Plan: | Hooge Veenen 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.BPHoogeVeenen-Va01 |
De bodemkwaliteit is in het kader van een bestemmingsplan van belang indien er sprake is van functieveranderingen of een ander gebruik. De bodem moet geschikt zijn voor de nieuwe functie.
Het doel van de Wet Bodembescherming is het behoud en de verbetering van de milieuhygiënische bodemkwaliteit. In geval van graafwerkzaamheden is een bodemonderzoek aan de orde om te bepalen of eventuele vervuilde grond gesaneerd dient te worden. Voor het bestemmingsplan heeft dit voornamelijk betekenis voor zover nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan.
De huidige bedrijven vallen onder een melding of omgevingsvergunning voor het onderdeel milieu, waarmee voorwaarden ten aanzien van voorkoming van bodemverontreiniging zijn vastgelegd. Voor het gehele gebied geldt dat voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen tenminste een historisch onderzoek conform de NEN 5725 uitgevoerd moet worden.
Uit het Bodem Informatie Systeem van de Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH) blijkt dat binnen of overlappend met het plangebied diverse onderzoeken naar de bodem zijn uitgevoerd. Op sommige locaties daarvan is een vermoeden van bodemverontreiniging en moet nog een historisch of nader bodemonderzoek plaatsvinden op basis van de voormalige verdachte activiteit of voorgaand onderzoek. Dit onderzoek kan plaatsvinden bij een ruimtelijke ontwikkeling of in het kader van de vigerende milieuwetgeving (vergunning).
Binnen het gebied met de wijzigingsbevoegdheid is een bodemonderzoek bekend (A. van het Hartweg 23, uitgevoerd door Arnicon, kenmerk C94-019 , d.d. 28-2-1994), waaruit is gebleken dat ter plaatse van de brandstoftank een matige verontreiniging met minerale olie in de grond en het grondwater aanwezig is. Deze verontreiniging zal bij nieuwbouw op de locatie nader onderzocht moeten worden. Als voorwaarde van de wijzigingsbevoegdheid is opgenomen dat aangetoond dient te worden dat er sprake is van een goede milieuhygiënische situatie.
In het verleden zijn er binnen het plangebied meerdere sloten gedempt. Het dempingsmateriaal bestaat uit schone grond. Ze zijn niet verdacht voor het veroorzaken van verontreinigingen.
Consequentie voor plangebied
De bodemkwaliteit levert geen belemmering op voor dit bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan maakt beperkte ontwikkelingen, onder voorwaarden, mogelijk (het verhogen van het bebouwingspercentage en het gebruik maken van de wijzigingsbevoegdheid). Als voorwaarde is opgenomen dat aangetoond dient te zijn dat de bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor de voorgenomen bouwactiviteit. Aansluitend geldt voor het gehele gebied dat voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning, voor het onderdeel bouwen, tenminste een historisch onderzoek conform de NEN 5725 uitgevoerd moet worden.