3.2 Provinciaal beleid
In het provinciaal beleid vormt met name de nota Regels voor Ruimte het relevante beleidskader. Desalniettemin zullen de provinciale visies en verordeningen de revue passeren.
3.2.1 Structuurvisie 'provinciale ruimtelijke structuurvisie zuid-holland 2020'
De provincie Zuid-Holland heeft voor de gehele provincie een structuurvisie
[1] (13 oktober 2004) opgesteld. De provinciaal ruimtelijke structuurvisie Zuid-Holland 2020 is voor de provincie een zelfbindend en richtinggevend document, waarin de streekplangebieden in onderlinge samenhang worden bezien. De ruimtelijke strategie is hierin op een hoger schaalniveau tot 2020 in beeld gebracht, met een doorkijk voor de lange termijn. Dat maakt het mogelijk om op hoger niveau afwegingen te maken en ruimtelijke ontwikkelingen te initiëren en te stimuleren. De structuurvisie kan een rol gaan spelen in een actief provinciaal ruimtelijk ontwikkelingsbeleid, in samenwerking met andere partijen.
In de structuurvisie zijn rode contour opgenomen die aangeven welke gebieden als stedelijk gebied worden bestempeld. Het plangebied ligt aan de rand van het stedelijk gebied van Leimuiden deels buiten de rode contour. De grond van de projectlocatie staat aangemerkt als agrarische landschap voor verbrede landbouw. Om de bouw van de twee woningen aan de Molenkade mogelijk te maken wordt 2000 m2 schuur gesloopt.
Conclusie
Het bouwplan omvat de bouw van twee woningen op agrarisch grondgebied aan de rand van stedelijk gebied Leimuiden. Het plangebied is deels gelegen tussen de bestaande lintbebouwing, voor deze ontwikkeling van 2 maal 750 m3 woonruimte wordt 2000 m2 aan schuren gesloopt. Hiermee is een goede compensatie getroffen voor het bouwen buiten de rode contour. Deze compensatie wordt mogelijk gemaakt door de nota Ruimte voor Ruimte. (zie ook paragraaf 3.2.7)
[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland, Provinciale ruimtelijke structuurvisie Zuid-Holland 2020, 13 oktober 2004
3.2.2 Provinciale structuurvisie: Visie op Zuid-Holland, Ontwikkelen met schaarse ruimte
Op 2 juli 2010 heeft de provincie Zuid-Holland de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte vastgesteld. In de structuurvisie omschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. Het doel van de visie is om duidelijk te hebben hoe de ruimtelijke ontwikkeling er tot 2040 uit komt te zien. Om zodoende, met hulp van inwoners en betrokken partijen, het toekomstbeeld van de provincie in te vullen.
De kern van de visie is: ‘Een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk realiseren. Hierin is het goed wonen, werken en leven voor de inwoners. Deze toekomstige ruimtelijke inrichting versterkt de economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor natuur en water zijn kenmerkend voor de provincie. Een brede landbouw is drager van het landschap.’
In de structuurvisie zijn tevens de ambities vastgelegd. Relevant voor onderhavig plan zijn de ambities op het gebied van wonen. Het beleid heeft een aantrekkelijk woon- en leefklimaat als doel. Dit wil men bereiken door een aantrekkelijk aanbod van woonmilieus en voorzieningen te realiseren.
Conclusie
De ontwikkeling van de twee woningen draagt bij aan versterking van het leefklimaat van Leimuiden. Verder is de bouw van de woningen (zij het beperkt) een bijdrage aan het op peil houden van het voorzieningen niveau. Het doel om het woon- en leef klimaat aantrekkelijk te maken wordt de sloop van de schuren en de bouw van de woningen bereikt. De ontwikkeling van de woningen is in overeenstemming met het beleid van de provinciale structuurvisie: Visie op Zuid-Holland.
[1] Provincie Zuid-Holland, Structuurvisie: Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte, 2 juli 2010
3.2.3 Provinciale Verordening Ruimte
De Verordening Ruimte draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de structuurvisie Ruimtelijke Ordening. De verordening bevat instructieregels die van belang zijn voor gemeenten bij het opstellen van hun bestemmingsplannen.
Onderhavig plan betreft de realisatie van woningbouw binnen het nationale landschap het Groene Hart. In artikel 6 lid 1 van de Verordening Ruimte wordt gesteld dat bestemmingsplannen binnen de begrenzing van de nationale landschappen, geen ontwikkelingen mogelijk mogen maken die de kernkwaliteiten (zie paragraaf 3.1.1) van deze gebieden significant aantasten. Daarbij wordt in artikel 6 lid 3 specifiek ten aanzien van bestemmingsplannen die woningbouw mogelijk maken, gesteld dat er sprake dient te zijn van een migratiesaldo nul. Dit houdt in dat het maximale woningbouwprogramma in het nationale landschap niet meer bedraagt dan het woningbouwprogramma dat nodig is om te kunnen voldoen aan de woningbehoefte. Deze wordt berekend op basis van natuurlijke bevolkingsontwikkeling.
