Plan: | Giel Peetershof Egchel |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1894.BPL0074-OH01 |
Algemeen
De gemeente Peel en Maas heeft het voornemen om een nieuw uitbreidingsplan te realiseren aan de rand van het dorp Egchel. Het betreft het gebied dat wordt omsloten door de Roggelseweg, de Gielenhofweg, de Linskensweg en de Jacobusstraat. Dit gebied bestaat nu nog overwegend uit landbouwgronden. De nieuw te realiseren woonwijk Giel Peetershof is ongeveer 7 ha groot en biedt plek aan ongeveer 120 woningen.
Binnen dit nieuwbouwplan is het streven om een zo natuurlijk mogelijk watersysteem te creëren. Regenwater zal zoveel mogelijk binnen het plan worden vastgehouden en geborgen. Ook het huishoudelijk afvalwater zal binnen het plangebied worden gezuiverd. Het regenwater en het vuilwater zullen afzonderlijk worden ingezameld en via een apart systeem worden verwerkt. In de toelichting dient te worden ingegaan op de wateraspecten van het plan. Daarvoor is voorliggende waterparagraaf opgesteld.
Watertoets
Eind 2009 is het eerste Nationale Waterplan vastgesteld. Een goede bescherming tegen overstromingen, het zoveel mogelijk voorkomen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit zijn de basisvoorwaarden voor welvaart en welzijn. Het uiteindelijke doel is het bereiken van een duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer. Tegelijk met het opstellen van het nationaal waterplan zijn ook de regionale waterplannen van de provincies, het Beheer en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren en de waterbeheerplannen van de waterschappen opgesteld.
Om de waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing te nemen, zijn deze verplicht gesteld bij een ruimtelijk plan. Vooroverleg over de wateraspecten van het plan tussen de initiatiefnemer en de waterbeheerders is verplicht. In deze paragraaf worden de aspecten die vanuit waterhuishoudkundig oogpunt een rol spelen naar voren gebracht en wordt aangegeven hoe hier in onderliggend plan mee wordt omgegaan.
Doel van het project is om een duurzame woonwijk te realiseren, die de leefbaarheid van het dorp Egchel ondersteunt en om inwoners van de gemeente Peel en Maas de mogelijkheid te bieden in eigen beheer hun duurzame woning te bouwen in een woongebied dat daar specifiek op is ingericht. Uitgangspunten voor de realisering van deze woonwijk zijn verankerd in de Perspectievennota van de gemeente Peel en Maas en de Woonvisie plus Peel en Maas 2011 - 2015. Één van deze uitgangspunten is: Versterking woon- en leefkwaliteit door toepassing van duurzaam bouwen en duurzame energie (warmte-koude opslag en zonne-energie).
Indicatief Schetsontwerp bestemmingsplan Giel Peetershof
Bodemopbouw en geohydrologie
Ten behoeve van het project is in het voorjaar van 2011 een geohydrologisch onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is de lokale bodemopbouw en het grondwaterniveau onderzocht. Tevens zijn doorlatendheidsmetingen uitgevoerd in het plangebied.
De bodem bestaat voornamelijk uit zwak siltig, zeer fijn tot plaatselijk matig fijn zand. De bovengrond is bovendien tot maximaal 0,9 m beneden maaiveld zwak humeus. In de ondergrond komt plaatslijk een storende laag voor op het traject 3,0 tot 3,7 m beneden maaiveld. Deze storende laag bestaat uit sterk zandige leem. Tevens is de ondergrond plaatslijk zwak tot matig gleyhoudend.
Het maaiveld is vanuit de zuidhoek oplopend van 31,2 m + N.A.P. tot 33,0 in het noorden van het plan. Ten tijde van het onderzoek lag de grondwaterspiegel op 0,45 tot 2,0 m beneden maaiveld oftewel op 30,8 tot 31,0 m + N.A.P. Door de hoge grondwaterstand is het bergen en infiltreren van regenwater binnen het plan moeilijk.
Tijdens het geohydrologisch onderzoek is tevens de doorlatendheid van de grond bepaald. De gevonden k-waarden (na filtering van afwijkende waarden) liggen overwegend tussen 0,2 en 0,45 m/dag met twee uitschieters naar 0,6 en 0,9 m/dag. Normaal gesproken wordt uitgegaan van een minimaal benodigde k-waarde van 0,4 m/dag, terwijl een k-waarde van 1,0 m/dag wenselijk is.
