direct naar inhoud van Artikel 26 Algemene wijzigingsregels
Plan: 's-Gravenweg 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpGravenweg2013-Va01

Artikel 26 Algemene wijzigingsregels

26.1 Algemeen
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan met dien verstande dat de afwijking ten hoogste 3 meter mag bedragen, mits het wijzigingen betreft waarbij geen belangen van derden worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), de lijst van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlagen van de regels te wijzigen, ten behoeve van het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van bedrijven, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten ten aanzien van de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.
26.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouderszijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, het plan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen - 1', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. er mag geen woning worden toegevoegd;
  • b. de bebouwing en inrichting van het perceel mag niet leiden tot een aantasting van het landschappelijk karakter van het gebied;
  • c. het perceel mag voor ten hoogste 30% worden bebouwd met een maximale gezamenlijke inhoud van 2.000 m3;
  • d. de afstand van de gevel van een bouwwerk tot de bestemming 'Water' bedraagt tenminste 3 m;
  • e. de afstand van gebouwen tot een erfgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • f. de afstand tussen gebouwen mag niet minder dan 6 m bedragen, tenzij deze in de bestaande situatie reeds minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt;
  • g. gebouwen mogen uitsluitend worden afgedekt door een kap;
  • h. de gronden gelegen op een afstand van minder dan 15 meter tot de as van de weg worden bestemd tot 'Tuin';
  • i. voor de zone tussen 15 meter en 50 meter uit de as van de weg (voorkavel) gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in deze zone gepositioneerd te worden;
    • 2. ter plaatse van de voorkavel mag de gezamenlijke inhoud van gebouwen niet meer bedragen dan de oppervlakte van de gronden behorende tot de voorkavel maal 30% maal 2,8 maal 2,5, met een maximum van 1.000 m3;
    • 3. de goot- en bouwhoogte mag in deze zone respectievelijk maximaal 6 meter en 10 meter bedragen;
  • j. voor de zone tussen 50 meter en 100 meter uit de as van de weg (achterkavel) vanaf de weg gelden de volgende bepalingen:
    • 1. ter plaatse van de achterkavel mag de gezamenlijke inhoud van gebouwen niet meer bedragen dan de oppervlakte van de gronden behorende tot de achterkavel maal 30% maal 2,8 maal 2,5, met een maximum van 1.200 m3;
    • 2. de goot- en bouwhoogte mag in deze zone respectievelijk maximaal 4 meter en 8 meter bedragen;
  • k. toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • l. bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid dient de haalbaarheid ten aanzien van milieuzonering in relatie tot omliggende bedrijfspercelen te worden onderzocht en in acht te worden genomen;
  • m. uit een bodemonderzoek dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de voorziene functie;
  • n. bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid worden de bij of krachtens de Wet geluidhinder gestelde bepalingen in acht genomen;
  • o. bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid dienen de wettelijke bepalingen inzake natuurregelgeving in acht te worden genomen;
  • p. bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid dient een watertoets te worden verricht en dient hierop een positief advies van de waterbeheerder te zijn ontvangen;
  • q. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid worden de regels zoals opgenomen in artikel 11 en artikel 15 onverminderd van kracht.