direct naar inhoud van Artikel 40 Algemene ontheffingsregels
Plan: Zuidplas-West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BP00186-On02

Artikel 40 Algemene ontheffingsregels

40.1 Ontheffing algemeen

Indien niet op grond van een andere bepaling van de regels ontheffing kan worden verleend, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van:

  • a. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, mits het afwijkingen van geringe betekenis betreft ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij:
  • geen wijziging wordt aangebracht in de ligging van de as van de weg die op de verbeelding is vermeld;
  • geen belangen van derden worden geschaad;
  • de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  • de aanpassing niet leidt tot overschrijding van de voorkeursgrenswaarde dan wel de verleende hogere grenswaarde op enig geluidgevoelig object;
  • b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de vorm van het bouwvlak voor zover zulks bij de definitieve uitmeting, bij de verkaveling of bij de nadere detaillering noodzakelijk en/of wenselijk is, mits de genoemde afwijkingen niet meer dan 10% bedragen;
  • c. de maten en eigenschappen van gebouwen ten behoeve van een welstandtechnisch beter verantwoord gebouw of gebouwenensemble, indien zonder de ontheffing niet of moeilijk aan redelijke eisen van welstand zou kunnen worden voldaan;
  • d. de hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in verband met het bouwen op een hoger peil met ten hoogste 1 meter, teneinde:
  • 1. de hoogte van de begane grondvloer in overeenstemming te brengen met de omringende bebouwing;
  • 2. voldoende drooglegging te creëren ten opzichte van de grondwaterspiegel;
  • e. de bestemmingsbepalingen voor het oprichten van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten behoeve van het (weg)verkeer en de waterhuishouding of ten dienste van het openbaar nut – met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen -, mits deze bouwwerken geen grotere oppervlakte dan 15 m2 en geen grotere goothoogte dan 3 meter hebben;
  • f. de bestemmingsbepalingen ten aanzien voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op de openbare weg die niet behoren tot de specifieke uitrusting van een weg, alsmede op openbare groenvoorzieningen tot ten hoogste 10 meter;
  • g. de bestemmingsbepalingen voor het oprichten bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van het telecommunicatieverkeer – waaronder begrepen antennes en zend- en ontvangstmasten en/of sirenemasten, al dan niet van openbare orde tot ten hoogste 40 meter;
  • h. Wat betreft zend- en ontvang- en/of sirenemasten gelden nog de volgende voorwaarden:
  • 1. losse masten met hekwerken, gebouwtjes e.d. zijn alleen toegestaan in landschappelijk minder gevoelige gebieden, langs verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen, benzinestations, knooppunten, viaducten alsmede op bedrijventerreinen en sportparken;
  • 2. installaties op of aan een gebouw zijn alleen toegestaan:
  • op gebouwen met een hoogte van tenminste 15 meter; bij voorkeur op een plat dak en zo ver mogelijk van een dakrand, met dien verstande dat bijzondere en waardevolle gebouwen geheel dienen te worden ontzien;
  • tegen gevels aan; wanneer de invloed van die installaties geen afbreuk doen aan de aanwezige kwaliteiten;
  • i. de bestemmingsbepalingen voor de situering, aanleg of bouw van geluidwerende voorzieningen, tot maximaal de voorgeschreven hoogte zoals deze op basis van regelgeving is bepaald c.q. conform de daarop gebaseerde besluitvorming is vastgelegd;
  • j. het oprichten van gebouwtjes als jongerenontmoetingsplaats (=jop), mits deze bouwwerken geen grotere oppervlakte dan 40 m² en geen groter bouwhoogte dan 3 meter hebben;
  • k. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter wering van geluidhinder anders dan aangegeven onder i, luchtverontreiniging, brand- en explosiegevaar, mits de hoogte ten hoogste 6 meter bedraagt;
  • l. het realiseren van voorzieningen ten behoeve van de verkeers- en waterinfrastructuur alsmede de waterhuishoudkundige en waterstaatkundige functie, waaronder in elk geval begrepen (riool)gemalen;
  • m. het realiseren van visstoepen, te water laat plaatsen voor vaartuigen, waterinnamepunten ten behoeve van brandweer en landbouw en daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  • n. het oprichten van gedenktekens, beeldhouwwerken en andere kunstuitingen, geen gebouw zijnde;
  • o. het aanbrengen/oprichten van oeververbindingen (bruggen) voor fietsers en voetgangers, met dien verstande dat de hoogte, gemeten vanaf waterpeil ter plaatse, niet meer mag bedragen dan 5 meter;
  • p. het oprichten van kleine, niet voor bewoning bestemde, gebouwtjes voor zakelijke doeleinden, zoals kiosken en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen gebouwtjes tot een maximale inhoud van 50 m³;
  • q. overschrijdingen van de krachtens de bepalingen in het plan toegelaten hoogte van bouwwerken, voor de bouw van dakopbouwen voor technische installaties, zoals liftopbouwen, ventilatie-installaties en soortgelijke bouwwerken, die anders hun functie niet kunnen niet vervullen;
  • r. het plaatsen van vrijstaande reclame-objecten (zuilen en/of borden) met een maximale bouwhoogte van 10 m¹;
  • s. het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde alsmede het uitvoeren van werkzaamheden alsmede het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de aanleg en instandhouding van boven- als ondergrondse ecovoorzieningen, zoals faunapassages en ecoduikers, binnen de in het plan gelegen bestemmingen, mits de bestemmingsbepalingen hierin niet voorzien, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken maximaal 2 meter bedraagt.

