direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Zomerdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1896.BP0014-VS01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een bedrijf uit ten hoogste categorie 2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;

alsmede voor:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - goederenvervoer', een goederenwegvervoerbedrijf uit categorie 3.2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg', een benzineservicestation met lpg met een doorzet van <1000 m³/jr;
  • d. daarbij behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;

met dien verstande dat:

  • e. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', uitsluitend bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van het openbaar nut mogen worden uitgeoefend;
  • f. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan, met uitzondering van de onder c genoemde inrichting;
  • g. bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken niet zijn toegestaan;
  • h. een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

4.2.1 Algemeen
  • a. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan.

4.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte';
  • c. de dakhelling van de kap op een bedrijfsgebouw mag niet meer dan 60 graden bedragen.

4.2.3 Bedrijfswoningen
  • a. bedrijfswoningen (hoofdgebouw) mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 6 meter bedragen, of niet meer dan de bestaande hoogte indien die meer bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 10 meter bedragen, of niet meer dan de bestaande hoogte indien die meer bedraagt;
  • d. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen, of niet meer dan de bestaande inhoud indien die meer bedraagt;
  • e. de dakhelling van een kap op een bedrijfswoning mag niet meer dan 60 graden bedragen.

4.2.4 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de bedrijfswoning
  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw (bedrijfswoning) te worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • e. per bedrijfswoning mag de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 50 m² bedragen.

4.2.5 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen mag voor de voorgevellijn van het hoofdgebouw niet meer dan 1 meter bedragen en achter de voorgevellijn niet meer dan 2 meter;
  • b. de bouwhoogte van een vlaggenmast mag niet meer bedragen dan 8 meter;
  • c. overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de goot- en bouwhoogte van overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' niet meer mag bedragen dan 6 meter;
    • 2. de goothoogte van overige overkappingen niet meer dan 3 meter mag bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter.
  • d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken, mag niet meer bedragen dan 3 meter.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

De voor Bedrijf aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van:
    • 1. productiegebonden detailhandel;
    • 2. detailhandel in motorbrandstoffen en daarbij behorende ondergeschikte detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'.
  • b. horeca;
  • c. kantoor, met uitzondering van kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse aanwezige bedrijf tot een maximum van 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte.