direct naar inhoud van Artikel 16 Verkeer - Railverkeer
Plan: Buitengebied Sittard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1883.BUITENGSITTARD-VA01

Artikel 16 Verkeer - Railverkeer

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegen met ten hoogste 2 sporen (exclusief eventuele rangeersporen);
  • a. spoorwegvoorzieningen;
  • b. wegen en paden;
  • c. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • d. straatmeubiliair;
  • e. voorzieningen van algemeen nut;
  • f. geluidwerende voorzieningen;
  • g. waterlopen en waterpartijen, waaronder ook duikers;
  • h. oeververbindingen (bruggen);
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'antennemasten', zoekgebied voor het plaatsen van antennemasten. de regels in artikel 42.1 zijn van toepassing;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'beekdal', een beekdal. De regels in artikel 42.2 dienen in acht te worden genomen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'erosiegebied', erosiegebied. De regels in artikel 42.4 dienen in acht te worden genomen;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'recreatief netwerk', een recreatief netwerk. De regels in artikel 42.11 zijn van toepassing.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen
  • a. Er mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen.
  • c. De oppervlakte van voorzieningen van algemeen nut mag niet meer dan 15 m² bedragen.
16.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van voorzieningen ten behoeve van het railverkeer bedraagt 12 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter.
16.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.