direct naar inhoud van Artikel 42 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Sittard
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1883.BUITENGSITTARD-VA01

Artikel 42 Algemene aanduidingsregels

42.1 antennemasten
42.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'antennemasten' zijn de gronden mede bestemd als zoekgebied voor het bouwen/plaatsen van antennemasten voor mobiel telefoon- en dataverkeer.

42.1.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde bij de andere bestemmingen voor het bouwen van antennemasten voor mobiel telefoon- en dataverkeer, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 40 meter;
  • b. installaties worden in eerste instantie geplaatst op bestaande gebouwen/bouwwerken
  • c. installaties dienen te worden geïntegreerd in de bestaande architectuur en/of omgeving, ter beoordeling van het bevoegd gezag;
  • d. vrijstaande masten dienen zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande bebouwing of elementen.
42.2 beekdal
42.2.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'beekdal' zijn de gronden primair bestemd voor de instandhouding en versterking van de natuurlijke waterhuishouding van zowel het oppervlaktewater als het grondwater, en de daarvan afhankelijke landschappelijke en natuurlijke waarden.

42.2.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken van geringe omvang, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van een watergang of regenwaterbuffer, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte bedraagt per ha. maximaal 20 m²;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,2 meter.
42.2.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

a Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeervoorzieningen en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
  • c. het scheuren van grasland, voorzover het betreft waardevolle graslandvegetaties;
  • d. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
  • e. het aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschoeiingen en het graven en/of aanleggen van waterlopen.

b Uitzondering

Het verbod als bedoeld onder a geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn danwel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan in werking treedt, in uitvoering zijn;
  • c. werken en/of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

c Toelaatbaarheid

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar, mits uitvoering van de werken en/of werkzaamheden niet leidt tot de in bijlage 1. genoemde gevolgen voor landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden.

42.3 ecologische hoofdstructuur (ehs)
42.3.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'ecologische hoofdstructuur (ehs)' zijn de gronden primair bestemd voor de instandhouding en versterking van de samenhang tussen abiotische (niet-levende natuur) en biotische (levende natuur) kenmerken van de gronden.

42.3.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken van geringe omvang, die noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van een watergang of regenwaterbuffer, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte bedraagt per ha. maximaal 20 m²;
  • b. de bouwhoogte bedraaht maximaal 3,2 meter.
42.3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijn, of van werkzaamheden

a Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeervoorzieningen en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
  • c. het vellen en/of rooien van houtgewas, met name hoogstamboomgaarden, of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadigingen van houtgewas teg gevolg kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging;
  • d. het bebossen van gronden;
  • e. het scheuren van grasland, voorzover het betreft waardevolle graslandvegetaties;
  • f. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
  • g. het aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschoeiingen en het graven en/of aanleggen van waterlopen.

b Uitzondering

Het verbod als bedoeld in a geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn danwel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan in werking treedt, in uitvoering zijn;
  • c. werken en/of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

c Toelaatbaarheid

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in a zijn slechts toelaatbaar, mits uitvoering van de werken en/of werkzaamheden niet leidt tot de in bijlage 1. genoemde gevolgen voor landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden.

42.4 erosiegebied
42.4.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'erosiegebied' zijn de gronden primair bestemd voor het bestrijden en voorkomen van:

  • a. bodemerosie, slibafzetting en water-/modderoverlast;
  • b. het verloren gaan van het voortbrengend vermogen van de bodem;
  • c. de aantasting van het grondwaterpakket.
42.4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, niet worden gebouwd.

42.4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijn, of van werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen en/of rooien van houtgewas, met name hoogstamboomgaarden, of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadigingen van houtgewas ten gevolg kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging;
  • b. het rooien van opgaande begroeiing op graften en landschapselementen zoals groenstroken, grasbanen, bermen en hagen;
  • c. het ophogen of egaliseren van in het landschap aanwezige laagten;
  • d. het afgraven van grond, indien hierdoor de kans op bodemerosie en wateroverlast toeneemt;
  • e. de aanleg van een waterbuffer, groter dan 100 m²;
  • f. het verwijderen van, of het verrichten van werkzaamheden die beschadigingen tot gevolg kunnen hebben aan graften, bosstroken en/of grasbanen;
  • g. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen op hellingen met een hellingpercentage van meer dan 10%;
  • h. het scheuren van grasland op hellingen met een hellingpercentage van 15% of meer;
  • i. het anders dan als grasland exploiteren van tuinbouwgronden met een hellingspercentage van 18% of meer;
  • j. het betelen van een perceel met een hellingspercentage van 2% of meer, met een erosiebevorderend gewas.

