direct naar inhoud van 6.2 Geluid
Plan: Hooge Veenen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BPHoogeVeenen-Va01

6.2 Geluid

6.2.1 Wegverkeerslawaai

De Wet geluidhinder (Wgh) bepaald dat er akoestisch onderzoek verricht dient te worden gedurende de bestemmingsplan-procedure, indien het bestemmingsplan het volgende mogelijk maakt:

  • 1. nieuwe infrastructuur;
  • 2. nieuwe geluidsgevoelige functies.

De Wgh geeft aan dat wegen, met een rijsnelheid van 50 km/uur of hoger, wettelijke onderzoekszones heeft. Indien er binnen deze zones een nieuwe geluidgevoelige functie juridisch-planologisch wordt mogelijk gemaakt, dient er een akoestisch onderzoek plaats te vinden. Als uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de gevel van een nieuwe geluidsgevoelige functie wordt overschreden, zal er een hogere grenswaarde vastgesteld moeten gaan worden (uitgaande dat er geen maatregelen te treffen zijn, waardoor de gevelbelasting wel aan de voorkeursgrenswaarde voldoet). Dit is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Het ontwerpbesluit van de hogere grenswaarde dient gelijktijdig met het ontwerpbestemmignsplan ter inzage gelegd te worden.

6.2.2 Industrielawaai

Op grond van artikel 40 van de Wgh kunnen industrieterreinen een zone hebben. Het bedrijventerrein Hooge Veenen is géén gezoneerd industrieterrein op grond van artikel 40 Wgh.

6.2.3 Railverkeer

Op grond van artikel 1 Wgh hebben spoorwegen een zone. Deze zone is weergegeven op een krachtens artikel 1.3 en 1.4 van het Besluit geluidhinder (Bgh) vastgestelde kaart. Binnen, of in de directe nabijheid van, het plangebied is geen spoorweg aanwezig.

Consequentie plangebied

  • 1. Met het voorliggende bestemmingsplan worden er geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt;
  • 2. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe infrastructuur mogelijk;
  • 3. Het plangebied is niet aan te merken als een gezoneerd industrieterrein, waar op grond van de Wgh een zonegrens vastgesteld moet worden. Geluidzoneringsplichtige inrichtingen worden ook niet mogelijk gemaakt met het bestemmingsplan.
  • 4. Er is geen spoorweg binnen, of in de directe nabijheid van, het plangebied aanwezig.

Geconstateerd wordt dat er vanuit de Wgh geen belemmering aanwezig zijn voor het vaststellen van het voorliggende bestemmingsplan.