Plan: | 's-Gravenweg 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.BpGravenweg2013-Va01 |
De wet- en regelgeving voor milieueffectrapportage (m.e.r.) is vastgelegd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en in de AMvB Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.). Globaal zijn er 3 soorten m.e.r.:
Een plan-m.e.r. is wettelijk verplicht wanneer:
Bij een plan-m.e.r. gaat het om besluiten uit kolom 3 van Bijlage C en D van het Besluit m.e.r.
Een project- of besluit-m.e.r. is wettelijk verplicht wanneer:
Bij een project- of besluit-m.e.r. gaat het om besluiten uit kolom 4 van Bijlage C of D va het Besluit m.e.r. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om een bestemmingsplan dat in directe zin woningbouw mogelijk maakt waarvoor een m.e.r.-plicht geldt, of om een omgevingsvergunning voor het in werking hebben van een bedrijf (met aanzienlijke milieugevolgen).
Een m.e.r.-beoordeling is wettelijk verplicht voor de activiteiten in kolom 1 van Bijlage D van het Besluit m.e.r.
Indien de activiteit groter is dan de getalsmatige drempelwaarden in kolom 2 van Bijlage D dient de in de wet milieubeheer beschreven m.e.r.-beoordelingsprocedure beschreven te worden.
Indien de activiteit kleiner is dan de getalsmatige drempelwaarden in kolom 2 van Bijlage D dient beoordeeld te worden of de in de Wet milieubeheer beschreven m.e.r.-beoordelingsprocedure al dan niet nodig is. Dit noemt men vormvrije m.e.r.-beoordeling.
Bij een (vormvrije) m.e.r.-beoordeling gaat het om besluiten uit kolom 4 van Bijlage 4 van het Besluit m.e.r.
In het Besluit m.e.r. is in bijlage D onder categorie 11.2 de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met 2000 woningen en onder 11.3 de aanleg, wijziging of uitbreiding van een industrieterrein genoemd. In bijlage C en D is de aanleg, wijziging of uitbreiding van infrastructuur genoemd.
Een bedrijventerrein kan uiteenlopende bedrijfsmatige activiteiten mogelijk maken. Die staan genoemd in kolom 1 van bijlage C en D Besluit m.e.r.
Het huidige gebruik van gronden met woningen, bedrijvigheid en infrastructuur wordt in het bestemmingsplan vastgelegd en geven geen aanleiding om m.e.r.-plicht te veronderstellen. Dat geldt ook voor in het verleden wegbestemde woningen die weer opnieuw opgenomen worden in het bestemmingsplan.
Een plan-m.e.r. is verplicht indien het plan kaders stelt voor m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten. In Besluit m.e.r. zijn verschillende bedrijfsmatige activiteiten genoemd die m.e.r.-(beoordelings)plichtig zijn. Het gaat om de oprichting, uitbreiding en wijziging van installaties uit kolom 1 van de bijlagen C en D. Een bestemmingsplan dat één of meer van deze activiteiten mogelijk maakt is volgens kolom 3 van die bijlagen plan-m.e.r.-plichtig. Dit geldt ook bij conserverende bestemmingsplannen. In dit bestemmingsplan zijn MER-plichtige activiteiten echter uitgesloten.
De opname van twee bedrijfsbestemmingen valt onder categorie D11.3 van Besluit m.e.r. De getalsmatige grens voor een formele mer-beoordeling bedraagt 75 hectare. De betreffende percelen samen zijn minder dan 0,02 hectare. De effecten ten gevolge van een verkeersaantrekkende werking zijn verwaarloosbaar. Er zijn geen beschermde gebieden in de directe omgeving. Omdat de bedrijfsopstallen reeds aanwezig zijn, zijn er geen effecten op archeologische waarden te verwachten. Tevens zijn archeologische waarden middels een dubbelbestemming beschermd.
Concluderend kunnen aanzienlijke gevolgen voor het milieu worden uitgesloten.
Uit de vormvrije MER-beoordeling vanwege de opname van twee bedrijfsbestemmingen blijkt dat aanzienlijke gevolgen voor het milieu kunnen worden uitgesloten. Op het bestemmingsplan 's-Gravenweg 2013 rust derhalve geen plicht tot het uitvoeren van een MER of formele MER-beoordeling.