b Uitzondering

Het verbod als bedoeld in a geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn danwel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan in werking treedt, in uitvoering zijn;
  • c. werken en/of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. werken en/of werkzaamheden in het kader van de erosiebestrijding, voorzover natuurlijke maatregelen ontoereikend zijn;
  • e. werken en/of werkzaamheden waarop de erosieverordening van toepassing is.

c Toelaatbaarheid

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in a zijn slechts toelaatbaar, indien wordt aangetoond dat door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 42.4.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.

42.4.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen te wijzigen ten behoeve van de aanleg van waterremmende landschapselementen op gronden met een hellingspercentage van meer dan 2%.

42.5 geluidzone - industrie
42.5.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden primair bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder en voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op nieuwe geluidgevoelige bebouwing als gevolg van industrielawaai.

42.5.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag geen nieuw geluidsgevoelig object worden gebouwd.

42.5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 42.5.2 voor het bouwen van nieuwe geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde.

42.6 geluidzone - weg
42.6.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg' mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen:

  • a. geen geluidgevoelig object worden opgericht;
  • b. geen bestaande bebouwing in gebruik worden genomen als geluidgevoelig object.
42.7 locator
42.7.1 aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'locator' zijn de gronden primair bestemd voor een veilige en efficiënte afhandeling van het luchtverkeer op luchthaven Maastricht Aachen Airport.

42.7.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen, mag boven het maaiveld geen bebouwing worden opgericht.

42.7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

a Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. ophogen en/of egaliseren van de bodem;
  • b. het aanbrengen van hoog opgaande beplanting
  • c. het bebossen van gronden.

b Uitzondering

Het verbod als bedoeld i na geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn danwel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan in werking treedt, in uitvoering zijn;
  • c. werken en/of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd kracxhtens een reeds verleende vergunning.

c Toelaatbaarheid

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in a zijn slechts toelaatbaar, mits uitvoering van de werken en/of werkzaamheden niet leidt tot de in bijlage 1. genoemde gevolgen voor landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden.

42.8 milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk, zone II
42.8.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk, zone II' geldt dat de gronden tevens bestemd zijn voor de bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening.

42.8.2 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk, zone II' is het niet toegestaan om:

  • a. boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben dieper dan 30 meter beneden het maaiveld;
  • b. de grond te roeren dieper dan 30 meter beneden het maaiveld, of deze handeling toe te laten, of anderszins werken of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt die de beschermende werking van de slechtdoorlatende bodemlagen kunnen aantasten;
  • c. een bodemenergiesysteem op te richten, welke dieper reikt dan 30 meter beneden het maaiveld;
  • d. boorputten op te richten wanneer de doorboorde weerstandbiedende lagen en het boorgat, van 0 tot 3 meter beneden het maaiveld, niet worden afgedicht met klei of bentoniet.
42.8.3 Uitzonderingen

De in 42.8.2 onder a. en b. gestelde verboden gelden niet voor:

  • a. het inrichten van boorputten ten behoeve van het provinciale grondwaterbeheer in het kader van de Wet bodembescherming en de Waterwet;
  • b. het verrichten van bodemonderzoeken die bij of krachtens wet zijn voorgeschreven.
42.8.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 42.8.2 onder a. en b. als gewaarborgd is dat geen sprake is van nadelige gevolgen voor de grondwaterwinning en met dien verstande dat de omgevingsvergunning alleen kan worden verleend wanneer Gedeputeerde Staten vooraf gehoord is.

42.8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

a Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:

  • a. boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben dieper dan 30 meter beneden het maaiveld;
  • b. de grond te roeren dieper dan 30 meter beneden het maaiveld, of deze handeling toe te laten, of anderszins werken of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt die de beschermende werking van de slechtdoorlatende bodemlagen kunnen aantasten.

b Uitzondering

Het verbod als bedoeld onder a geldt niet voor:

  • a. het inrichten van boorputten ten behoeve van het provinciale grondwaterbeheer in het kader van de Wet bodembescherming en de Grondwaterwet;
  • b. het verrichten van bodemonderzoeken die bij of krachtens wet zijn voorgeschreven.

c Toelaatbaarheid

Indien er bij de werkzaamheden als bedoeld in dit artikel sprake is van een boorput, zijn de werkzaamheden slechts toelaatbaar indien de doorboorde weerstandbiedende lagen en het boorgat, van 0 tot 3 meter beneden het maaiveld, worden afgedicht met klei of bentoniet.

