26.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouderszijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, het plan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen - 1', met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. er mag geen woning worden toegevoegd;
-
b. de bebouwing en inrichting van het perceel mag niet leiden tot een aantasting van het landschappelijk karakter van het gebied;
-
c. het perceel mag voor ten hoogste 30% worden bebouwd met een maximale gezamenlijke inhoud van 2.000 m3;
-
d. de afstand van de gevel van een bouwwerk tot de bestemming 'Water' bedraagt tenminste 3 m;
-
e. de afstand van gebouwen tot een erfgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
-
f. de afstand tussen gebouwen mag niet minder dan 6 m bedragen, tenzij deze in de bestaande situatie reeds minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt;
-
g. gebouwen mogen uitsluitend worden afgedekt door een kap;
-
h. de gronden gelegen op een afstand van minder dan 15 meter tot de as van de weg worden bestemd tot 'Tuin';
-
i. voor de zone tussen 15 meter en 50 meter uit de as van de weg (voorkavel) gelden de volgende bepalingen:
-
1. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in deze zone gepositioneerd te worden;
-
2. ter plaatse van de voorkavel mag de gezamenlijke inhoud van gebouwen niet meer bedragen dan de oppervlakte van de gronden behorende tot de voorkavel maal 30% maal 2,8 maal 2,5, met een maximum van 1.000 m3;
-
3. de goot- en bouwhoogte mag in deze zone respectievelijk maximaal 6 meter en 10 meter bedragen;
-
j. voor de zone tussen 50 meter en 100 meter uit de as van de weg (achterkavel) vanaf de weg gelden de volgende bepalingen:
-
1. ter plaatse van de achterkavel mag de gezamenlijke inhoud van gebouwen niet meer bedragen dan de oppervlakte van de gronden behorende tot de achterkavel maal 30% maal 2,8 maal 2,5, met een maximum van 1.200 m3;
-
2. de goot- en bouwhoogte mag in deze zone respectievelijk maximaal 4 meter en 8 meter bedragen;
-
k. toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
l. bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid dient de haalbaarheid ten aanzien van milieuzonering in relatie tot omliggende bedrijfspercelen te worden onderzocht en in acht te worden genomen;
-
m. uit een bodemonderzoek dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de voorziene functie;
-
n. bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid worden de bij of krachtens de Wet geluidhinder gestelde bepalingen in acht genomen;
-
o. bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid dienen de wettelijke bepalingen inzake natuurregelgeving in acht te worden genomen;
-
p. bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid dient een watertoets te worden verricht en dient hierop een positief advies van de waterbeheerder te zijn ontvangen;
-
q. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid worden de regels zoals opgenomen in artikel 11 en artikel 15 onverminderd van kracht.