Door een combinatie van een hoge grondwaterstand en een slecht doorlatende ondergrond behoort het op grote schaal infiltreren van het regenwater niet tot de oplossingsmogelijkheden.
Om het regenwater toch af te koppelen van het riool zijn er echter nog een andere mogelijkheden:
Drooglegging
In de huidige situatie is de GHG binnen het plan 0,45 m beneden maaiveld. Deze waterstand is echter te hoog om verantwoord een woonwijk aan te leggen. Voor de diverse bouwwerken gelden standaard droogleggingseisen (GHG ten opzichte van het nieuwe maaiveld). Deze zijn:
Het woningpeil worden normaal gesproken aangelegd op 0,25 tot 0,35 m boven de wegas. Dit betekent dat de droogleggingseis voor wegen (1,0 m) maatgevend is voor dit plan. Met een GHG van 0,45 m beneden maaiveld betekent dit dat het maaiveld op het laagste punt tenminste met 0,55 m moet worden opgehoogd.
Voordeel van deze ophoging is dat er ook extra ruimte ontstaat voor het bergen van overtollig water boven de grondwaterstand.
Inleiding
Afkoppelen van hemelwaterafvoer heeft de volgende voordelen:
Daarnaast kan infiltratie van hemelwater bijdragen aan een beperking van eventuele verdroging en draagt bij aan het op peil houden van de voorraad schoon water.
Het overheidsbeleid gaat uit van afkoppelen, maar wel onder enkele voorwaarden:
De Limburgse waterbeheerders hebben hun visie op het verantwoord afkoppelen neergelegd in een voorkeurstabel. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen oplossingen voor grondoppervlak, dakoppervlak en hergebruik regenwater. Voor nieuwbouwprojecten heeft het de voorkeur om te werken met bovengrondse open infiltratiesystemen, echter ook het ondergronds infiltreren met bodemfilter is een acceptabele oplossing. In alle gevallen zal er bij de bouw van de woningen rekening gehouden moeten worden, met het feit dat er geen uitlogende materialen als koper en zink gebruikt mogen worden bij de materialen die in aanraking komen met het regenwater.
Uitgangspunten
Het waterschap Peel en Maasvallei geeft aan dat voorzieningen moeten worden gedimensioneerd op een regenbui met een herhalingstijd van 10 jaar (50 mm). Tevens zal een doorkijk gemaakt moeten worden voor een regenbui met een herhalingstijd van 100 jaar (84 mm). Daarnaast dienen de voorzieningen na een 10-jaarse bui binnen 24 uur beschikbaar te zijn voor een eventuele volgende bui. Aan de hand bovengestelde eisen is in de volgende subsubparagraaf de benodigde berging bepaald.
Zoals in de vorige subparagraaf omschreven wordt het op grote schaal infiltreren van regenwater binnen dit plan een moeilijk verhaal. Wel zijn er andere mogelijkheden om het regenwater af te koppelen van de riolering.
Vertraagd afvoeren
Zoals uit het schetsontwerp blijkt, zullen een aantal bestaande sloten en greppels gehandhaafd blijven. Deze sloten kunnen worden gebruikt om het regenwater in te verzamelen en via de Kattesteerterbeek vertraagd af te voeren naar het Afwateringskanaal nabij Meijel.
De Kattesteerterbeek bevindt zich aan de westzijde op de grens van dit plan. Deze beek is reeds aangesloten op het Afwateringskanaal. Het waterschap Peel en Maasvallei heeft aangegeven dat de beek en het afwateringskanaal gebruikt kunnen worden om het regenwater van het plan vertraagd af te voeren. De toegestane afvoercapaciteit bedraagt 1 l/s/ha aaneengesloten verhard oppervlak. Het totale verharde oppervlak binnen het plan beslaat een oppervlakte van ongeveer 3,4 ha, waarmee de toegestane afvoer uitkomt op 3,4 l/s.
