Plan: | Butengebiet Dantumadiel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1891.bpBUbuitengeb-0401 |
Alle bestaande en legaal aanwezige woningen hebben de bestemming "Wonen" gekregen. Bedrijfswoningen zijn opgenomen in de bestemming van het (agrarisch) bedrijf. In principe is bij het intekenen van de bestemming "Wonen" het kadastrale perceel aangehouden, tenzij er zo een heel groot perceel zou ontstaan (dat dan ook volledig als tuin ingericht mag worden, dit is met name in de open landschappen niet gewenst). In die gevallen is de bestemming "Wonen" op grond van de situatie ter plaatse anders begrensd.
De woningen zijn binnen het op de verbeelding ingetekende bestemmingsvlak (of bouwvlak) verbaal op de huidige locatie vastgelegd. Als de eigenaar de woning wil herbouwen op een ander deel van het bestemmingsvlak "Wonen" dan is een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan noodzakelijk. Deze bepaling is opgenomen om bij herbouwplannen te toetsen of de locatie van de te herbouwen woning geen problemen oplevert voor bijvoorbeeld de bedrijfsvoering een naburige agrariƫr. Als de geprojecteerde woning te dicht bij het bouwvlak van de agrariƫr zou worden herbouwd kan dit problemen met toekomstige omgevingsvergunningen geven.
Met 'locatie' is overigens niet de fundering bedoeld. Een woning kan ook (deels) op bestaande fundering worden herbouwd of vergroot. De bedoeling van de regeling is om te voorkomen dat een naburig (agrarisch) bedrijf niet in de problemen komt met de milieuwet- en regelgeving omdat de woning of de gevel van een uitbreiding in de milieu- of geurzone van dat bedrijf komt te staan.
De woningen in de linten staan in een karakteristieke lintbebouwing, waarbij de voorgevels van de verschillende woningen in dezelfde voorgevelrooilijn en bouwstrook staan. Deze lintbebouwing is ontstaat doordat het gebied in het verleden bewoond is geraakt vanaf hoger gelegen droge zandruggen. Vanuit deze ontginnnigsassen is het gebied verder ontgonnen.
Om dit karakteristieke bebouwingsbeeld in stand te kunnen houden is een bouwvlak in deze bestemmingsvlakken voor woningen opgenomen. Het hoofdgebouw (de woning) moet in dit bouwvlak gerealiseerd worden. De bijgebouwen mogen zowel in het bouwvlak als buiten het bouwvlak gerealiseerd worden. Hierbij moet wel worden voldaan aan het beginsel van bebouwingsconcentratie: de bebouwing wordt geclusterd op het perceel gerealiseerd.
De gezamenlijke oppervlakte van een woning met de bijbehorende bouwwerken mag samen maximaal 300 m2 bedragen. Dit betekent dat er keuzevrijheid voor de initiatiefnemers ontstaat voor wat betreft de omvang van het hoofdwoongebouw en de omvang van de bijgebouwen. De goothoogte van een woning mag maximaal 3,5 meter zijn, de bouwhoogte maximaal 9 meter. Afwijking is mogelijk voor een bouwhoogte van maximaal 11 meter, met inachtneming van het afwegingskader. De dakhelling varieert van 30 tot 50 graden.
De woningen buiten de linten staan niet in een karakteristiek bebouwingspatroon. Voor deze veelal solitaire woningen in het buitengebied is daarom geen bouwvlak opgenomen. Hierbij moet wel worden voldaan aan het beginsel van bebouwingsconcentratie: de bebouwing wordt geclusterd op het perceel gerealiseerd.
De gezamenlijke oppervlakte van een woning met de bijbehorende mag samen maximaal 300 m2 bedragen. Dit betekent dat er keuzevrijheid voor de initiatiefnemers ontstaat voor wat betreft de omvang van het hoofdwoongebouw en de omvang van de bijgebouwen. De goothoogte van een woning mag maximaal 3,5 meter zijn, de bouwhoogte maximaal 9 meter. Afwijking is mogelijk voor een bouwhoogte van maximaal 11 meter, met inachtneming van het afwegingskader. De dakhelling varieert van 30 tot 50 graden.
Voor het hobbymatig houden van vee is soms meer ruimte nodig dan de bijgebouwenregeling bij de woonbestemming mogelijk maakt. Dit is bijvoorbeeld het geval in het voorjaar (lammerperiode).
In het bestemmingsplan is daarom een afwijkingsmogelijkheid opgenomen die het mogelijk maakt om de oppervlakte bijgebouwen ten behoeve van het hobbymatig houden van vee te vergroten. Voorwaarde is dat bij de woning minimaal 1 hectare structureel (via bijvoorbeeld pacht of eigendom) in gebruik is. Per hectare kan dan maximaal 40 m2 extra oppervlakte bijgebouwen worden toegestaan. De bijgebouwen mogen gezamenlijk niet meer dan 500 m2 beslaan. De eigenaar moet aantonen dat de extra bebouwing goed wordt ingepast. Dit kan worden aangetoond door een erfinrichtingsplan in te dienen dat in overeenstemming is met de Bijlage 4 Richtlijnen voor nieuwe ontwikkelingen (dit is een bijlage bij de planregels).
Bij de woonbestemming is een kleinschalig kampeerterrein toegestaan. Met een afwijking kan een kleinschalig kampeerterrein of een uitbreiding van een kleinschalig kampeerterrein worden toegestaan. In de voorwaarden is bepaald dat de landschappelijke inpassing moet zijn aangetoond met een erfinrichtingsplan gebaseerd op de richtlijnen voor nieuwe ontwikkelingen. Bij woonbestemmingen zijn kleinschalige kampeerterreinen met maximaal 15 standplaatsen toegestaan. Wanneer de woning een voormalig agrarisch bedrijf is (het perceel had in het vorige bestemmingsplan een agrarische bedrijfsbestemming) kan het kampeerterrein maximaal 25 standplaatsen groot zijn.
Voor de kleinschalige kampeerterreinen gelden minimale afstanden tot het erf van een derde en een maximum aantal plaatsen gerelateerd aan een maximale oppervlakte van het kampeerterrein. Binnen de gehele gemeente zijn maximaal 20 kleinschalige kampeerterreinen toegestaan.
Bij alle woningen is het mogelijk om een beroep of bedrijf aan huis uit te oefenen. Het kan dan gaan om kleinschalige kantoor- of praktijkruimte aan huis, voor bijvoorbeeld een zelfstandig werkend adviseur of dientstverlener. Het kan gaan om een administratiekantoor, adviesbureau, een zorgverlening of persoonlijke dienstverlening. Ook zelfstandigen in de bouw zijn via deze regeling toegestaan. De bedrijfsruimte bestaat dan voornamelijk uit inpandige opslag van materialen omdat ze op locatie werken.
Op een aantal percelen komen nu beperkte bedrijfsmatige activiteiten voor die niet passen onder de definitie van een beroep of bedrijf aan huis. Voor deze percelen is in de planregels bepaald welke activiteit op welk adres is toegestaan.
Een deel van de woningen is karakteristiek. Voor deze woningen geldt dat ze niet zonder omgevingsvergunning gesloopt mogen worden.