40.2 Voorwaarden

Een ontheffing als bedoeld in 40.1 mag slechts worden verleend als daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. het landschapsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de milieusituatie
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden en bouwwerken.

40.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen bij de ontheffing als bedoeld in 40.1 nadere eisen (voorwaarden) stellen teneinde een ruimtelijk verantwoorde plaatsing ten opzichte van de omgeving te waarborgen, ten aanzien van:

  • a. de situering van bouwwerken;
  • b. de situering van parkeervoorzieningen;
  • c. de hoogte van bouwwerken;
  • d. de situering, aard en omvang van werken, geen bouwwerken zijnde.

40.4 Ontheffing – Bed&Breakfast

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen om Bed&Breakfast toe te staan in (burger)woningen en (agrarische)bedrijfswoningen binnen de bestemmingen als bedoeld in hoofdstuk 2, indien dit niet op grond van een andere bepaling in dit plan toegestaan is, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie als hoofdfunctie gehandhaafd dient te blijven;
  • b. de woning door de hoofdgebruiker dient te worden bewoond;
  • c. de Bed&Breakfast voorziening binnen de ter plaatse, op grond van de bouwregelgeving, toegestane bebouwing (hoofdgebouw met de daarbij behorende bijgebouwen, aan- en uitbouwen) gerealiseerd dient te worden;
  • d. de voorziening door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet mag (kunnen) functioneren als een zelfstandige woning;
  • e. de ruimten binnen de woning waarin Bed&Breakfast wordt aangeboden dienen te voldoen aan de geldende bouwregelgeving, waaronder begrepen de gemeentelijke Bouwverordening en het Bouwbesluit;
  • f. het parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden, waarbij als parkeernorm geldt 1 parkeerplaats per kamer, tenzij blijkt dat het parkeren binnen het openbaar gebied niet leidt tot een onevenredige hinder voor de woonomgeving;
  • g. de Bed&Breakfast voorziening geen onevenredige afbreuk mag veroorzaken aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • h. permanente bewoning niet is toegestaan;
  • i. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het pand, perceel of complex behouden dienen te blijven;
  • j. Bed&Breakfast eigenaren een nachtregister moeten bijhouden, als bedoeld in de APV.