direct naar inhoud van Artikel 14 Water
Plan: Moordrecht Buiten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpMoordrechtBuiten-Va01

Artikel 14 Water

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
  • b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
  • c. ter plaatse van de Hollandsche IJssel is de afvoer en berging van water, ijs en sediment toegestaan;
  • d. ter plaatse van de Hollandsche IJssel is scheepvaart toegestaan;
  • e. bermen en groenvoorzieningen;
  • f. extensief recreatief medegebruik;
  • g. kunstwerken;
  • h. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' zijn woondoeleinden in de vorm van wonen in woonschepen toegestaan.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemeen

Op of in de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van kunstwerken bedraagt maximaal 10 meter;
  • b. de hoogte van scheepvaartverkeerstekens bedraagt 7 meter;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 meter.
14.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 26 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. wonen, anders dan bedoeld in 14.1 onder f ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats', met dien verstande dat:
    • 1. per ligplaats ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' ten hoogste één woonschip mag worden afgemeerd;
    • 2. de hoogte van een woonschip maximaal 3,5 meter mag bedragen, terwijl de hoogte over ten hoogste eenderde van de lengte van een woonschip maximaal 6,5 meter mag bedragen.