Berging op eigen terrein
De gemeente Peel en Maas hanteert als uitgangspunt dat bewoners het regenwater van hun eigen terrein zelf moeten opvangen en verwerken. Door de hoge grondwaterstand en de slechte k-waarde is het advies echter om in dit plan van dit uitgangspunt af te wijken en de bewoners de mogelijkheid te bieden het regenwater van het eigen terrein rechtstreeks op de openbare voorziening aan te sluiten.
Indien men toch wil overwegen om regenwater binnen de eigen kavel te houden, kan ervoor gekozen worden om de woningen te voorzien van grijswatertanks of groene daken.
Bij een grijswatercircuit wordt het regenwater dat op het dak valt verzameld in een tank. Dit water zal dan gebruikt worden als spoelwater voor toiletten, wasmachines, douchewater en overige huishoudelijke bezigheden waarvoor geen drinkwater benodigd is. Dit levert een forse besparing op, op het gebruik van drinkwater.
De gemeente stimuleert de aanleg van grijswatertanks en/of groene daken wel, maar neemt dit niet als verplichting op naar de bewoners. Bij de verdere uitwerking van deze waterparagraaf wordt er dan ook vanuit gegaan dat de bewoners het regenwater van de kavels rechtstreeks op de openbare voorziening kunnen aansluiten.
Benodigde berging
Uitgaande van het schetsontwerp zoals dit is weergegeven in de afbeelding in subparagraaf 5.2.2 Project, bedraagt het kaveloppervlak binnen het bestemmingsplan circa 40.370 m². Omdat vooralsnog weinig bekend is van de kavelindeling en woningtypen, wordt het uitgangspunt gehanteerd dat 50 % van het kaveloppervlak verhard zal zijn. Het verharde oppervlak van de openbare verharding komt uit op circa 14.200 m². Dit is inclusief de helft van de verharding van de huidige Gielenhofweg. De totale af te koppelen verharding binnen de bestemmingsplangrens komt daarmee uit op: 50 % x 40.370 + 14.200 = 34.385 m²
Als uitgangspunt is genomen dat de te handhaven watergangen binnen het plan waar mogelijk worden verbreed. Tevens worden in de groenzones greppels en wadi's aangebracht. Het totale oppervlak van deze watergangen komt uit op 4.675 m2. Ook het regenwater van dit oppervlak zal in de berekeningen meegenomen moeten worden. Dit oppervlak komt daarmee uit op 34.385 + 4.675 = 39.060 m2.
De wegen worden 1,0 m boven de GHG aangelegd. Dit betekent dat het maaiveld ter plekke van de groenstroken ten minste op circa 0,9 m boven de GHG ligt. Uitgaande van een waakhoogte van 0,3 m bij een regenreeks met een herhalingstijd van T=10 jaar, betekent dit dat de waterstand in de wadi's bij deze regenreeks maximaal 0,6 m mag bedragen.
Uitgaande van een bui met een herhalingstijd van T=10 jaar (50 mm) en het afwaterende oppervlak inclusief het oppervlak van de waterpartijen, dan komen we tot een benodigde berging van 39.060 x 50 mm = 1.953 m3.
Met een oppervlak van 4.675 m2, een bodemoppervlak van 2.800 m2 en een waterstand van 0,6 m, bedraagt de inhoud van de waterpartij circa 2.250 m3. Dit betekent dat de regenreeks met een herhalingstijd van T=10 jaar geheel in het systeem geborgen kan worden.
De leeglooptijd van de voorziening blijkt ruim 6 dagen te bedragen. Binnen 48 uur is echter wel weer voldoende capaciteit beschikbaar om een volgende regenbui met een herhalingstijd van T=10 jaar op te vangen. De waterstand in de wadi's zal dan wel stijgen tot 0,9 m, waardoor de waakhoogte is afgenomen tot 0.
De doorkijk naar een regenreeks met een herhalingstijd van T=100 jaar laat zien dat deze bui eveneens geborgen kan worden in de waterpartijen. Dan zal de waterstand stijgen tot 0,85 m, waardoor de waakhoogte is afgenomen tot 0,05 m. De leeglooptijd bedraagt nu ruim 10 dagen. Omdat hier sprake is van een calamiteit, is deze situatie toelaatbaar. Na 6 dagen kan een regenreeks met een herhalingstijd van T=10 jaar weer geheel geborgen worden in het systeem.