42.9 milieuzone - geurzone
42.9.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone - geurzone’ zijn de gronden primair bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de aanwezigheid van het geurhinderveroorzakend object.

42.9.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen, zijn geen nieuwe geurgevoelige objecten toegestaan.

42.9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 42.9.2 voor het bouwen van nieuwe geurgevoelige objecten overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen, mits de geurhinderveroorzakende activiteiten van het geurhinderveroorzakende object feitelijk zijn geëindigd en het niet langer mogelijk dan wel toegestaan is om ter plaatse geurhinderveroorzakende activiteiten uit te voeren.

42.9.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van verwijderen van de aanduiding ‘milieuzone - geurzone' indien de geurhinderveroorzakende activiteiten ter plaatse blijvend zijn beëindigd.

42.10 provinciale ontwikkelingszone groen (pog)
42.10.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'provinciale ontwikkelingszone groen (pog)' zijn de gronden mede bestemd voor:

  • a. het behouden, versterken en ontwikkelen van natuur- en landschapswaarden;
  • b. instandhouding van een goede toeristisch-recreatieve structuur;
  • c. een op het landschap geöriënteerde landbouw;
  • d. ecologische verbindingzones ten behoeve van de verbetering van de migratie van plant en dier tusen afzonderlijke leefgebieden;
  • e. een duurzaam (landbouwkundig) gebruik en beheer dat primair gericht is op versterking van de hamsterpopulatie, voorzover de gronden zijn gelegen binnen de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - hamsterkernleefgebied'.
42.10.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken van geringe omvang, die noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de aanwezige natuur- en landschapswaarden, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte bedraagt per ha. maximaal 20 m²;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3,2 meter.
42.10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 42.10.1 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de bestaande natuur-, bos- en landschapswaarden mogen niet worden aangetast, danwel dienen in afdoende mate te worden gecompenseerd;
  • b. de bestaande natuur-, bos- en landschapswaarden mogen niet worden aangetast, danwel dienen in afdoende mate te worden gecompenseerd;
  • c. de bouw van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde dient te leiden tot een kwalitatieve en kwantitatieve versterking van de ecologische structuur;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - hamsterkernleefgebied' mag de bouw niet ten koste gaan van de versterking van de hamsterpopulatie.
42.10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijn, of van werkzaamheden

a Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende

werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeervoorzieningen en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen, diepploegen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
  • c. het vellen en/of rooien van houtgewas, met name hoogstamboomgaarden, of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadigingen van houtgewas teg gevolg kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging;
  • d. het bebossen van gronden;
  • e. het scheuren van grasland, voorzover het betreft waardevolle graslandvegetaties;
  • f. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
  • g. het aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschoeiingen en het graven en/of aanleggen van waterlopen.

b Uitzondering

Het verbod als bedoeld in a geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn danwel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan in werking treedt, in uitvoering zijn;
  • c. werken en/of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

c Toelaatbaarheid

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in a zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. uitvoering van de werken en/of werkzaamheden niet leidt tot de in bijlage 1. genoemde gevolgen voor landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden;
  • b. aangetoond wordt dat de werken en/of werkzaamheden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - hamsterkernleefgebied' bijdragen aan het versterken van de hamsterpopulatie.
42.11 recreatief netwerk
42.11.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'recreatief netwerk' zijn de gronden tevens bestemd voor het ontwikkelen en versterken van de betekenig van de gronden voor het extensief recreatief medegebruik in de vorm van:

  • a. routegebonden recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, ruitersport en kanovaren
  • b. route-ondersteunende voorzieningen, zoals picknick-, uitzicht-, rust- en informatievoorzieningen..
42.11.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde bij de andere bestemmingen voor het bouwen van de volgende bouwwerken:

  • a. gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het recreatief netwerk;
  • b. andere bouwwerken,

mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte aan gebouwen, geen woning zijnde, bedraagt maximaal 20 m² per ha.;
  • b. de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, bedraagt minimaal 2.40 en maximaal 3.20 meter;
  • c. de hoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 3,20 meter;
  • d. de agrarische gebruiksmogelijkheden van de gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • e. de belangen van natuur en landschap niet onevenredig worden geschaad;
  • f. het extensieve karakter van het buitengebied gewaarborgd blijft c.q. de recreatief medegebruik ondersteunende voorzieningen landschappelijk goed worden ingepast, hetzij door afschermende gebiedseigen beplanting, hetzij door clustering aan de randen van kernen.
42.12 specifieke vorm van waarde - archeologisch monument
42.12.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - archeologisch monument' zijn de gronden primair bestemd voor het behoud en/of herstel van het archeologisch monument in de ondergrond.

