduiding mogen geen gebouwen worden gebouwd.
  • c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
    • 1. de bouwhoogte van andere bouwwerken, ten behoeve van deze gebiedsaanduiding, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.

21.4.2 Afwijken van de bouwregels

Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 21.4.1 sub a in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
    • 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende wegbeheerder;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen weg.

21.4.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' wordt aangebracht, mits:
    • 1. dit voortvloeit uit de aanleg of het verleggen, verbreden of versmallen c.q. opheffen van wegen;
    • 2. dit voortvloeit uit een verandering in de klassering van de betreffende weg in de Provinciale Wegenverordening;
  • b. de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' wordt verwijderd, mits:
    • 1. dit voortvloeit uit de aanleg of het verleggen, verbreden of versmallen c.q. opheffen van wegen;
    • 2. dit voortvloeit uit een verandering in de klassering van de betreffende weg in de Provinciale Wegenverordening.