direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Moordrecht Buiten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpMoordrechtBuiten-Va01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' uitsluitend bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' uitsluitend bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' uitsluitend bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - banketbakkersfabriek' is vervaardiging van brood en vers banketbakkerswerk toegestaan;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - carrosserieherstelbedrijf' is een carrosserieherstelbedrijf toegestaan;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - installatietechniekbedrijf' is een installatietechniekbedrijf toegestaan;
  • g. niet-zelfstandige kantoren als onderdeel van de bedrijven als genoemd in sub a tot en met f, met een oppervlak van maximaal 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 2.000 m², met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' een maximum oppervlak van 1.500 m2 is toegestaan;
  • h. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn zelfstandige kantoren toegestaan;
  • i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg' is een verkooppunt voor motorbrandstoffen met verkoop van lpg toegestaan;
  • j. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - tandartsenpraktijk' is een tandartsenpraktijk toegestaan;
  • k. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is een ondergeschikte, horeca-inrichting uit ten hoogste horecacategorie 0 zoals die staan vermeld in Bijlage 2 Horeca categorieën Horecabeleid Zuidplas, met een oppervlakte van maximaal 140 m2, toegestaan;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' is een opslagbedrijf toegestaan;
  • m. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is een bedrijfswoning toegestaan;

met de daarbij behorende:

  • n. tuinen;
  • o. parkeervoorzieningen;
  • p. fiets- en voetpaden;
  • q. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • r. kunstwerken.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op of in de gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

5.2.2 Bedrijfsgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. bedrijfsgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de totale oppervlakte van bedrijfsgebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' danwel 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' danwel 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt maximaal 3 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' een overkapping is toegestaan met een bouwhoogte van ten hoogste 9 meter;
5.2.3 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bedrijfswoning mag uitsluitend binnen een bouwvlak, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • b. het aantal bedrijfswoningen bedraagt maximaal het op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande aantal;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 6 meter;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 9 meter;
  • e. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 650 m3 inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen. De goot- en bouwhoogte van deze aan- en uitbouwen en aangebouwde overkappingen mag maximaal 3 meter respectievelijk 5 meter bedragen.
  • f. de minimale afstand tot zijdelingse perceelgrens bedraagt 3 meter.
5.2.4 Vrijstaande bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoning

Voor het bouwen van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt maximaal 50 m2;
  • b. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt maximaal 3 meter;
  • d. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt maximaal 5 meter.
5.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de hoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 6 meter;
  • c. de hoogte van reclamezuilen bedraagt maximaal 2,5 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' ten hoogte één reclamezuil is toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 12 meter;
  • d. de hoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 9 meter;
  • e. de hoogte van kunstwerken bedraagt maximaal 5 meter;
  • f. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2,5 meter.
5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 26 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. een geluidszoneringsplichtig bedrijf;
  • b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met verkoop van LPG, anders dan bedoeld in 5.1, onder i;
  • c. seksinrichtingen
  • d. zelfstandige kantoren, anders dan bedoeld in 5.1, onder h;
  • e. horeca, anders dan bedoeld in 5.1, onder k;
  • f. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • g. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Afwijking Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1, onder a, b en c, ten behoeve van:

  • a. de uitoefening van een bedrijfsactiviteit, die is opgenomen in een naast hogere categorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 5.1 onder a, b en c, indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig is aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 5.1, onder a, b en c, welke niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt genoemd;
  • b. de uitoefening van een bedrijfsactiviteit, die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig is aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 5.1, onder a, b en c, welke niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt genoemd;

Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp, gevaar, de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.

5.4.2 Afwijking voor webwinkels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 ten behoeve van vestiging van webwinkels, met dien verstande dat:

  • a. detailhandel in hoofdzaak via internet plaats vindt;
  • b. ter plaatse in overwegende mate opslag en distributie van goederen plaats vindt;
  • c. de vloeroppervlakte voor het afhalen van producten niet meer dan 15% van de vloeroppervlakte van het gebouw bedraagt, met een maximum van 50 m²;
  • d. het gebruik geen onevenredig nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename in de parkeerbehoefte veroorzaakt.
5.4.3 Afwijking voor perifere detailhandel

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1 ten behoeve van vestiging van perifere detailhandel, met dien verstande dat:

  • a. het gaat om de vestiging van een individueel bedrijf met een oppervlakte van ten hoogste 1.000 m2;
  • b. het aandeel van bedrijven in perifere detailhandel niet meer bedraagt dan 10% van het totale oppervlak van het bedrijventerrein;
  • c. uit een nadere motivering blijkt dat de vestiging van een perifeer detailhandelsbedrijf geen nadelige invloed heeft op de aanwezige distributieve structuur van de gemeente (geen ontwrichting);
  • d. het gebruik geen onevenredig nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename in de parkeerbehoefte veroorzaakt.
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 Wijziging Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt gewijzigd door het onderbrengen van een bedrijf in een andere categorie, dan wel door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne, dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.