direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Giel Peetershof Egchel
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0074-OH01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Provinciaal omgevingsplan Limburg

Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) 2006, geactualiseerd in 2011, is een integraal plan. Het POL is de samenvoeging van zowel het streekplan, het provinciaal waterhuishoudingsplan, het provinciaal milieubeleidsplan en het bevat de hoofdlijnen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan. Tevens vormt het POL een economisch beleidskader op hoofdlijnen, voor zover het de fysieke elementen daarvan betreft, en een welzijnsplan op hoofdlijnen, voor zover het de fysieke aspecten van zorg, cultuur en sociale ontwikkeling betreft.

Landelijk gebied

Uit de kaart 'Perspectieven' van het POL blijkt dat de gronden ter plaatse van het nieuwe woongebied Giel Peetershof (rode cirkel) zijn aangemerkt als 'P4 Vitaal landelijk gebied' en 'P5b Dynamisch landbouwgebied'.

Het perspectief Vitaal landelijk gebied (P4) omvat overwegend landbouwgebieden met een van gebied tot gebied verschillende aard en dichtheid aan landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Met respect voor de aanwezige kwaliteiten wordt de inrichting en ontwikkeling van de gebieden in belangrijke mate bepaald door de landbouw. Daarnaast wordt in deze gebieden extra belang gehecht aan verbreding van de plattelandseconomie.

Het streven van de Provincie Limburg is om de verdere ontwikkeling van de niet-grondgebonden landbouw te concentreren in het perspectief P5 Dynamisch landbouwgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.BPL0074-OH01_0005.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.1894.BPL0074-OH01_0006.png"

Bundelingsbeleid

Het dorp Egchel is aangemerkt als een Plattelandskern Noord- en Midden-Limburg (perspectief P6a). De plattelandskernen zijn overwegend kleinschalig van karakter. De vitaliteit van deze dorpen moet behouden blijven. Met het oog daarop wordt ruimte geboden voor de opvang van woningbehoefte van de eigen bevolking.

Nieuwe activiteiten in het landelijk gebied dienen zoveel mogelijk geconcentreerd te worden binnen de bestaande bebouwing van plattelandskernen. De plattelandskernen zijn daartoe voorzien van contouren (zie bovenstaande kaart). Als dat niet mogelijk of wenselijk is, gaat de voorkeur uit naar ontwikkeling aansluitend aan de plattelandskernen.

Voor de plattelandskernen wordt een terughoudend groeibeleid gehanteerd. Enerzijds op basis van het bundelingsbeleid voor wonen, werken en mobiliteit, anderzijds vanwege de (verwachte) krimpende bevolkingsomvang, de aanwezige omgevingskwaliteiten in het landelijk gebied en de belangen van de landbouw, recreatie en toerisme. Alleen in Noord en Midden Limburg kan nog sprake zijn van uitleglocaties aansluitend aan de contour (peildatum 24 juni 2005) rondom de Plattelandskernen. Indien dat het geval is, dan is aan de hand van het Limburgs Kwaliteitsmenu te bepalen welke kwaliteitsbijdrage gericht op het compenseren, van verloren gegane omgevingskwaliteit, aan de orde is.

Limburgs Kwaliteitsmenu

Bij realisatie van woningen buiten de contour is het Limburgs Kwaliteitsmenu aan de orde (POL-aanvulling Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering, 2009; verdere uitwerking in de Beleidsregel Limburgs Kwaliteitsmenu, 2010 en door Gedeputeerde Staten op 2 januari 2012 geactualiseerd). Essentie hiervan is dat de beoogde ontwikkelingen gepaard moeten gaan met landschappelijke kwaliteitsverbetering, natuurontwikkeling en ontstening. Dit ter compensatie van het door de ontwikkeling optredende verlies aan omgevingskwaliteit. De beoogde ontwikkelingen moeten niet alleen zelf goed ingepast worden in het landschap en de landbouwstructuur, maar bovendien gepaard gaan met een 'compensatie' van het verlies aan omgevingskwaliteiten. Deze kwaliteitsbijdragen dragen bij aan de realisatie van de Provinciale Ontwikkelingszone Groen of andere door gemeenten aan te geven omgevingskwaliteiten, in Noord- en Midden-Limburg en daarnaast aan de afronding van de Ruimte voor Ruimte-regeling. Naast de realisatie van extra natuur en landschapselementen en het opruimen van ontsierende bouwwerken, worden óók mogelijkheden gezien voor bijdragen aan de realisatie van het gemeentelijke landschapsontwikkelingsplan, recreatieve ontsluiting van de directe dorpsomgeving, herstel van cultuurhistorische waarden e.d.

Op basis van het POL is een aantal mogelijke ontwikkelingen buiten de contouren in modules uitgewerkt. Het plangebied valt binnen de module 'projectmatige woningbouw in uitleggebieden'.

Uitleglocaties kunnen enkel aansluitend aan de contour worden gebouwd (zoals hier het geval). Dit kan alleen onder voorwaarde dat er binnen de contour geen ruimte meer is of kan worden hergebruikt (de SER-ladder dient te worden doorlopen (zie subparagraaf 3.1.3 Ladder voor duurzame verstedelijking waarin de opvolger van de SER-ladder is doorlopen)). De uitleglocatie moet planologisch beoordeeld worden. Uitgangspunt daarbij is dat voor een locatie wordt gekozen die zo min mogelijk waarden aantast. Voor de realisering van een uitleglocatie voor woningbouw geldt dat naast een goede ruimtelijke en landschappelijke inpassing van de locatie zelf een kwaliteitsbijdrage dient te worden geleverd. De kwaliteitsbijdrage dient ter compensatie van het verlies aan waarden in het buitengebied die door de ontwikkeling wordt veroorzaakt. Voor de kwaliteitsbijdrage wordt een drempelwaarde gegeven. De kwaliteitsbijdrage dient te worden ingezet voor groen, natuur landschap en herstel van landschappelijke cultuurhistorie, niet zijnde de inpassing of onderdeel van de inrichting van de wijk.

Normering nieuwe uitleggebieden voor woningbouw

De drempelwaarde bedraagt € 5,-- per m2 plangebied ten behoeve van de realisering van groen, natuur, landschap en herstel landschappelijke cultuurhistorie (bij appartementen €25,-- per m2 bvo). De gemeente kan op basis van de minimumhoogte een eigen benadering of berekeningswijze gebruiken, afhankelijk van de lokale situatie.

In subparagraaf 4.1.2 Stedenbouwkundige hoofdopzet wordt ingegaan op wat er gedaan wordt aan landschappelijke kwaliteitsverbetering en natuurontwikkeling.

De gemeente Peel en Maas heeft in aansluiting op het provinciale Limburgs Kwaliteitsmenu een gemeentelijk kwaliteitsmenu vastgesteld voor ontwikkelingen in het buitengebied. Daar is de ontwikkeling Giel Peetershof echter niet in meegenomen. Reden daarvoor is dat deze ontwikkeling, samen met het LOG Egchel, één gebiedsontwikkeling is en de landschappelijke inpassing daarmee in samenhang wordt bezien. De € 5,-- uit het provinciale Limburgs Kwaliteitsmenu wordt voor de invulling daarvan als drempelwaarde aangehouden. De landschappelijke inpassing wordt daarna voorgelegd aan de gemeentelijke kwaliteitscommissie.

Hiermee voldoet het plan aan de bepalingen uit het POL.