Artikel 20 Algemene afwijkingsregels
Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
-
a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de oppervlakte- en inhoudsmaten, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
b. de bestemmingsregels in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvangst- en antennemasten wordt vergroot, mits:
-
1. de antenne niet geplaatst kan worden op een bestaand hoog bouwwerk, zoals een hoogspanningsmast, een reclamemast, een torensilo, of een daarmee gelijk te stellen hoog bouwwerk;
-
2. de antenne niet geplaatst kan worden op een bedrijventerrein;
-
3. de antenne vervolgens geplaatst moet worden in aansluiting op grote infrastructuurlijnen;
-
4. de mast radiografisch noodzakelijk is;
-
5. de bouwhoogte van een mast ten hoogste 45,00 m zal bedragen;
-
6. het aantal masten binnen de gemeente niet meer mag bedragen dan strikt noodzakelijk is voor de realisatie van een adequaat dekkend netwerk van voldoende capaciteit;
-
7. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
c. de bestemmingsregels ten aanzien van het bouwen van gebouwen in die zin dat ten behoeve van het kleinschalig kamperen, gebouwtjes ten behoeve van sanitaire voorzieningen worden gebouwd, mits:
-
1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per kampeerterrein ten hoogste 50 m² zal bedragen;
-
2. de goothoogte van een gebouw ten hoogste 3,00 m zal bedragen;
-
3. de dakhelling van een gebouw ten minste 15º zal bedragen;
-
4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.