Als ten behoeve van het oprichten van een bouwwerk de bodem van de gronden ter plaatse van deze aanduiding, ongeacht de diepte onder het maaiveld, zal worden verstoord, dient een vergunning te worden overlegd van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).

42.13 specifieke vorm van waarde - rijksmonument
42.13.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - rijksmonument' zijn de gronden primair bestemd voor het behoud en/of herstel van de monumentale waarde van gronden en/of gebouwen.

42.14 veiligheidszone - leiding
42.14.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn de gronden primair bestemd voor het beperken van het risico voor gevaar voor mensen in verband met het transport van gevaarlijke stoffen door de leidingen.

42.14.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen gelden ter plaatse van deze aanduiding de volgende regels:

  • a. de bouw van kwetsbare objecten is niet toegestaan;
  • b. de bouw van beperkt kwetsbare objecten is niet toegestaan, met uitzondering van de herbouw van bestaande beperkt kwetsbare objecten op dezelfde locatie.
42.14.3 Wijzigingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen of wijzigen van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding', met dien verstande dat:

  • a. de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' kan worden verwijderd, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de leiding buiten werking is gesteld;
  • b. de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' kan worden verkleind of vervalt, indien uit onderzoek is gebleken dat door een wijziging in transportparameters de plaatsgebonden risicocontour kleiner is geworden of niet meer aanwezig is of dat door aangepaste wet- en regelgeving, nieuwe inzichten, danwel nieuwe rekenmethoden of anderszins een kleinere plaatsgebonden 10-6/jr risicocontour geldt.
42.15 veiligheidszone - lpg
42.15.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, primair bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een lpg-installatie.

42.15.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.

42.15.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 42.15.2 voor het bouwen van nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, mits:

  • a. ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd;
  • b. de nieuwe ontwikkelingen of uitbreidingen van inrichtingen:
    • 1. vooraf in het kader van externe veiligheid worden getoetst;
    • 2. voldoen aan de plaatsgebonden en/of groepsgebonden risico's.
42.15.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen, verplaatsen of verkleinen van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg', met dien verstande dat:

  • a. de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' kan worden verplaatst of verkleind indien het lpg-vulpunt wordt verplaatst c.q. de lpg-doorzet wordt verkleind, mits het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gronden niet verslechtert;
  • b. de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' kan worden verwijderd, mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de lpg-installatie wordt beëindigd.
42.16 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
42.16.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' zijn de gronden bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de aanwezigheid van een transportroute van gevaarlijke stoffen over het het spoor en over de weg.

42.16.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen gebouwen ten behoeve van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht.

42.16.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 42.16.2 voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nieuwe kwetsbare objecten voor zover in overstemming met de andere bestemmingen, met dien verstande dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.

42.16.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:

  • a. het verplaatsen of verkleinen van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' in verband met het verplaatsen van de transportroute vervoer gevaarlijke stoffen, met dien verstande dat het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gronden niet verslechtert;
  • b. het verwijderen van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen', met dien verstande dat het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de transportroute vervoer gevaarlijke stoffen wordt beëindigd.
42.17 vrijwaringszone - weg 1
42.17.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 1' mag niet worden gebouwd binnen een afstand van 50 m uit de as van de meest nabijgelegen rijstrook van de Rijksweg A2, met uitzondering van bouwwerken welke nodig zijn voor het wegverkeer.

42.18 vrijwaringszone - weg 2
42.18.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 2' mag niet worden gebouwd binnen een afstand van 100 m uit de as van de meest nabijgelegen rijbaan van de Rijksweg A2, met uitzondering van bouwwerken welke nodig zijn voor het wegverkeer.

42.18.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 42.18.1 en toestaan dat in de andere voor die gronden aangewezen bestemming, bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. het bouwwerk in overeenstemming is met de ter plaatse aangegeven bestemming en door de bouw of situering van het bouwwerk het verkeersbelang niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. de wegbeheerder wordt gehoord.