direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijventerrein
Plan: 's-Gravenweg 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpGravenweg2013-Va01

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

alsmede voor:

  • d. een vleeswaren- en vleesconservenfabriek (p.o. > 1000 m2), zoals bedoeld in SBI 101.4 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vleeswarenfabriek';
  • e. een veevoederfabriek, zoals bedoeld in SBI 1091.5 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - veevoederfabriek';
  • f. een bouwbedrijf als bedoeld in SBI 41-42-43.0 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf';
  • g. een bedrijf in productie van verpakkingsmaterialen en assemblage van kunststof bouwmaterialen zoals bedoeld in SBI 222.3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - productie van verpakkingsmateriaal';
  • h. ondergeschikte detailhandel in dier- en veevoederproducten tot een oppervlakte van ten hoogste 150 m2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • i. niet-zelfstandige kantoren als onderdeel van de bedrijven als genoemd in sub a tot en met g, met een oppervlak van maximaal 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 2.000 m²;
  • j. ondergeschikte detailhandel;

met de daarbij behorende:

  • k. tuinen;
  • l. bijbehorende bouwwerken;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. fiets- en voetpaden;
  • o. water;
  • p. kunstwerken.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op of in de gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

5.2.2 Bedrijfsgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 8 meter, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' een andere hoogte is aangegeven, in welk geval deze hoogte geldt als de maximale bouwhoogte;
  • d. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter
  • b. de hoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 6 meter;
  • c. de hoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 9 meter;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2,5 meter.
5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 24 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. een geluidszoneringsplichtig bedrijf;
  • b. een m.e.r.-plichtig bedrijf;
  • c. wonen in vrijstaande bijgebouwen;
  • d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met verkoop van LPG;
  • e. seksinrichtingen;
  • f. zelfstandige kantoren;
  • g. zelfstandige horeca;
  • h. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • i. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond. .
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Afwijking staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1, onder a, b en c ten behoeve van:

  • a. de uitoefening van een bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een naast hogere categorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 5.1 onder a, b en c, indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 5.1, onder a, b en c, niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein wordt genoemd;
  • b. de uitoefening van een bedrijfsactiviteiten, die hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 5.1, onder a, b en c, niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein wordt genoemd;

Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp, gevaar, de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.

5.5 Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 Verwijderen maataanduidingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduidingen als bedoeld in 5.1, onder d tot en met g, van de verbeelding te verwijderen, indien de activiteit ter plaatse gedurende een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet.

5.5.2 Wijziging Staat van bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bedrijventerrein wordt gewijzigd door het onderbrengen van een bedrijf in een andere categorie, dan wel door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne, dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.