Artikel 9 Verkeer - Railverkeer
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. spoorwegen;
-
b. spoorwegovergangen;
alsmede ook voor:
-
c. spoorwegvoorzieningen;
-
d. bruggen, viaducten en overige kunstwerken;
-
e. (kruisende) wegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen gesitueerd onder de onderdoorgang van de hoofdweg bij kruisende wegen;
-
f. de aanleg en instandhouding van een ecologische verbindingszone ter plaatse van de opgenomen aanduiding 'ecologische verbindingszone';
-
g. wegen en paden, in- en uitritten;
-
h. geluidwerende voorzieningen;
-
i. voorzieningen van algemeen nut;
-
j. watergangen met oevers en oeverbeschoeiingen;
-
k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbij behorende:
-
l. bermen, bermsloten en greppels;
-
m. werken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het spoorwegverkeer;
-
n. bouwwerken en infiltratievoorzieningen, infrastructurele voorzieningen en overige voorzieningen, waaronder mede begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
9.2 Dubbelbestemmingen
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:
-
a. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Brandstof' de bescherming en veiligstelling van een ondergrondse DPO-brandstofleiding als bedoeld in artikel 26;
-
b. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Rivierwatertransport' de bescherming en veiligstelling van de ondergrondse watertransportleiding als bedoeld in artikel 28;
-
c. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie' de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 29;
-
d. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' de bescherming en veiligstelling van de waterkering als bedoeld in artikel 30.
9.3 Bouwregels
9.3.1 Algemeen
-
a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 9.3.1 tot en met 9.3.3;
-
b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen .
9.3.2 Gebouwen
-
a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
-
b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter;
-
c. de oppervlakte van een voorziening van algemeen nut bedraagt maximaal 25 m².
9.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
a. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
-
b. overkappingen zijn niet toegestaan;
-
c. de bouwhoogte van bruggen, viaducten en tunnels bedraagt maximaal 10 meter;
-
d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 15 meter bedragen, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf.
9.4 Gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
-
a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
-
d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
-
e. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).