direct naar inhoud van 2.1 Rijksbeleid: sturing op de nationale belangen
Plan: Butengebiet Dantumadiel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1891.bpBUbuitengeb-0401

2.1 Rijksbeleid: sturing op de nationale belangen

2.1.1 Beleid in voorbereiding: Structuurvsie Infrastructuur en Ruimte en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Begin 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte in werking getreden. De Structuurvisie vervangt onder andere de Nota Ruimte 2006. Deze Structuurvisie is in juni 2011 als ontwerp vastgesteld door de ministerraad en op 22 november 2011 door de Tweede Kamer aangenomen.

Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. De dertien nationale belangen zijn:

Nationaal belang 1: Een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren.

Nationaal ruimtelijk belang 2: Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie.

Nationaal belang 3: Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen.

Nationaal belang 4: Efficiënt gebruik van de ondergrond.

Nationaal belang 5: Een robuust hoofdnetwerk van weg, spoor en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio's inclusief de achterlandverbindingen.

Nationaal belang 6: Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem van weg, spoor en vaarwegen.

Nationaal belang 7: Het instandhouden van de hoofdnetwerken van weg, spoor en vaarwegen om het functioneren van de netwerken te waarborgen.

Nationaal belang 8:Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's.

Nationaal belang 9: Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling.

Nationaal belang 10: Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten.

Nationaal belang 11: Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en Faunasoorten.

Nationaal belang 12: Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten.

Nationaal ruimtelijk belang 13: Zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.

Dit bestemmingsplan raakt een aantal van de nationale belangen, in dit geval het bieden en beschermen van de ruimte voor de energievoorziening (leidingen), een natuurnetwerk, cultuurhistorische waarden en activiteiten en het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening.

In dit bestemmingsplan wordt deze hoofdstructuur van natuur, cultuurhistorie en infrastructurele voorzieningen bestemd en beschermd. In Hoofdstuk 5 wordt hier dieper op ingegaan.

De gemeente Dantumadiel doorloopt daarnaast een zorgvuldig proces in de besluitvorming. Burgers, belangenorganisaties en andere overheden krijgen de gelegenheid te reageren op het bestemmingsplan. In de paragrafen 1.4 en hoofdstuk 6 is hier nader op ingegaan.

Onderdeel van de zorgvuldige besluitvorming is het opstellen van een milieueffectrapportage. In de milieueffectrapportage is getoetst of het bestemmingsplan van de gemeente geen onevenredig grote schade aan het milieu toebrengt. Meer informatie over de milieueffectrapportage staat in Hoofdstuk 3.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) zijn de regels gesteld om de nationale ruimtelijke belangen veilig te stellen. Voor de gemeente Dantumadiel is het relevant dat er regels zijn opgenomen voor de Ecologische Hoofdstructuur. In het Barro is bepaald dat de provincies de begrenzing en de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS vaststellen. In bestemmingsplannen mogen geen bestemmingen worden opgenomen die per saldo leiden tot een significante aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden in die gebieden.

In dit bestemmingsplan worden de gronden die onderdeel uitmaken van de EHS bestemd met een natuurbestemming als ze ook daadwerkelijk als natuurgebied zijn ingericht. Verder bevat het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid die het mogelijk maakt om gronden die onderdeel uitmaken van de begrensde EHS een natuurbestemming te geven.

2.1.2 Drie natuurwetten worden één Natuurwet

Op dit moment gelden er nog drie natuurwetten: de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet. Er ligt een wetsvoorstel om deze drie wetten samen te voegen tot één Natuurwet. De bedoeling is om de wetgeving te vereenvoudigen en tot efficiëntere regels te komen. In het wetsvoorstel worden minder soorten beschermd dan voorheen het geval was, het moet daarmee makkelijker worden om economische activiteiten te ontwikkelen of uit te breiden.

Het wetsvoorstel is in het voorjaar van 2012 controversieel verklaard. In de nieuwe regeerperiode wordt dit wetsvoorstel mogelijk weer behandeld.

 

Voorlopig gelden daarom nog steeds de Natuurbeschermingswet, Flora- en Faunawat en Boswet. Deze wetten regelen onder meer de aanwijzing van de Natura2000 gebieden, de stikstofdepositie op natuurgebieden, gebiedsbescherming, soortenbescherming en een algemene zorgplicht voor alle burgers.

In de gemeente Dantumadiel liggen geen Natura2000-gebieden. In de buurgemeentes ligt er wel een aantal. Het gaat dan om: de Groote Wielen en de Alde Feanen, de Waddenzee en het Lauwersmeergebied. Deze gebieden zijn gevoelig voor uitstoot van stikstof. Deze gebieden liggen weliswaar buiten de gemeentegrenzen maar zijn vanwege de grote verspreidingsafstanden van stikstof wel gevoelig voor uitstoot vanuit agrarische bedrijven in de gemeente Dantumadiel. In de milieueffectrapportage (zie Hoofdstuk 3) is berekend wat de effecten van de uitstoot van agrarische bedrijven op deze gebieden is.

Daarnaast ligt in de gemeente een aantal gebieden die onderdeel uitmaken van de EHS. Deze gebieden hebben een passende en beschermde bestemming gekregen.

2.1.3 Wet archeologische monumentenzorg en Bro vereisen bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden

De Monumentenwet (of wet op de archeologische monumentenzorg) heeft betrekking op gebouwen en objecten, stads- en dorpsgezichten, archeologische waarden en op het uitvoeren van archeologisch onderzoek. Op basis van deze wet moeten gemeenten beleid formuleren over de archeologische waarden.

Het Besluit ruimtelijke ordening schrijft voor dat in een bestemmingsplan (waar geen milieueffectrapport bij is gemaakt dat is ingegaan op de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten) beschreven moet worden hoe rekening gehouden met de cultuurhistorische en archeologische waarden.

In het milieueffectrapport is op hoofdlijnen ingegaan op de archeologische en cultuurhistorische waarden van het plangebied. In paragraaf 5.2.4 is nader ingegaan op de regeling voor archeologische en cultuurhistorische waarden.

2.1.4 De volgende delen van het nationaal ruimtelijk beleid werken direct door in dit bestemmingsplan
  • Bestemmen en beschermen van de EHS.
  • Bestemmen en beschermen van archeologische en cultuurhistorische waarden.