Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Limbricht
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1883.limbr-va01

Artikel 6 Dienstverlening

6.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor ‘Dienstverlening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. dienstverlenende bedrijven, kantoren en instellingen op financieel, juridisch of (ontwerp)-technisch gebied dan wel op het gebied van communicatie, informatie en adviezen;
alsmede voor:
  1. de bestaande woning(en), ter plaatse van de aanduiding ‘wonen’;
  2. erven;
  3. nutsvoorzieningen;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  6. overige bijbehorende voorzieningen;
met bijbehorende
  1. hoofdgebouwen;
  2. bijgebouwen;
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
 
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 6.1 omschreven doeleinden en met inachtname van de volgende bepalingen:
  1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. de voorgevel van hoofdgebouwen mag uitsluitend in de voorste bouwgrens worden gebouwd;
  3. de horizontale diepte van het hoofdgebouw mag ten hoogste bedragen:
    1. op de begane grond/eerste bouwlaag: 15 m;
    2. op de volgende bouwlagen: 12,5 m;
      met dien verstande dat de afstand van de achtergevel tot de achterste grens van het bouwperceel minimaal 5 meter bedraagt;
  4. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen bedraagt minimaal en maximaal de goothoogtes en bouwhoogtes zoals is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘minimale-maximale goot- en bouwhoogte’;
  5. het gezamenlijk te bebouwen oppervlak van bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 50% bedragen van de gronden gelegen buiten het bouwvlak, tot een oppervlak van maximaal 70 m2, met dien verstande dat het oppervlak aan vrijstaande bijgebouwen maximaal 50 m2 mag bedragen;
  6. bijgebouwen mogen uitsluitend op een afstand van ten minste 2 m achter de voorste bouwgrens of de lijn in het verlengde daarvan worden gebouwd.
  7. de goot- en/of bouwhoogte van bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogte bedragen:
 
goothoogte
bouwhoogte
aangebouwde bijgebouwen
hoogte eerste bouwlaag hoofdgebouw + 0,25 m
goothoogte + afstand tot bouwperceelsgrens, tot maximum van 5 m
vrijstaande bijgebouwen
3 m
goothoogte + afstand tot bouwperceelsgrens, tot maximum van 5 m
erfafscheidingen voor voorste bouwgrens
-
1 m
erfafscheidingen in of achter voorste bouwgrens
-
2 m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
3 m
 
  1. nutsvoorzieningen mogen binnen of buiten een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat:
    1. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m2;
    2. de hoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
6.3 Nadere eisen
 
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en werkklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.4 Afwijken van de bouwregels
 
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2 sub g voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een hoogte van maximaal 2 m.
6.5 Specifieke gebruiksregels
 
Onder verboden gebruik wordt ten minste verstaan het gebruik van de opstallen voor:
  1. wonen, uitgezonderd de woningen welke reeds zijn toegestaan middels onderhavig bestemmingsplan;  
  2. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  3. groothandel;
  4. horecadoeleinden;
  5. detailhandel.