Plan: | Esse-Kleinpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.BpEsseKleinpolder-Va01 |
Wegverkeerslawaai kan de leefkwaliteit van een gebied sterk beïnvloeden. Mensen die veelvuldig worden blootgesteld aan een hoog niveau van wegverkeerslawaai kunnen hier lichamelijke en psychische klachten door oplopen. De Wet geluidhinder (Wgh) verplicht ertoe onderzoek uit te voeren naar de geluidsbelasting op geluidgevoelige bestemmingen binnen vastgestelde onderzoeksgebieden (zones) langs wegen (art. 74-75 Wgh). Wegen met een snelheid van maximaal 30 km/uur hebben op grond van de Wgh geen geluidszone. Dit betekent dat de geluidbelasting vanwege 30 km/uur wegen niet wordt getoetst aan de normen uit de Wgh. In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet de geluidbelasting van deze wegen wel inzichtelijk worden gemaakt.
Tevens stellen de Wgh en het Besluit geluidhinder regels aan de maximale geluidsbelasting op geluidgevoelige bestemmingen.
Voor deze bestemmingen zijn voorkeursgrenswaarden opgesteld. In tabel II zijn de voor dit onderzoek relevante voorkeursgrenswaarden weergegeven.
Bestemming binnenstedelijk |
Weg | Voorkeurs grenswaarde |
Maximale grenswaarde |
Woningen | Lokale en provinciale wegen | 48 | 63 |
Tabel II: voorkeursgrenswaarden (vgw) wegverkeerslawaai (Art. 82 Wgh en art. 3.1 Bgh)
In het kader van een conserverend bestemmingsplan hoeft niet te worden getoetst aan voorkeursgrenswaarden en maximale grenswaarden uit de Wet geluidhinder. Er dient echter wel inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een acceptabel woon- en leefklimaat binnen het plangebied. Dat kan door de geluidsbelasting vanwege de hoofdwegenstructuur in het plangebied in beeld te brengen.
Onderzoek
Voor de relevante wegen is per weg de geluidsbelasting binnen het gehele plangebied berekend. Tevens zijn de gecumuleerde geluidsbelastingen van alle gezoneerde wegen tezamen en van alle wegen (inclusief de 30 km/h wegen) binnen het onderzoeksgebied berekend. De rekenresultaten zijn weergegeven middels contouren, zie afbeelding 12.
De berekeningen zijn uitgevoerd met Geomilieu versie 1.81. De gevolgde rekenmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting is conform de Standaard Rekenmethode II van bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Er is gerekend op een hoogte van 5 meter. Bij de resultaten per weg is de aftrek conform artikel 110g Wgh reeds toegepast. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de modelintensiteiten uit de VMK van de gemeente Zuidplas voor het jaar 2021.
Aan de westzijde van de N219 staat aan beide zijden van de kruising met de Kerklaan een geluidsscherm. De locatie van het scherm is overgenomen uit de VMK. De hoogte van het scherm is ingeschat op 2,5 meter boven het maaiveld.
Afbeelding 12; Gecumuleerde geluidscontouren over het gehele plangebied ten gevolge van alle wegen excl. aftrek art. 110g Wgh
Conclusie ten aanzien van plan
Direct langs de wegen binnen het plangebied treden gecumuleerde geluidsbelastingen, exclusief aftrek artikel 110g Wgh, op tot 63 dB, die verder binnen het gebied snel afnemen tot 48 dB en lager. Alleen direct langs de Kerklaan en de N219 treden gecumuleerde geluidsbelastingen, exclusief aftrek artikel 110g Wgh, op tot boven de 63 dB.
Op basis van de berekende geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer binnen het plangebied kan gesteld worden dat deze acceptabel zijn en geen belemmering vormen voor de vaststelling van het bestemmingsplan.
Spoorwegverkeerslawaai kan de leefkwaliteit van een gebied sterk beïnvloeden. Mensen die veelvuldig worden blootgesteld aan hoog niveau van spoorwegverkeerslawaai kunnen hier lichamelijke en psychische klachten door oplopen. De Wet geluidhinder (Wgh) en het Besluit geluidhinder verplichten ertoe onderzoek uit te voeren naar de geluidsbelasting op geluidgevoelige bestemmingen binnen vastgestelde onderzoeksgebieden (zones) langs spoorwegen (art. 1 Wgh en art 1.3 Bgh). Tevens stelt de Wgh regels aan de maximale geluidsbelasting op deze bestemmingen.
Voor geluidgevoelige bestemmingen zijn voorkeursgrenswaarden opgesteld. Bij realisatie van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen dient de geluidsbelasting ten hoogste de voorkeursgrenswaarde te bedragen. In tabel III zijn de voor dit onderzoek relevante voorkeursgrens- en maximale grenswaarden weergegeven.
bestemming | Voorkeurs- grenswaarde |
Maximale grenswaarde |
Woningen | 55 | 68 |
Tabel III: voorkeursgrens- en maximale grenswaarden (vgw) spoorwegverkeerslawaai (art. 4.9 Bgh) in dB
Onderzoek
Voor het spoorwegtraject Gouda-Rotterdam (zone 300 meter) is berekend wat de geluidsbelasting op het plangebied is. Er zijn geen andere relevante spoorwegtrajecten voor dit onderzoeksgebied. De rekenresultaten zijn weergegeven middels contouren, zie afbeelding 13 (inclusief toeslag van 1,5 dB i.v.m. de GPP).
De berekeningen zijn uitgevoerd met Geomilieu versie 1.81. De gevolgde rekenmethode voor het bepalen van de geluidsbelasting is conform de Standaard Rekenmethode II van bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de prognose van uit het ASWIN waarbij de gemiddelde intensiteiten van de jaren 2007 t/m 2009 zijn bepaald.
Afbeelding 13; Geluidscontouren binnen het gehele plangebied ten gevolge van de spoorweg Gouda – Rotterdam inclusief 1,5 dB GPP toename
Uit afbeelding 13 blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 55 dB in het grootste deel van het plangebied niet wordt overschreden en dat slechts binnen een klein deel van het plangebied (noord en zuidzijde) de geluidsbelasting uitkomt boven de maximale grenswaarde van 68 dB.
Conclusie ten aanzien van plan
Uit de berekeningsresultaten naar spoorweglawaai blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 55 dB in het grootste deel van het gebied niet wordt overschreden. Aan de noord- en zuidzijde, daar waar geen geluidsscherm aanwezig is, komt de geluidsbelasting boven de maximale grenswaarde van 68 dB.
In grote delen van het plangebied is de geluidssituatie goed tot matig.