In het afwateringsplan is de infiltratiecapaciteit van de ondergrond verwaarloosd. Omdat uit de onderzoeken blijkt dat deze zeer laag is (kleiner dan 0,2 m/dag), kan infiltratie op langere termijn niet gegarandeerd worden. Hierdoor ontstaat wel een extra veiligheid in het afwateringsplan.
In onderstaande afbeelding is het schetsontwerp verder uitgewerkt waarbij de benodigde oppervlakte van de waterpartijen is aangegeven:
Uitgewerkt schetsontwerp (indicatief!) inclusief benodigde watergangen
De berging zoals deze volgt uit bovenstaande redenatie biedt een goede indicatie van de benodigde berging. Opvang en afvoer van regenwater is echter maatwerk en omdat de berging mede afhangt van het daadwerkelijk afwaterend oppervlak, dient de exact benodigde berging bij de verdere uitwerking van de plannen bepaald te worden aan de hand van het daadwerkelijk gerealiseerde verhard oppervlak.
Het huishoudelijk afvalwater zal conform de gebiedsvisie 'Giel Peetershof' zo veel mogelijk binnen het plangebied worden vastgehouden en gezuiverd. Dit zuiveren kan plaatsvinden door middel van een helofytenfilter.
Een Helofyt is een water- of moerasplant waarvan alleen de knoppen de moeilijker winterperiode doorkomen. Het bijzondere van de helofyten is, dat ze in het water een bijzonder zuiverende werking hebben, waardoor de planten geschikt worden voor het zuiveren van afvalwater.
Werking van het filter
De grootste bijdrage aan de zuivering van het afvalwater wordt niet geleverd door de planten in het helofytenfilters, maar door de bacteriën die in de bodem leven. De planten zorgen wel in hoge mate voor een goed leefklimaat voor die bacteriën. Rondom de wortels van de planten leven talloze bacteriën die zuurstof nodig hebben. In vloeivelden en horizontaal doorstroomde filters werken de planten als een soort zuurstofpomp die via de wortels zuurstof onder het wateroppervlak inbrengen. De bacteriën zetten afvalstoffen uit het water om in voedingsstoffen voor zichzelf en voor de planten. Verder naar beneden en in een helofytenfilter zijn bacteriën die zonder zuurstof leven actief. Deze voeden zich onder andere met de afvalstoffen van de zuurstofminnende bacteriën hoger in het filter. Zo wordt het water op een natuurlijke manier gezuiverd, zonder dat er stoffen behoeven te worden toegevoegd. Het zuiveringsrendement van helofytenfilters is hoog terwijl het energiegebruik laag is, hooguit dient het water eenmalig te worden opgepompt om goed over het filter verdeeld te worden. Dit laatste gebeurt met name bij verticaal doorstroomde filters waarbij de beluchting in belangrijke mate plaatsvindt door onderbrekingen in de bevloeiing.
Omdat het zuiveren van het afvalwater plaatsvindt in of aan de rand van een woonwijk is het toepassen van een verticaal gestroomd helofytenfilter in dit specifieke geval de meest voor de hand liggende oplossing. Het vuile water zakt in ongeveer 3 dagen door het fijna zand waarmee dit filter is gevuld. Als het water uit het filter komt is het geen drinkwater maar wel helder, reukloos en zeker schoon genoeg om het op het oppervlaktewater te lozen.
Dimensionering
Indien gekozen wordt voor dit systeem dan is per persoon ongeveer 3 m2 filter nodig. Binnen het plan zijn 120 woningen gepland. Met gemiddeld 3 personen per huishouden, bedraagt het maximaal aantal personen dat binnen het plan woonachtig is: 120 x 3 = 360 personen. Er is dan 360 x 3 = 1.080 m2 ruimte nodig voor de aanleg van een helofytenfilter.
Op de afbeelding in subparagraaf 5.2.3 Hemelwater zijn 2 locaties aangegeven voor de aanleg van een helofytenfilter. Deze locaties hebben gezamenlijk een oppervlakte die voldoet aan de gestelde eisen.
Ook hier geldt dat de aanleg en werking van het helofytenfilter maatwerk is. Zodra de verkaveling binnen het plan is vastgesteld en het inwoneraantal nauwkeuriger kan worden benaderd, dient dit systeem verder uitgewerkt te worden.