direct naar inhoud van Artikel 8 Tuin
Plan: Zuidplas Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BP00200-On02

Artikel 8 Tuin

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuin, gazon of open terrein;

alsmede ook voor:

  • b. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. toegangspaden, in- en uitritten;
  • f. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • g. beplanting en overig groen;
  • h. kunstwerken;
  • i. kunstwerken;
  • j. bouwwerken en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.

8.2 Dubbelbestemmingen

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie' de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden als bedoeld in artikel 29;
  • b. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waterstaat – Waterkering' de bescherming en veiligstelling van de waterkering als bedoeld in artikel 30;
  • c. ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waterstaat – Waterloop' de bescherming en instandhouding van de watergang als bedoeld in artikel 31.

8.3 Bouwregels
8.3.1 Algemeen
  • a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 8.3.1 tot en met 8.3.3;
  • b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.

8.3.2 Gebouwen
  • a. op de gronden zijn uitsluitend erkers toegestaan aan hoofdgebouwen die zijn gelegen in een naastgelegen bestemming;
  • b. de breedte van een erker bedraagt ten hoogste 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,50 meter;
  • c. de bouwhoogte van een erker bedraagt maximaal het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • d. de diepte van de erker bedraagt maximaal 1,50 meter;
  • e. een erker moet ten minste 2 meter uit de zijdelingse perceelsgrens worden gesitueerd, tenzij de erker aansluit op een erker van de aansluitende woning (in gevallen waar sprake is van dubbele of rijwoningen).

8.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 1 meter, met uitzondering van vlaggenmasten, waarvoor een bouwhoogte geldt van maximaal 5 meter.

8.4 Gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
  • d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
  • e. seksinrichtingen;
  • f. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).