In de provinciale verordening ruimte is rekening gehouden met de mogelijkheid tot het bouwen buiten de rode contour. De uitzondering die bij onderhavig bestemmingsplan van toepassing is, is het bouwen onder de regeling Ruimte voor Ruimte, dat onderdeel is van de structuurvisie. Deze nota stelt dat voor iedere 1000 m2 gesloopte gebouwen er één compensatie woning gebouwd mag worden.
Conclusie
Het plan wordt gerealiseerd onder de regeling Ruimte voor Ruimte, dat onderdeel is van de structuurvisie. Volgens de provinciale Verordening Ruimte mogen er voor de 2000 m2 te slopen gebouwen twee compensatiewoningen worden gebouwd. Het plan houdt in de sloop van alle bedrijfsbebouwingen, verhardingen en sierteelt op een vijftal percelen. Dit resulteert in de verwijdering van 1.000 m2 schuur en 2.600 m2 kas. De verplichting betreffende de te slopen bedrijfsbebouwing is vastgelegd in een private overeenkomst met de aanvrager.
Deze ontwikkeling zal de ruimtelijke kwaliteiten in het gebied ten goede komen. De kernkwaliteiten van het Groene Hart worden door deze ontwikkeling versterkt. Er zal immers een omvangrijk kwekersbedrijf in het landschap verdwijnen om de bouw van de twee woningen, dichter tegen de stadsrand gelegen, mogelijk te maken.
3.2.4 Provinciale ecologische hoofdstructuur
De Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur (afgekort PEHS) is een samenhangend netwerk van belangrijke natuurgebieden in de Provincie. De PEHS bestaat uit bestaande natuurgebieden, nieuwe natuurgebieden en ecologische verbindingszones. De PEHS is gebaseerd op de nationale Ecologische Hoofdstructuur. Op de onderstaande afbeelding is te zien dat het gebied niet gelegen is nabij een PEHS.
Provinciaal ecologische hoofdstructuur Zuid Holland
Conclusie
Het plangebied valt niet binnen de PEHS. Vanuit de PEHS volgen dan ook geen directe aanwijzingen en of randvoorwaarden waar rekening mee gehouden moet worden.
3.2.5 Woonvisie Zuid-Holland 2005-2014
Centraal in het provinciale woonbeleid
[1] staat het uitgangspunt dat er voor alle bevolkingsgroepen naar gestreefd wordt dat zij kunnen beschikken over passende woningen. In de woonvisie wordt daarom zorgvuldig gekeken naar de behoefte aan sociale woningbouw, maar evenzeer naar het scheppen van woonmilieus voor midden- en hogere inkomens. En naast de enorme behoefte die er is aan woningen voor ouderen en jongeren, blijft er vanzelfsprekend aandacht voor de gezinshuishoudens. Die provinciale rol is overigens niet allesbepalend.
De provincie wil ervoor zorgen dat bij de voorbereiding van woonvisies (toekomstige) bewoners betrokken worden of dat er onderzoek naar woonvoorkeuren wordt gedaan. Daarnaast moet worden gezorgd voor voldoende differentiatie: voor elk wat wils. Ook al is er nog zo’n grote behoefte aan woningen voor senioren en starters, er dient voor gezorgd te worden dat dit niet tot grootschalige, uniforme projecten leidt of tot eenzijdig samengestelde wijken.
Conclusie
Onderhavig bestemmingsplan betreft de bouw van twee woningen aan de Molenkade. Het bouwen van de woningen bevordert het op pijl houden van het woningaanbod. Onderhavig plan is daarmee passend binnen de provinciale woonvisie.
[1] Provinciale Staten van Zuid-Holland, Woonvisie Zuid-Holland 2005-2014; samenhang en samenspel, 25 januari 2005
3.2.6 Regionale woonvisie Holland Rijnland 2009-2019
De samenwerkende gemeenten
[1] in de regio en Holland Rijnland presenteren in de Regionale Woonvisie Holland Rijnland 2009-2019 hun visie op de gewenste ontwikkelingsrichting van de woningmarkt. De Regionale Woonvisie Holland Rijnland 2009-2019 dient meerdere doelen:
- De samenwerkende gemeenten en Holland Rijnland stellen een perspectief vast dat zij met elkaar delen: visie, doelstellingen en afspraken.
- De Woonvisie vormt een basis voor het vaststellen van het kwantitatieve en kwalitatieve bouwscenario en voor nadere afstemming over het bouwscenario gedurende de uitvoering.
- Er worden in de woonvisie afspraken geformuleerd over de wijze waarop de gemeenten zich verantwoorden over de uitvoering en over de wijze waarop gereageerd wordt op ontwikkelingen in de woningmarkt.
- De Woonvisie dient als beleidsmatig kader voor corporaties, projectontwikkelaars en bewoners en biedt houvast voor het eigen handelen van gemeenten.
- De Woonvisie dient, samen met de Regionale Structuurvisie, als beleidsmatig kader voor de regio inzet richting het Rijk, bijvoorbeeld bij de Verstedelijkingsafspraken.
Conclusie
De bouw van de twee woningen aan de Molenkade draagt bij aan het bereiken van het doel om woningen toe te voegen aan de regionale woningvoorraad.
[1] Hillegom, Kaag en Braasem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude